Aard: versterkt broeikaseffect Flashcards

1
Q

Op welk deel van de stralingsbalans hebben broeikasgassen afkomstig van menselijke activiteiten een invloed?

A

Ze houden een extra deel van de warmte-uitstraling van het aardoppervlak en de atmosfeer tegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke invloed heeft de olieraffinaderij op het natuurlijke broeikaseffect en de temperatuur op aarde?

A

De raffinaderij stoot gassen uit die het broeikaseffect versterken. Daardoor stijgt de temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De stralingsbalans is uit evenwicht:

A

Door de extra broeikasgassen w. er meer v.d. uitgestraalde warmte v.h. aardopp. e.d. atmosfeer tegengehouden. Hierdoor warmt de onderste laag van de atmosfeer op. De versterking v.h. natuurlijke broeikaseffect heet het versterkte broeikaseffect.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe evolueerde de CO2-uitstoot sinds 1750 tot nu?

A

weinig uitstoot tot 1850, dan een licht stijging en sinds 1930 een sterke stijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke 3 economische sectoren stoten de meeste broeikasgassen uit?

A
  • energie productie
  • land- en bosbouw
  • industrie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf het verloop v.d. temp. op aarde sinds het jaar 1000:

A

Er is een lichte temperatuurdaling tot ongeveer 1900. Daarna stijgt de temp. snel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke evolutie in de temp. voorspelt het IPCC in de 21e eeuw?

A
  • Land warmt meer op dan water.
  • De poolgebieden warmen meer op dan andere plaatsen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

1) Welke 3 landen hebben in totaal sinds 1750 het meeste CO2 uitgestoten?
2) Kennen deze landen ook de grootste temp.stijging?

A
  • VS, China en Rusland
  • Nee, winden verspreiden de CO2 overal op aarde.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1) Welk verband is er tussen inkomen en CO2-uitstoot per inwoner?
2) Hoe verklaar je dat?

A
  • Hoe hoger de inkomen, hoe meer CO2-uitstoot
  • inkomen ->(+)
    consumptie ->(+)<- productie
    –>(+) CO2-uitstoot ->(+) opwarming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Door de menselijke uitstoot van broeikasgassen houdt de atmosfeer meer warmte bij. Hierdoor:

A

versterkt het broeikaseffect en warmt de onderste laag v.d. atmosfeer op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Landen die sterk geïndustrialiseerd zijn en een hoge ontwikkelingsgraad hebben,

A

hebben een relatief grote bijdrage aan de CO2-uitstoot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

1) Welke broeikasgas heeft de hoogste GWP?
2) In welke toepassingen komt dit gas in ons dagelijks leven voor?

A
  • gefluoreerde gassen
  • piepschuim, airco en brandblusser
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke broeikasgas heeft de laagste GWP?

A

CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke uitgestoten broeikasgas draagt het meeste bij aan het versterkte broeikaseffect?

A

CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

CO2 heeft een lage GWP, maar:

A

Het is belangrijker vr. de opwarming v.d. aarde omdat het meeste uitgestoten w. en het heeft de grootste concentratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is GWP?

A

Global warming potential

17
Q

Het global warming potential is een maat die aangeeft:

A

hoe sterk een bepaalde hoeveelheid van een broeikasgas bijdraagt aan de klimaatverandering.