opmaat - thema buikklachten Flashcards

1
Q

Acute buikpijn

A

pijn in buik voor minder dan een week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Acute buik tekenen

A

urgent (pijn bij percussie, druk-loslaatpijn, contralaterale drukpijn, psoasfenomeen, lokale drukpijn, hoestpijn, defense musculature), peritoneale prikkeling, obstructie, extra-abdominaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Herpes Zoster

A
  • Incidentie 5 per 1000 persoonsjaren
  • 80-90% romp, 10-20% gelaat
  • Huiduitslag in verzorgingsgebied sensibele zenuw
  • Herpes opthalmicus
  • Herpes opticus
  • Prodromale verschijnselen
  • Etiologie: reactivatie varicella zoster virus
  • Besmettelijk
  • Prognose; 7-10 dagen indrogen blaasjes
  • Complicatie; Post-herpetische neuralgie (5-30%)
  • Immuungecompromiteerden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beleid bij Herpes Zoster

A
  • Pijnverlichting Neuropathische pijn:
  • Stap 1: amitriptylline 10-25 mg/ nortriptylline 10-25 mg
  • Stap 2: gabapentine
  • Verwijzing pijnspecialist voor behandeling
  • Orale antivirale middelen bij HSV in het gelaat+ immuungecompromiteerden (Aciclovir of valaciclovir)
  • Zinkolie/zalf
  • Uitleg!
  • Thuisarts.nl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Herpes Zoster vaccinatie

A
  • Shingrix® recombinant zostervaccin (RZV)
  • Zostavax® levend verzwakt zostervaccin
  • Provavirax® het levend verzwakte varicellavaccin
  • Belangrijkste reden voor vaccinatie is voorkomen
    post-herpetische pijn
  • Voor 60e jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voordelen ct boven echo

A
  • Zeer snel
  • Fantastische resolutie
  • Niet onderzoeker afhankelijk
  • Bot en gas geen probleem
  • Obesitas is een voordeel
  • Second opinion mogelijk
  • Voor clinici makkelijker te interpreteren
    voor de radioloog:
  • geen plakvingers
  • geen confrontatie met zieke patiënten
  • geen problemen met covid19
  • clean procedure
  • geen drukke onrustige wachtkamers
  • teleradiologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voordelen echo boven de ct

A
  • echo apperatuur is klein, handzaam en mobiel
  • wordt met de dag goedkoper en beter
  • niet invasief – vooral kinderen en zwangere vrouwen voordeel
  • beeldresolutie is superieur!!!??
  • Real time
  • Effect van compressie – storend gas weg. Maar ook hydropische galblaas vast te stellen (blijft rond)
  • Dichter bij problemen
  • Effect zwaartekracht – nierstenen laten vallen bijvoorbeeld, niet dan weet je dat het vastzit (geimpateerd, cholecystitis, galblaas er uit). als zwelling blijft hangen – tumor
  • Correlatie met pijnlocalisatie zoals hernia
  • Echogeleide punctie
  • Sommige dingen niet te zien op ct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gepasseerde niersteen symptomen

A

Heftige koliekpijn, daarna minder pijn en dan loze aandrang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nadelen dat echo maken beschikbaar is voor iedereen

A
  • Gefragmenteerde imaging
  • Slecht gedocumenteerde en matige kwaliteit echo
  • Geen integratie met CT en MR
  • Veel fou positieve en fout negatieve diagnoses
  • Veel onnodig duur en invasief vervolg onderzoek
  • Toename kosten
  • Slecht voor de patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voordelen dat echo beschikbaar is voor iedereen

A
  • Echo kan boost geven
  • Medisch studenten leren basis
  • Meer aandacht in les
  • Echo minded door waarde inschatting (betrouwbaarder dan percuteren etc)
  • Voldoend ekennis van mogelijkheden en beperkingen
  • Besef dat triage echografie beter in handen is van radioloog
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaken pijn linker bovenbuik

A
  • Ulcus ventriculi
  • Pancreatitis
  • Diverticulitis, IBD
  • Darmobstrucite
  • Pleuritis, pneumonie
  • Pyelonefritis
  • Nefrolithiasis
  • Miltinfarct/ruptuur
  • ACNES syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oorzaken pijn middelste bovenbuik

A
  • Ulcus ventriculi/duodeni
  • Pancreatitis
  • Achterwandinfarct
  • Aneurysma van de aorta
  • Ischemie van de darm
  • Inflammatoire darmziekte
  • Darmobstructie
  • Appendicitis
  • Hernia (periumbilicaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Oorzaken pijn rechterbovenbuik

