Duurzaam ondernemen

Question 1

Bedrijfsmissie

Answer 1

Er zijn bedrijven die duurzame ontwikkeling in hun diepste wezen hebben, in de reden waarom ze bestaan, hun missie.

Question 2

Dow Jones Sustainability Index

Answer 2

De Dow Jones Index is voornaamste beursgraadmeter van de aandelenkoersen, die aandacht aan de mvo bezig besteedt. Op de DJSI komen alleen multinationale bedrijven die duidelijk maatschappelijk verantwoord opereren. In 2018 zijn 3 Nederlandse bedrijven aangewezen als ‘industry leader’: Signify (elektrische componenten), Unilever (persoonlijke producten) en DSM (chemie). Opname in de index draagt bij aan een goede bedrijfsreputatie. Plotselinge verwijdering doet het omgekeerde.

Question 3

mvo

Answer 3

Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), duurzaam ondernemen of maatschappelijk ondernemen is een vorm van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de sociale kant (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet): de triple-P-benadering. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft aanbevelingen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen opgesteld, de zogenaamde OESO-richtlijnen. Deze richtlijnen maken duidelijk wat overheden van het gedrag van bedrijven verwachten. Tegenwoordig zijn de Sustainable Development Goals (Duurzameontwikkelingsdoelstellingen) van de Verenigde Naties voor veel ondernemingen leidend in hun (duurzaamheids)verslaggeving.

Question 4

Piramide van Maslow

Answer 4

Een bekend model voor de beschrijving van motieven van individuele mensen, ook goed bruikbaar voor bedrijven.

Question 5

Shareholder value

Answer 5

Zolang de aandeelhouders (shareholders) jaarlijks een leuke winst op hun aandelen ontvangen, zijn ze tevreden.

Question 6

Stakeholder value

Answer 6

In de snel opkomende mvo-opvatting treedt er een paradigmaverschuiving op, die bekend staat als van shareholder naar stakeholder. Een bedrijf heeft een stakeholder value, als het niet alleen voor de aandeelhouders iets oplevert, maar ook voor de belanghebbenden.

Question 7

Verantwoording

Answer 7

Het nemen van verantwoordelijkheid, maar ook het afgerekend worden daarop.

Question 8

Global Reporting Initiative

Answer 8

GRI. Een internationale organisatie voor standaardisatie van mvo-rapportering.

Question 9

Transparantie

Answer 9

Het openbaar maken van interne informatie door bedrijven (doorzichtigheid).

Question 10

Environmental, Social and Governance

Answer 10

ESG. Driedeling die nauw verwant is aan de Triple P. Ze vormen de drie belangrijkste criteria die gebruikt worden om de duurzaamheid en de ethische weerslag van een investering in een bedrijf of in een economisch veld te meten. Zo vormen ze een meetbare verantwoorde investering.

Question 11

Code Tabaksblat

Answer 11

In Nederland betsat het sinds 2004, ook wel ‘Corporate Governance Code’. Aan deze code dienen alle beursgenoteerde bedrijven zich te houden, en dat wordt gecontroleerd.

Question 12

Caux Round Table

Answer 12

CRT. De Caux Round Table is een internationale organisatie van senior business executives die ethisch zakendoen wil bevorderen.

Question 13

Moreel kapitalisme

Answer 13

‘moral capitalism’, of beter: ‘ethisch kapitalisme’

Question 14

Kyosei

Answer 14

Een Japanse term die staat voor: samen leven en werken voor het algemeen welzijn, zodat gedeelde voorspoed kan bestaan tegelijk met gezonde en eerlijke concurrentie.

Question 15

Menselijke waardigheid

Answer 15

De onschendbaarheid en de waarde van ieder persoon is een doel op zich, en niet een middel voor de vervulling van de behoeften van anderen.

Question 16

Duurzaam productontwerp

Answer 16

Je ontwerpt als fabrikant in feite niet een product, maar een levensloop van een product.

