Nu en Later Flashcards

1
Q

Futurologie

A

In de ‘toekomstkunde’ benadert men de toekomst op een wetenschappelijke manier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Trendextrapolatie

A

Hierbij wordt gekeken naar ontwikkelingen, ‘trends’, van de afgelopen jaren. Wanneer de futuroloog aanneemt dat die trends zich in de komende jaren nog wel een poosje zullen voortzetten, kan deze de trend doortrekken naar de toekomst, ‘extrapoleren’, en zo een goede gok maken over de komende jaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Trendbreuken

A

Het grootste risico van trendextrapolaties. Het zijn gebeurtenissen die (bijna) niemand kon zien aankomen, en die een radicale verandering inhoudden (bijv. ontwikkeling van het internet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Robuuste trend

A

Trends die het heel lang volhouden, en die zelfs doorlopen als er radicale veranderingen optreden (zoals snelheidstoename van de communicatie, de schaalvergroting in de politiek en de bedrijven, urbanisatie = trek van mensen naar de steden).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nanotechnologie

A

Een gloednieuwe technische ontwikkeling. Het is een vakgebied dat ernaar streeft om heel kleine apparaatjes te maken, kleiner dan wat je met het blote oog kunt zien: motortjes, machientjes, computertjes, robotjes, energieopwekkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Simulatie

A

‘nabootsing’: de echte wereld, of een stukje ervan, wordt nagebootst op de computer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Model

A

Elk simulatieprogramma maakt gebruik van een model. Een model is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Een plastic bouwpakket van een vliegtuig is ook een model en een landkaart in een atlas, of een portretfoto van de geportretteerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Scenario

A

Het plan voor de gebeurtenissen die in de simulatie gaan plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verdubbelingstijd

A

Bijv. bij de groei van bacteriën. De tijd waarin het aantal bacteriën zich verdubbelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ongeremde groei

A

Wanneer er geen enkele oorzaak is waardoor de groei (van bijv. bacteriën) wordt gehinderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Exponentiële groei

A

Een ongeremd groeiproces is exponentiële groei, omdat het wiskundig beschreven kan worden met een exponentiële functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Trendverschuiving

A

Van bijv. constante groei naar een evenwicht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geremde groei

A

Logistische groei. Het groeitempo (van bijv. de mensheid) neemt af. Het is het gevolg van grenzen aan het systeem, bijv. een begrenzing in de beschikbare ruimte, het beschikbare voedsel of beschikbare resources of in draagkracht van het milieu.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Zwak geremde groei

A

Kan ontstaan als het mechanisme dat de afremming veroorzaakt zwak en traag is. Bijv. voor de tempstijging op aarde door broeikasgassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Systeemtraagheid

A

De traagheid van het natuurlijke proces waarmee de broeikasgassen uit de atmosfeer verdwijnen. Dat is een element wat vaak lelijk wordt onderschat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ozonlaag

A

De ozonlaag of ozonsfeer is een laag in de stratosfeer, tussen ongeveer 15 en 50 kilometer hoogte,[1] waarin relatief veel ozon aanwezig is. De aardatmosfeer beschermt het leven op aarde door een gedeelte van de schadelijke straling die afkomstig is van de zon tegen te houden. Zo wordt het schadelijkste deel van de ultraviolette straling uit zonlicht tegengehouden door de ozonlaag.

17
Q

Na-ijleffect

A

Wanneer het gevolg van iets ‘na ijlt’. Het gevolg kan nog heel lang voortwoekeren nadat de oorzaak allang verdwenen is.

18
Q

Anticiperen

A

In een voldoende vroeg stadium vooraf ingrijpen om schade voor te zijn.

19
Q

Instorting

A

Wanneer het systeem instort. Als de afremming zo zwak is en zo traag op gang komt, dat het systeem te ver doorschiet en er iets kapotgaat.

20
Q

Thomas Malthus

A

Schreef in 1798 over het gevaar van een exponentiële bevolkingsgroei.

21
Q

Standaardscenario

A

Een ontwikkeling waarin een aantal processen overeenkomen.

22
Q

Club van Rome

A

Opgericht door bezorgde wetenschappers in 1968. Deze groep heeft flink bijgedragen aan het denken over de toekomst.

23
Q

Limits to growth

A

Een rapport / boek van de Club van Rome. Het boek had een enorm effect op de politiek en de publieke opinie, want voor het eerst werden voor een groot publiek de resultaten gepubliceerd van berekeningen met behulp van scenario’s en simulaties.

24
Q

Meadows-model

A

World3 is een omvangrijk model. Het probeert alle mogelijke factoren mee te laten tellen die van invloed zijn op de toekomstige ontwikkeling van de mens. Zoals: uitputting van resources, economische groei, bevolkingsomvang, alfabetisering, milieuschade, de kans op nieuwe olievondsten, verdeling van welvaart, etc.

25
Q

Millennium Ecosystem Assessment

A

Een enorm onderzoek (misschien grootste wetenschappelijke onderzoek ooit) naar de bedreigingen en de kansen die er zijn voor de wereld. De conclusies komen behoorlijk overeen met de uitkomsten van toekomstmodellen zoals dan van Meadows. Er werd bij het onderzoek vooral gekeken naar de diensten die de natuur aan de mens verleent, Men onderscheidt vierentwintig verschillende diensten.

26
Q

Uitruil

A

De intensivering van landbouw, veeteelt en aquacultuur gaat ten koste van de meeste andere diensten.