A
  • Galsteenlijden – choledocholithiasis, cholecystolithiasis, cholecystitis
  • Ulcus duodeni
  • Cholangitis
  • Hepatitis
  • Pleuritis, pneumonie
  • Pyelonefritis
  • Nefrolithiasis
  • Appendicitis
  • ACNES syndroom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symptomen galwegstenen

A

maagpijngevoel,
krampend,
na eten,
gewichtsverlies
Klachten erger bij vet eten,
koliekpijn,
na afvallen.
Als rondje over de buik naar de rug pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandeling galwegstenen

A

Ursodeoxycholzuur, later laparoscopische cholecystectomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Appendicitis symptomen

A

Pijn van bovenbuik naar onderbuik rechts, geen eetlust, overgeven, spaarzame peristaltiek of geen geluid onder, mcburney loslaatpijn, vervoerspijn, koorts, geen gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Acute vs chronische buikpijn

A

Bestaat pijn minder dan 5 dagen en niet door trauma?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Obstipatie vereisten

A

rome 3 criteria, 2 hiervan nodig
Defecatiefrequentie ≤ 2 × per week

Fecesincontinentie ≥ 1 × per week1

Ophouden van ontlasting

Pijnlijke of harde, keutelige ontlasting

Grote hoeveelheid ontlasting die het toilet verstopt2

Grote fecesmassa voelbaar in abdomen of rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Kinderen obstipatie vereisten twee hiervan

A

defecatie onder 2x er week, ophouden ontlasting, pijnlijke harde of keutelige, grote hoeveelheid in luier of toilet, grote massa palpabel in abdomen of rectum, fecale incontinentie tenminste een keer per week

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

verschil organische obstipatie en functionele obstipatie

A

Organische obstipatie – aandoening
Functionele – pathologie ontbreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Advies om obstipatie te voorkomen

A
  • Voldoende vocht
  • Voldoende vezels
  • Voldoende beweging
  • Niet ontbijt overslaan – reflex aan
  • Voldoende persen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Organische obstipatie voorbeelden

A
  • Carcinoom
  • Ileus
  • Medicamenten
  • Metabool
  • Zwangerschap – progesteron geeft trage darmpassage
  • Urogynaecologische ingreep
  • Prolaps vagina achterwand
  • Neurodegeneratieve afwijking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Solfenacine

A

tegen incontentie, kan obstipatie geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Obstipatie medicatie oorzaken

A
  • Ijzer
  • Acetylsalicylzuur
  • NSAID
  • Antidepressiva
  • Opiaten
  • Anti epileptica
  • Antiparkinson
  • Neuoleptica
  • Diuretica
  • Calciumantagonisten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Behandeling mecicamenteus obstipatie

A
  • 1: laxantia. Volumevergrotend (macrogol), osmotisch (lactulose)
  • 2: contactlaxantia (visacodyl, sennosiden), andere laxantia (magnesiumoxide)
  • 3: rectaal indien oraal na 3 dagen niet heeft geholpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Overloopdiarree

A

keutels en waterige diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Encopresis

A

poepbroek kinderen die al zindelijk zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Soiling

A

remspoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Klysma contraindicaties

A
  • Braken of buikklachten
  • Aute buikaandoeningen (peritonitis, appendicitis)
  • Aangeboren megacolon
  • Beschadigd darm-rectumslijmvlies
  • Maag darm bloedingen
  • Verhoogde absorptie van fosfaat uit colon
  • Matige en ernstige nierinsufficientie
  • Verstoringen van elektrolytenbalans
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Beleid fecoliet

A

digitale fragmentatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Paralytische ileus

A
  • Infectieuze peritonitis of pancreatitis postoperatief
  • Medicatie
  • Dm ketoacidose
  • Hypothyeoidie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Obstructieve ileus

A
  • Streng/verkleving (tot decennia na operatie/peritonitis)
  • Maligniteit
  • Ruimteinnemd proces buiten colon
  • Volvulus
  • Faecale impactie
  • Beklemde lies of littekenbreuk
  • Diverticulaire stenose
  • Crohn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Beleid ileus

A
  • Niets per os – iv vocht, maaghevel, elektrolyten controleren, vochtbalans, diurese bijhouden, icc chirurg
  • Laxeren bij verdenken faecale impactie en klysma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Maaghevel

A

ondanks niks per os toch maagsap, maag leegpompen om voorkomen dat het door maag gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Tekenen weefselinvasie infectie nier

A
  • Koorts
  • Algemene malaise
  • Koude rillingen
  • Flank of perineumpijn
  • Tekenen sepsis
  • Delier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Risicogroepen weefselinvasie nier

