OKC 9 Hygiëne in het ziekenhuis Flashcards

1
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘contact’ toe?

A

Overdracht via (in)direct contact

Voorbeelden: MRSA verdacht, MRGNS, Clostridium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘contact’?

A

Isolatiejas
chirurgisch masker
muts
handschoenen

PBM dragen tot na de schoonmaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘contact-plus’ toe?

A

Overdracht via (in)direct contact

Voorbeelden: VRE, Noro, Carbapenemase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘contact-plus’?

A

Isolatiejas
chirurgisch masker
muts
handschoenen

PBM dragen tot na de einddesinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘druppel’ toe?

A

Overdracht via (in)direct contact en/of via druppels in de lucht (< 1,5 meter)

Voorbeelden: Virale luchtweginfecties o.a. influenza, RS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘druppel’?

A

Isolatiejas
FFP 1 masker bij risicovolle handeling met aerosolvorming
spatbril bij risicovolle handeling met aerosolvorming
muts
handschoenen

PBM dragen tot na de schoonmaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘druppel-plus’ toe?

A

Overdracht via (in)direct contact en/of via druppels in de lucht (< 1,5 meter)

Voorbeelden: Covid-19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘druppel-plus’?

A

Isolatiejas
FFP 2 masker bij risicovolle handeling met aerosolvorming
spatbril bij risicovolle handeling met aerosolvorming
muts
handschoenen

PBM dragen tot na de einddesinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘strikt’ toe?

A

Overdracht via (in)direct contact en o.a. huidschilfers door de lucht

Voorbeelden: MRSA, MR Acetinobacter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘strikt’?

A

Isolatiejas
FFP 1 masker bij risicovolle handeling met aerosolvorming
spatbril
muts vervangen na uittrekken PBM
handschoenen

PBM dragen tot na de einddesinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘strikt-viraal’ toe?

A

Overdracht via (in)direct contact en aërogeen via de lucht

Voorbeelden: Waterpokken, gordelroos, mazelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘strikt viraal’?

A

Isolatiejas
FFP 1 bij waterpokken of gordelroos
FFP 2 bij mazelen of monkeypox
spatbril
muts
handschoenen

PBM dragen tot na de einddesinfectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer pas je de isolatievorm ‘aerogeen’ toe?

A

Aërogeen via de lucht

TBC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke maatregelen moeten worden getroffen bij de isolatievorm ‘aerogeen’?

A

FFP2 masker
muts

15 minuten na vertrek van de patiënt kan de OK zonder FFP2 masker betreden worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Ziekte die over een langere tijd met een constante frequentie voorkomt in een bevolking

A

Endemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Epidemie die zich uitstrekt over meerdere werelddelen

A

Pandemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Binnen een korte tijd veel meer ziektegevallen dan het endemisch niveau in een bepaald gebied

18
Q

Mortaliteit

A

Sterftecijfer

19
Q

Morbiditeit

A

Voorkomen van een ziekte

20
Q

Incidentie

A

Nieuwe ziekte gevallen

21
Q

Prevalentie

A

Bestaande ziektegevallen

22
Q

Virulentie

A

Een maat voor het ziekmakend vermogen van micro-organismen

23
Q

Benoemen van meest voorkomende ziekenhuis infecties

A

Postoperatieve wondinfectie (POWI)
Urineweginfectie
Pneumonie (luchtweginfectie)
Sepsis (bloedbaanvergiftiging)

24
Q

Betekenis EBSL

A

Geen bacterie maar een enzym dat bij bepaalde bacteriën voorkomt, kan bepaalde soorten antibiotica afbreken

25
Betekenis MRSA
Meticilline resistente staphylococcus aureus
26
Grootste pathogeen van POWI’s
Staphylococcus aureus
27
Waar vind je de staphylococcus aureus?
Commensale bacterie vooral op de huid en in de neusholte
28
Oorzaken opportunistische infectie van staphylococcus aureus
Verminderde afweer Beschadiging van de huid of slijmvliezen (operatie)
29
Waar/ bij wie komt MRSA vaker voor?
Verminderde afweer Veehouders Opname in het buitenland Asielzoekerscentra
30
Oorzaken opportunistische infectie van enterokokken
Intravasculaire of blaaskatheter Verminderde afweer
31
Bekende enterobacterie
E. coli
32
Veelvoorkomende opportunistische infecties met entero-bacteriën (2)
Urineweginfectie Luchtweginfectie
33
Waar vind je de pseudomonas aeruginosa?
Normaal niet aanwezig in het menselijk lichaam Opportunistische infectie kan plaatsvinden bij contaminatie van medische apparatuur
34
Hoe staat de streptococcus pyogenes ook wel bekend?
Vleesetende bacterie
35
Preventieve maatregelen om POWI's te voorkomen (4)
Antibioticaprofylaxe Preoperatief behandelen van infectie elders in het lichaam Preoperatief verwijderen van haar alleen om chirurgische technische redenen Perioperatieve normothermie
36
Betekenis macro-niveau
Effect van een infectie op de maatschappij
37
Meso-niveau
Effect binnen het ziekenhuis
38
Micro-niveau
Effect voor de patiënt
39
Welke 2 infecties worden niet geregistreerd als POWI?
Ontstekingen rond hechtingen, deze infectie wordt als huidinfectie geregistreerd Geïnfecteerde brandwonden
40
Wat is de PREZIES-surveillance?
PREZIES wil de kwaliteit van zorg in ziekenhuizen bevorderen door het optreden van ziekenhuisinfecties en hun risicofactoren terug te dringen. Dit gebeurt o.a. door het invoeren en onderhouden van gestandaardiseerde surveillance van ziekenhuisinfecties in ziekenhuizen. Hierdoor krijgt men inzicht in de frequentie van ziekenhuisinfecties binnen de eigen instelling.
41
De wetenschap die frequenties van het voorkomen en de verspreiding van ziekten binnen en tussen populaties bestudeert
Epidemiologie
42
Pathogeniteit
Het mechanisme van het ziekmakend vermogen van micro-organismen