OKC 12 Stralingstoestel op de operatiekamer Flashcards

1
Q

Het in beeld brengen van organen, het skelet of weke delen met behulp van röntgenstraling

A

Doorlichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verwijst naar hoeveel straling wordt opgenomen door verschillende weefsels

A

Absorptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Veranderingen in de richting van de straling

A

Verstrooiing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Heeft te maken met de schaal van het beeld dat wordt geprojecteerd op de detector

A

Vergroting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Groot deeltje
Dringt niet ver door van buiten in het lichaam
Eenmaal binnen kan het grote schade veroorzaken

A

Alfa straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Komt verder in het lichaam, maar kan alleen gemeten worden als het aan de oppervlakte zit

bijvoorbeeld bij schildklierdiagnose of -therapie

A

Betastraling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Komt makkelijk door materiaal heen, ook na een dikke plak lood kan er nog een klein deel over zijn

Makkelijk te meten, daardoor geschikt voor diverse vormen van diagnostiek

A

Gamma en röntgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Elektromagnetische velden en optische straling, zoals radiofrequente of microgolfvelden, laser-, ultraviolet- en infraroodstraling, zijn vormen van niet-ioniserende straling.
Onvoldoende energie om schade aan cellen en celstructuren te veroorzaken.

A

Niet ioniserende straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Heeft voldoende energie om schade aan cellen en celstructuren te veroorzaken.
Straling uit een röntgentoestel kan elektronen losmaken van atomen. Deze elektronen kunnen vervolgens schade veroorzaken in DNA of cel-structuren.

A

Ioniserende straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel straling ontvangt gemiddeld persoon per jaar?

A

3msv per jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar is de stralingsbescherming van medewerkers op de OK op gebaseerd?

A

Voorkomen van weefselreacties (deterministische effecten)

Minimaliseren van kans gebonden effecten (stochastische effecten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorbeelden van deterministische effecten?

A

Weefselreacties zoals necrose of dermatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn voorbeelden van stochastische effecten?

A

DNA mutaties > kanker, genetische effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke regels omtrent stralingsbronnen staan in de KeW?

A

Rechtvaardigheidsprincipe (alleen blootstellen aan straling als dat echt nodig is)

ALARA (dosis is zo laag mogelijk met voldoende beeldkwaliteit)

Dosislimieten (niet-blootgestelde zorgprofessionals mogen maximaal 1 mSv op jaarbasis ontvangen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wettelijke dosisbeperking na melden van een zwangerschap

A

1mSv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar in het lichaam is de dosisbeperking hoger?

A

De extremiteiten

17
Q

Wat doe je met de afstand van de detector t.o.v de patiënt voor een lagere blootstelling aan straling?

A

Afstand patiënt en detector minimaliseren

18
Q

Kan je beter aan de kant van de detector of de röntgenbuis staan?

A

Detector, schuin

19
Q

Wat is de kwadratenwet?

A

Kwadratenwet = Één stap achteruit levert al snel een flinke dosisreductie. Als je je afstand tot de bron verdubbelt wordt de dosis 4 x zo laag

20
Q

Als je drie stappen naar achteren zet, hoeveel lager wordt de dosis?

A

9 x zo laag

21
Q

Wat betekent diafragmeren?

A

Alleen in beeld brengen wat nodig is, omliggend weefsel wordt zo niet bestraald en kan geen strooistraling genereren

22
Q

Wat is RIE? Risico inventarisatie en evaluatie

A

Bepalen wat de mate van blootstelling is voor alle betrokkenen en welke stralingsbeschermingsmaatregelen genomen kunnen worden.
Van alle handelingen met röntgentoestellen worden de gegevens uitgevraagd en verzameld. Met een schematische voorstelling van de praktijk wordt bepaald wie wanneer bij welke handeling blootgesteld kan worden.
Dient onder de dosislimieten te blijven.

23
Q

Deeltjesstraling, positief geladen heliumkernen

A

Alfa straling

24
Q

Negatief of positief geladen deeltjes

A

Beta straling

25
Q

Energiepakketjes

A

Gamma-/ röntgenstraling

26
Q

Als je de kV (kilovolt) / buisspanning verhoogt, wat gebeurt er dan met het beeldcontrast en de beeldruis?

A

Lager beeldcontrast

Minder beeldruis

27
Q

Als je de mA / buisstroom verhoogt, wat gebeurt er dan met de beeldkwaliteit?

A

Betere beeldkwaliteit

28
Q

Als je de tijd verhoogt, wat gebeurt er dan met de beeldruis?

A

Meer beeldruis

29
Q

Uitgangspunten van stralingsbescherming

A

Rechtvaardiging
Optimalisatie
Dosislimieten

30
Q

Hoe kan je de stralingsbescherming optimaliseren?

A

Tijd (doorlicht tijd zo kort mogelijk)
Afstand (tussen beeldversterker - patiënt)
Afscherming

31
Q

Wat is de dosislimiet voor een blootgestelde medewerker categorie B?

A

6 mSv per jaar

32
Q

Wat is de dosislimiet voor een blootgestelde medewerker categorie A?

A

20 mSv per jaar