A
  • DM
  • Afwijking nier
  • Patiënten met neurologische blaasfunctiestoornis
  • Zwangeren
  • Mannen
  • Kinderen onder 12
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Bij welke uitslag urineweginfectie:

A

Groei bacterien dipslide na 24h
Nitriet positief en leukocyten negatief

Nitriet negatief en leukocyten positief niet omdat het cystitis kan zijn (bacterie die nitraat niet omzet) maar ook contaminatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Sediment verontreinigd betekenis

A

plaveizelcelepitheel cellen in urine, niet veel over te zeggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Behandeling gecomplcieerde cystitis

A

Ciprofloxacine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Na AB niet verbetering cystitis wat dan dd

A

niet gevoelige bacterie of pyelonefritis. Kan ook EUG, longembolie, pneumonie, cholangitis, cholecystitis, subfrenisch abces, appendicitis, urolithiasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Pyelonefritis test

A

urinekweek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Longembolie test

A

d dimeer niet afwijkend dan ct angio

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Pneumonie test

A

x thorax, echo, ct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Cholangitis of cholecystitis onderzoek

A

echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Subfrenisch abces test

A

echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Subfrenisch abces test

A

echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
47
Q

Appendicitis test

A

echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
48
Q

Urolithiasis test

A

echo of urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
49
Q

Behandeling pyelonefritis

A

iv cefotaxim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
50
Q

perihepatitis – fits hughes syndroom

A
  • Soa van tuba naar lever.
  • Kan door chlamydia, gonnoroe, trichomonas
  • Dysurie, vaginale afscheiding, contactbloeding, dyspareunie, koorts
  • Kan ook zonder evidente onberbuiksklachten of adnexitis optreden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
51
Q

Risicofactoren EUG

A
  • Vg eug
  • Tubachirurgie
  • SOA/PID in vg
  • Subferitliteit
  • IUD in utero
  • Endometriose
  • DES kinderen

schouderpijn, duizeligheid en
syncope kunnen eerste symptomen zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
52
Q

Risicofactoren overiumtorsie

A
  • Cysteus vergroot adnex
  • Eerdere torsie/vergrootadnex
  • PCOS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
53
Q

Behandeling ovariumtorsie

A
  • laparoscopisch detorsie ovariumsparend in fertiele leeftijd
  • In tweede instantie behandelen/verwijderen cyste
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
54
Q

Waarschijnlijkheidsdiagnose bij pijnlijkheid en zwelling scrotum

A

Epididymitis/torsio testis (al afgestorven, daarom minder pijn)
Geen relatie tussen torsio testis en epididymis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
55
Q

Onderscheiden epididymitis en torsio testis

A
  • torsio geeft afwezigheid cremasterreflex
  • pijn neemt af bij omhooghouden testis bij epididymitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
56
Q

hoe snel torsio testis behandelen

A

binnen 6h, anders niet vitale testis tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
57
Q

Voor galstenen wanneer hogere kans - 4F

A

forty–the age over 40 years of age; female–sex; fertile–fertility; fat—obesity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
58
Q

Koliekpijn

A

Bewegingsdrang en pijnvrije periode. Bij holle organen (buisjes) door knijpen
zakt weer af na tijdje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
59
Q

pancreatitis symptomen

A

pijn aan buik en rug precies er achter, maar niet rondom
foetushouding
misselijkheid
braken
koorts
geen diarree of gewichtsverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
60
Q

Galwegafwijking lab

A

gamma gt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
61
Q

Pancreatitis lab

A

lipase hoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
62
Q

Darmischemie lab

A

lactaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
63
Q

Shock effecten

A

eerst hartslag omhoog om te compenseren, dan bloeddruk omlaag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
64
Q

Onderverdeling galsteenlijden

A
  • Choledocholithiasis
  • Cholecystolithiasis
  • Cholecystitis
  • Cholangitis
  • Biliaire pancreatitis – helemaal onderaan, alles afgesloten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
65
Q

waar wijst Loslaatpijn, Defense musculaire op

A

prikkelnig peritoneum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
66
Q

wat verwacht je bij darm perforatie

A

harde buik (door ontlasting of iets in buik) en constante pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
67
Q

Cholecystolithiasis symptomen, LO, lab en beeldvorming

A
  • Symptomen: niks of biliaire koliekpijn soms naar re schouder, uitgelokt door maaltijden, misselijk en braken, bewegingsdrang
  • LO: niks
  • Labwaarden: niks
  • beeldvorming: echo
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
68
Q

choledocholithiasis symptomen, LO, lab en beeldvorming

A
  • symptomen: pij re bovenbuik, ontkleurde ontlasting, donkere urine, icterus
  • LO: icterus
  • Labwaarden: gamma gt, alkalisch fosfatase (cholestatisch lab). in begin ALAT ASAT hoog
  • Beeldvorming: Echo, ERCP (voornamelijk!)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
69
Q

