NW: Druk Flashcards

1
Q

Wat is de druk? (p)
SI-eenheid:

A
  • De druk is de verhouding tussen de uitgeoefende kracht (F) en het contact oppervlak (A)
  • N/m² (Pascal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Druk in formule?
kracht formule?

A
  • p = F/A
  • F = m . g
    (g= 9,81N/kg)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je bekomt een grote druk door een grote kracht uit te oefenen

A

op een klein contactoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

je bekomt een kleine druk door een kleine kracht uit te oefenen

A

op een groot contactoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Grootheid:
Druk (p) =
kracht (F) =
oppervlakte (A) =
massa (m) =
zwaarteveldsterkte (g) =

A

Eenheid:
- Pascal Pa
- Newton N
- vierkante meter m²
- kilogram kg
- newton per kilogram N/kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de gasdruk?

A

De druk die de botsende gasdeeltjes veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de normdruk?

A

Is de gemiddelde luchtdruk op zeeniveau bij 0°C = 1013 hPa (101 300 Pa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe hoger je gaat in de lucht, hoe?

A

Hoe kleiner de luchtdruk wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

meettoestel luchtdruk:
meettoestel gassen:

A
  • barometer
  • manometer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is onderdruk?

A

Ontstaat wanneer de gasdruk lager is dan de normdruk.
bv: vaccuum verpakken, zuignap, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de overdruk?

A

Ontstaat wanneer de gasdruk groter is dan de normdruk.
Bv: fietsband oppompen, deodorant, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de hydrostatische druk?

A

druk in een vloeistof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hydrostatische druk is afhankelijk van:

A
  • hoogte/diepte
  • massadichtheid/soort vloeistof
  • zwaarteveldsterkte (9,81 N/kg)
  • atmosferische druk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Symbool totale druk:
SI-eenheid:
Formule:

A
  • ptot
  • Pascal (Pa)
  • A) ptot = patm + phydr
    B) ptot = patm + pvl.g.hvl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het hydraulisch systeem?
Formule:

A
  • Je kan een kleine kracht omzetten in een grote kracht, de druk blijft gelijk.
  • P1 = P2 en F1/A1 = F2/A2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe bereken je F1?

A

F2.A1/A2

17
Q

Hoe bereken je F2?

A

F1.A2/A1

18
Q

Hoe bereken je A1?

A

F1.A2/F2

19
Q

Hoe bereken je A2?

A

A1.F2/F1

20
Q

Wat is het beginsel van Pascal?

A

De druk in een vloeistof wordt ongewijzigd door gegeven doorheen de hele vloeistof in gelijke maten.