Acute cholecystitis symptomen, LO, lab en beeldvorming

A
  • symptomen: koorts, pijn re bovenbuik (langdurig), misselijk, braken
  • LO: murphey sign (niet mcburney), peritoneale prikkeling, koorts
  • Labwaarden: CRP, leukocytose
  • Beeldvorming: echo, anders CT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
70
Q

cholangitis symptomen, LO, lab en beeldvorming

A
  • symptomen: charcots triad - pijn rechter bovenbuik continu, koorts, cholestase. reynolds pentad - shock. icterus en koude rillingen
  • LO: icterus, shock, zieke indruk
  • Labwaarden: CRP, leukos, leverenzymen
  • Beeldvorming: echo, anders CT
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
71
Q

Secretoire diarree

A

meer uitgescheiden dan opgenomen. Kan bloed bij, daardoor anemie
oorzaak bacteriele toxines (cholera, stafylokokken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
72
Q

Osmotische diarree

A

hoge concentratie daar gaat water naar toe. oorzaak sorbitol, lactoseintolerantie, wordt minder bij vasten. verder bij virale infectie/laxantia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
73
Q

Excudatieve diaree

A

door ontsteking niet goed opnemen zoals pancreasinsuff of coeliakie, crohn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
74
Q

Motiliteits diarree

A

meer beweging
door hyperthyreoidie, medicatie, vagusdisfunctie, darmresectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
75
Q

waarmee stel je het tumorstadium van darmkanker vast, en waarmee de uitzaaiingen?

A

TNM colon door MRI vaststellen, niet PETCT. Metastasen op afstand met CT thorax abdomen, niet PETCT. Is omdat lever altijd activiteit heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
76
Q

geeft colontumor links of rechts meer klachten

A

Tumor links colon meer klachten omdat rechts nog uit kan rekken, links veel minder. Ook omdat ontlasting minder vast is, en grotere diameter. Links ook veel sneller symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
77
Q

Histaminerg angio oedeem onder 40j

A
  • Niet erfelijk
  • Ontstaat snel
  • Hoofd/hals
  • Soms urticaria
  • Reageert op antihistaminica
  • Kan op elke leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
78
Q

Hereditair angio oedeem onder 40j

A
  • Autosomaal dominant
  • Ontstaat traag
  • Asymmetrisch overal
  • Geen urticaria
  • Geen reactie op antihistaminica
  • Onder 18 vaak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
79
Q

Nadelen ct

A
  • Duur
  • Straling
  • Dunne patiënten nadeel
80
Q

nadelen echo

A
  • Obesitas
  • Kan niet bot en gas bekijken
  • Minder overzicht
81
Q

Vanaf welk CRP aanvullend onderzoek doen wanneer appendix op echo niet zichtbaar is?

A

50 – dan ct

82
Q

moet je nog onderzoek doen wanneer niersteen klinisch zo duidelijk is obv kliniek?

A

dan alleen ct wanneer je wilt zien waar de steen zit. Voordelen: nietstenen zichtbaar, locatie en grootte stenen zichtbaar (niet op echo), goed overzicht. Maar geeft tunnelvisie! En daarnaast wat als het niet zichtbaar is?

83
Q

Welke ct setting bij maken bij verdenking nierstenen

A

botwindow want is gecalcificeerd. Daarna wekedelen voor urether beoordeling. Zonder contrast omdat steen zelf ook wit is, soms hele nier
Steen – blanco
Hydronefrose – blanco
Nieren bekijken – contrast

84
Q

symptomen AAAA (aneurysma aorta abdominalis)

A

acute epigastrio pijn uitstralend naar rug, vg hypertensie, hoge pols, lage bloeddruk, hoog CRP, hoog leukos

85
Q

onderscheid maken aneurysma geruptuurd of niet op ct

A

Donkere cirkel er om heen is aneurysma met thrombus, midden is witter want daar is het contrast – gescheurd aneurysma bij A waarbij lumen los is, minder ernstig.

86
Q

ZSAS HIER
ZSA: Differentiaal diagnostisch denkkader bij buikpijn
Toetsen en testen (buikpijn)
ZSA: De werkdiagnose bij casuïstiek?? misschien niet

A

JO

87
Q

Diarree definitie

A

3 of meer keer in 24h lozen van ongevormde ontlasting

88
Q

Acute diarree definitie

A

tot 2 weken

89
Q

Chronische diarree oorzaken intestinaal

A

o ontsteking/infectieus (zelden bacterieel),
o ontsteking niet infecteus zoals CU, diverticulitis, crohn
o malabsorptie door steatorroe door pancreas, candidiasis, pathologische darmflora, ziekte van whipple, osmotische diarree door lactase deficientie

90
Q

Chronische oorzaken diarree niet intestinaal

A

o hyperthyreoidie
o DM
o medicamenteus

91
Q

Bacteriele veroorzakers diarree

A

campylobacter jejeni, salmonella, shigella, shigatoxine producerende E coli (STEC), clostridium difficile, yersinia enterocolitica

92
Q

Virale veroorzakers diarree

A

norovirus en rotavirus

93
Q

Parasitaire veroorzakers diarree

A

cryptosporidium parvum, giardia lamblia

94
Q

Mechanismen van verwekkers voor veroorzaken diarree

A

Resorberend oppervlak beschadigen (brush border) waarin disachariden zich bevinden, nodig voor de afbraak van koolhydraten
Door de vorming van enteotoxinen – minder resorptie en toegenomen secretie in vnml dunne darm
Door invaie en beschadeging enterocyten in terminale ileum en colon – ontstekingsreactie met bloed en pus/slijm (dysenterie)
Infecteren enterocyten – afgestoten, vervangen door minder goed dedifferentieerde cellen, minder resorberend

95
Q

Voedselvergiftiging oorzaak

A

door bacterie gevormde toxines binnen enkele uren. Bij infectieus is langer (1-3d)

96
Q

Toxische diarree veroorzakers)

A

s aureus, baccilus cereus, clostridium perfringens, E coli, vibrio cholerae (buiten NL

97
Q

Infecteuze diarree veroorzakers

A

salmonella, shigella, E coli, campylobacter jejuni, yersinia enterocolitica, rotavirsu, norovirus, enterovirus, adenovirus en andere giardia lamblia, entamoebe histolytica (buiten NL), cryptosporidium, microsporidium

98
Q

PMC (pseudomembraneuze collitis)

A

veroorzaakt door clostridium difficile, kan toxisch megacolon en colonperforatie geven

99
Q

Waarbij komt c difficile infectie het meeste voor?

A

in het ziekenhuis bij gebruik van dlindamycine, cefalosporinen en amoxicilline door veranderingen in intestinale flora

100
Q

Norovirus kenmerken

A
  • Wordt verspreid van mens-mens maar ook via water, voedsel of besmette omgeving
  • Zorgt nogal eens voor epidemie in zorginstelling
  • Overal ter wereld een van de meest voorkomende oorzaken van gastro-enteritis
101
Q

verschil crohn en CU

A

Ziekte van crohn kent vernauwingen, fistels en granulomen en kan in hele spijsverteringskanaal voorkomen (vooral laatste deel dunne darm en eerste deel dikke darm)
Bij CU zijn er vrijwel geen vernauwingen, fistels en granulomen en dit komt alleen in colorectum voor
Bij beide ziektes komen kunnen andere delen van lichaam ook aangedaan zijn, zijn er darmontstekingen, komen tussen 15-30 aan het licht, komen in sommige families vaker voor en de oorzaak is onduidelijk

102
Q

Op welke locatie vindt lactose malabsorptie plaats?

A

Mucosale spijsvertering

103
Q

Coeliakie kenmerken

A
  • Darmspruw genoemd
  • Afwezigheid slijmvliesvilli bij endoscopie
  • Kan op vele wijzen manifesteren, zowel in eerste levensjaren als op volwassen leeftijd
104
Q

waar wordt Misselijkheid en braken gereguleerd

A

hersenstam

105
Q

Via waar wordt braakcentrum geactiveerd bij metabole afwijkingen?

A

Chemoreceptor trigger zone

106
Q

Welke zenuwen worden geactiveerd bij braken

A

n phrenicus, spinale zenuwen (dwarsgestreept spierweefsel buikwand en thorax), n vagus (larynx en farynx)

107
Q

Effect NSAID op maag

A

maaglijm bestaat uit polymeren van glycoproteinen die veel water kunnen opnemen en gel vormen. HCO3 uit slijmbekercel neutraliseert HCL. Prostaglandine stimuleren de vroming hiervan maar prostaglandine wordt geremd door salicylaten en NSAIDs
Oesophagitis ontstaat door reflux

108
Q

Reflux, zuurbranden, oprispen

A

het terugstromen van maagzuur in de slokdarm, geeft retrosternale pijn en of zuur in keel/mond

109
Q

Dyspepsie

A

continu of terugkerende klachten van pijn of onaangenaam gevoel in bovenbuik, al dan niet gepaard gaande met misselijkheid, opboeren of een opgeblazen gevoel

110
Q

Uitscheiding bilirubine

A

gebonden aan albumine, in de lever geconjugeerd. In de darm wordt het omgezet naar urobilinogeen. Een deel hiervan wordt uitgescheiden, een ander deel geabsorbeerd

111
Q

Wat is verhoogd bij een prehepatische oorzaka van icterus?

A

Ongeconjugeerd bilirubine

112
Q

Wat is verhoogd bij een posthepatische oorzaak van icterus?

A

geconjugeerd bilirubine

113
Q

Non hepatische oorzaken icterus

A

hemolyse hematoom resorptie van hematoom

114
Q

Intrahepatische oorzaken icterus

A

cirrose, hepatitis (viraal/toxisch/autoimmuun), intrahepatische cholestase (geneesmiddel, kanker, immuun), bilirubineconjugatiestoornis (syndroom van gilbert, ziekte vna grigler-najjar)

115
Q

Extrahepatische oorzaken icterus

A

obstructie ductus hepatocholedochus (galsteen, kanker, primair sclerotiserende cholangitis, pancreatitis, overige structuren)

116
Q

Wat verwacht je bij pre hepatische oorzaak icterus als lab

A

indirect bili hoog
direct niet
urine licht
ontlasting donker
oorzaak vaak hemolyse

117
Q

Wat verwacht je bij hepatische oorzaak icterus lab

A

Indirect bilirubine hoog
Direct bilirubine hoog
Urine donker
Ontlasting licht
Leverziekten vaak oorzaak

118
Q

Wat verwacht je bij post hepatische icterus lab

A

indirect bilirubine laag
Direct hoog
Urine donker
Ontlasting licht
Galsteen tumor

119
Q

Parietale pijn

A

nociceptieve pijn veroorzaakt door prikkeling van de gevoelszenuwen van het parietale, de buikwand bekledende peritoneum. Duidelijk begrensd en scherp, stekend of kloppend, kan gepaard gaan met hogere spierspanning en wordt verergerd door stimulatie, drukverhoging en beweging.

120
Q

Viscerale pijn

A

nociceptieve pijn die voortkomt uit de darm of een ander orgaan. Het orgaan is niet gevoelig maar treed op als visceraal peritoneum er omheen uitgerekt wordt of de spieren van een hol orgaan zich samentrekken. Is niet duidelijk gelocaliseerd, borend, drukkend of krampend. Gaat vaak samen met vegetatieve verschijnselen. Meestal in de midline

121
Q

Reffered pain

A

pijn ver van betrokken orgaan door dermatoom dat op het zelfde ruggenmergniveau projecteert

122
Q

Niet urgente ziektes acute buik

A
  • Niet specifieke buikpijn
  • Gastroenteritis
  • Inflammatoire darmziekten
  • Lever, pancreas en gal problematiek
123
Q

Levensbedreigende ziektes acute buik

A
  • Aorta aneurysma
  • Darm ischemie
  • Darm perforatie
124
Q

Urgente ziektes acute buik

A
  • Acute appendicitis
  • Acute diverticulitis
  • Darm obstructie
  • Cholecystitis
  • salpingitis
    urgent = binnen 24h gestart
125
Q

Meest naar minst voorkomend buikklachten

A
  • Acute appendicitis
  • Acute diverticulitis
  • Obstructie
  • Cholecystitis
  • Acute pancreatitis
  • ischemie
126
Q

HU waarde

A

hoe wit iets is

127
Q

Contrastreactie

A

anafylactisch, kan leiden tot shock. Hierbij tabel volgen

128
Q

Van waar tot waar loopt een ct abdomen

A

boven diafragmakoepels tot onder os ischii, inademen om diafragma lager te krijgen, scangebied kleiner

129
Q

Voordelen mri

A
  • Geen stralen
  • Hoogste sensitiviteit en specificiteit van alle onderzoeken
130
Q

Nadelen mri

A
  • Duur
  • Kost veel tijd
  • Specifieke protocollen voor specifieke diagnoses
131
Q

Ontstoken appendix echo kenmerken

A
  • Groot (meestal boven 7mm)
  • Niet comprimeerbaar
  • Vetinfiltratie
  • Vetinfiltratie
  • Doppler +++ of –
  • Niet mobiel
132
Q

Normale appendix echo kenmerken

A
  • Klein (onder 7 mm meestal)
  • Compressie mogelijk
  • Geen vetinfiltratie
  • Doppler +
  • Mobiel
133
Q

Welk onderzoek beste voor appendicitis

A

MRI en CT beide even goed, echo mist er soms een paar

134
Q

symptomen geruptureerd aneurysma

A

Zeer hevige pijn onderin buik, zwelling mediaanlijn, lage bloeddruk

135
Q

coeliakie persoonskemerken en begeleidende symptomen

A

jonge kinderen en vrouwen
Gewichtsverlies bij
volwassen of failure to thrive
bij kinderen, steatorroe,
anemie, invloed dieet op
buikpijn, soms braken

136
Q

prikkelbare darm syndroom persoonskemerken en begeleidende symptomen

A

jong volwassenen, meer vrouwen
Wisselend: diarree, obstipatie, of combinatie geen gewichtsverlies ,opgeblazen gevoel

137
Q

obstipatie persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
zelden overloopdiarree

138
Q

Diverticulose –(itis) persoonskenmerken en symptomen

A

over 40j
Zelden diarree, soms
bloedbijmenging, bij –itis
acuut pijn koorts, algehle
malaise
geen gewichtsverlies, linker onderbuik

139
Q

lactose intolerantie persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
vaak diarree, geen
gewichtsverlies, kan
secundair,

140
Q

collitis ulcerosa persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Vaak diarree (bloederig) en
gewichtsverlies

141
Q

ziekte van crohn persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
diarree (bloederig) en
gewichtsverlies

142
Q

infectieuze collitis persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
diarree (bloederig) soms
gewichtsverlies (chronsich)

143
Q

colorectaal carcinoom persoonskenmerken en symptomen

A

boven 50j
Zelden (overloop) diarree,
vaak gewichtsverlies,
veranderd
ontlastingspatroon,
bloedbijmenging
NB ook zelden buikpijn

144
Q

refluxziekte persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Geen diarree of
gewichtsverlies, brandend
maagzuur, oprispingen

145
Q

dyspepsie persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Opgezet gevoel maag,
boeren, misselijk, branden
maagzuur

146
Q

ulcus pepticum persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Opgezet gevoel maag,
boeren, misselijk, branden
maagzuur, braken
met hematemesis

147
Q

galstenen persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen, meer kans obesitas/gewichtsverlies
koliekpijnen, misselijk
braken, RBB
Geen diarree of gewichtsverlies

148
Q

chronische pancreatitis persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Diarree (vettig)
gewichtsverlies mogelijk

149
Q

hepatitis persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Icterus (bij bv hepatitits a), koorts, malaise, misselijk

150
Q

Maligniteit van lever,
galwegen, galblaas,
pancreas persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
geven zelden
buikpijn. Geen diarree, vaak
gewichtsverlies

151
Q

chronische urineweginfectie persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Geen diarree of
gewichtsverlies,
mictieklachten

152
Q

nierstenen persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
koliekpijnen, misselijk en
braken

153
Q

endometriose persoonskenmerken en symptomen

A

pijn rondom de menstruatie

154
Q

uterusmyomen persoonskenmerken en symptomen

A

Anemie, pijn rondom
menstruatie

155
Q

ovariumcysten persoonskenmerken en symptomen

A

misselijkheid, zeurende pijn

156
Q

pelvic inflammatory disease persoonskenmerken en symptomen

A

bij IUD
koorts, slingerpijn,
dyspareunie, fluor evt

157
Q

cervixcarcinoom persoonskenmerken en symptomen

A

post-coïtaal bloedverlies, NB
geeft zelden buikpijn

158
Q

uteruscarcinoom persoonskenmerken en symptomen

A

Hevige vaginaal bloedverlies,
post-coïtaal bloedverlies
geeft zelden buikpijn

159
Q

ovariumcarcinoom persoonskenmerken en symptomen

A

niks

160
Q

angina abdominalis persoonskenmerken en symptomen

A

iedereen
Vaak diarree, geen
gewichtsverlies

161
Q

adhesies persoonskenmerken en symptomen

A

Na operatieve ingrepen,
zeurend van aard vaak geen
bijkomende symptomen

162
Q

buikwandpijn ACNES persoonskenmerken en symptomen

A

Pijn neemt toe bij activiteit
(bukken, stofzuigen), met 1
vinger aan te wijzen,
Misselijkheid bij pijn

163
Q

abdominale migraine persoonskenmerken en symptomen

A

Misselijkheid en braken

164
Q

herpes zoster persoonskenmerken en symptomen

A

boven 60j
prodromale verschijnselen
Algehele malaise, veel pijn,
misselijkheid, blaasjes

165
Q

perihepatitis symptomen

A

uitstralende pijn, vastzittend aan de ademhaling

166
Q

subfrenisch abces symptomen

A

RBB, piekende koorts

167
Q

gastro enteritis symptomen

A

Vaak diarree, geen gewichtsverlies, koorts,
dehydratie

168
Q

reflux symptomen

A

Geen diarree of gewichtsverlies, pijn epigastrio,
oprispingen

169
Q

ileus symptomen

A

stille buik, obstipatie, misselijkheid, braken

170
Q

maagperforatie symptomen

A

hematemesis

171
Q

Galblaasperforatie symptomen

A

Geen diarree of gewichtsverlies

172
Q

Obstructie door hernia,
tumor, intussusceptie,
volvulus, torsie symptomen

A

Zelden (overloop)diarree, geen gewichtsverlies

173
Q

Urolithiasis symptomen

A

Koliekpijnen, flankpijn

174
Q

beklemde) hernia inguinalis symptomen

A

misselijkheid, brakne

175
Q

Pyelonefritis/
urineweginfectie

A

Geen diarree of gewichtsverlies, koorts, pijn
flanken, klachten van een UWI, algehele malaise

176
Q

Epididymitis/ orchitis/ torsio
testis symptomen

A

Geen diarree of gewichtsverlies, acuut begin,
klachten van een UWI, misselijkheid braken,
koorts

177
Q

Acute blaasretentie symptomen

A

Niet kunnen plassen of enkel kleine beetjes, of
hematurie

178
Q

Hydronefrose symptomen

A

koliekpijn

179
Q

Extra uteriene graviditeit symptomen

A

zwangerschap, vaginaal bloedverlies, misselijk
braken

180
Q

Peri-hepatitis symptomen

A

Pijn RBB, vastzittend ademhaling

181
Q

Acuut aneurysma aortae
abdominalis symptomen

A

Geen diarree of gewichtsverlies, vegetatieve
verschijnselen, shock

182
Q

Dissectie abdominale aorta symptomen

A

Geen diarree of gewichtsverlies, misselijk
braken, vegetatieve verschijnselen, scheurende
pijn

183
Q

mesenteriaal thrombose symptomen

A

Soms diarree, gewichtsverlies, pijn gerelateerd
aan eten, algemene vasculaire problematiek

184
Q

diverticulitis onderzoek en behandelen

A

lab (CRP, leukos), CT
voedsel onthouding, vocht, ab, soms chirurgie

185
Q

salmonella/shigellose incubatietijd, diagnose en behandeling

A

8 uur tot 2 dagen (shigellose 1-3d)
kliniek, kweek, pcr, soms bloedkweek
ors, loperamide (shigellose ciprofloxazine bij ernstig)

186
Q

yersinia incubatie, diagnose en bhenadeling

A

3-7d
buikpijn en enteritis
feceskweek en pcr
fluorchinolonen

187
Q

campylobacter incubatie, symptomen, diagnose, behandeling

A

2-4d
hoofdpijn, verward, misselijk, waterdunne diarree
klinisch beeld, kweek, pcr, bloedkweek
zout en vocht, azitro bij ernstig

188
Q

erysipelas/cellulitis verwekker, incubatie, symptomen, diagnose, behandeling

A

erysypelas door pyogenes, cellulitis door s aureus/a strep
1-2d
ery is roder en pijnlijker met blaar
kliniek en lab
penicilline en druk

189
Q

fasciitis necroticans/gasgangreen verwekker, incubatie en behandeling

A

door a pyogenes/clostridium
uren tot dagen/2-4d
clindramycine (en peni bij gas) en chirurgie

190
Q

incubatietijd tropishce muggenziektes

A

malaria 12-17d
gele koorts 2-9d
dengue 5-14d
chikungunya 1-12d
zika 3-12d

191
Q

ebola/marburg incubatietijd

A

2-21d

192
Q

leptospirose incubatie, symptomen, diagnose, behandeling

A

2-30d
hoofdpijn, rillerig, spierpijn, donkere urine, icterus, sufheid, tachycardie, hypoten, conjunctivitis, hepatomegalie, nekstijf
kliniek, bloed, urine, liquor, serologie, lab
penicilline, dialyse indien nodig

193
Q

schistosomiasis incubatie, symptomen, diagnose, behandeling

A

14-84d
koorts, hepatomegalie, eosinofilie, urticaria, diarree met bloed of slijm, oesaphagus varices, hematurie
kliniek, feces eieren, urine, rectumbiopt
praziquantel en soms cortico

194
Q

perihepatitis

A

pijn gebonden aan ademhaling, koorts, malaise

195
Q

diverticulitis symptomen

A

misselijk, braken, soms diarree

196
Q

ileus symptomen

A

misselijk, braken, geen diarree