Question 17

Rugzakmodel

Answer 17

De hele voorgeschiedenis van een product, wordt de rugzak van zo’n product genoemd. Het idee erachter is dat iemand niet alleen dat product vasthoudt, maar in wezen ook een voorraad grondstoffen optild, een flinke hoeveelheid fabricageprocessen en transport, en dus ook aardolie, aardgas, menselijke inspanning, lozing van gassen in de atmosfeer en van vloeistoffen in rivieren en oceanen, etc.

Question 18

Levenscyclusanalyse

Answer 18

LCA. Technisch en milieu georiënteerde methode. Daarbij wordt geprobeerd om de gevolgen van een bepaald productgebruik volledig te berekenen: de uitputting van voorraden, de schade aan de natuur, de invloed op het broeikasgaseffect, enz.

Question 19

Levenscyclus

Answer 19

Product: winning grondstoffen, productieproces, gebruik door consument, fase waarin het product wordt gerecycled of in delen wordt hergebruikt of weggegooid.

Question 20

Ecopunten

Answer 20

Puntensysteem

Question 21

Eco-indicator

Answer 21

Berekeningsmethode die helpt bij het toewijzen van ecopunten.

Question 22

Life Cycle Cost Analysis

Answer 22

LCCA. Economische methode. Samen met Whole Life Costing (WLC) berekenen ze de totale kostprijs van een product, inclusief de kosten van onderhoud en reparatie en die van verwijdering, sloop, hergebruik, recycling of stort.

Question 23

Integrale gezondheidszorg

Answer 23

‘integrative medicine’: is erop gericht om alle facetten van de zorg, zowel de medische als de psychosociale, op elkaar af te stemmen.

Question 24

Life long learning

Answer 24

Het onderwijsequivalent van het integraal ketenbeheer van de productiebedrijven.

Question 25

Herdefiniëren van de bedrijfsmissie

Answer 25

Bijv: van copying company naar document company. Is voor veel mensen moeilijk, zo niet onmogelijk. Het vraagt lenigheid van geest, het vraagt om het loslaten van gekoesterde gedachten en gevoelens, om het vermogen om buiten bekende kaders te denken. En om lef, om grote onzekerheden aan te kunnen. Bedrijven - en zelfs hele branches - die daar niet in slagen, lopen het risico dat ze verdwijnen.

Question 26

FFEA

Answer 26

Future-Focused Entrepeneurship Assessment (door Roorda zelf). Is een assessmentmethode voor toekomstgericht ondernemen. Volgens FFEA vertonen organisaties (commerciële bedrijven, ngo’s, zorg-, onderwijs- en overheidsinstellingen) de neiging om overwegen te denken en werken vanuit een van de volgende vier perspectieven: nijver, doelgericht, systemisch en holistisch.

Question 27

Toekomstbestendigheid

Answer 27

Heeft alles te maken met het zorgen dat de organisatie om kan gaan met alle veranderingen die toekomst gaat brengen. Veranderingen in de klantvraag, verandering door de technologische revolutie of verandering van de arbeidsmarkt door vergrijzing en nieuwe generaties.

Question 28

Fijnstof

Answer 28

Wordt met name door industrie, verkeer en landbouw in de atmosfeer gebracht en vormt een lelijke bedreiging voor de volksgezondheid. En ook schadelijk voor de economie, onder meer doordat in een aantal landen investeringen in wegen en gebouwen wettelijk verboden zijn in gebieden met een te hoge concentratie aerosolen (fijnstofdeeltjes).

Question 29

Onafweegbaar

Answer 29

Een afweging moeten maken tussen heel ongelijksoortige belangen, tussen zaken die eigenlijk niet te vergelijken zijn.

Question 30

RESFIA+D-model

Answer 30

Hierin zijn competenties samengevat die een goede professional nodig heeft om maatschappelijk verantwoord te werken en waardevolle bijdragen te leveren aan duurzame ontwikkeling. Het bestaat uit zes algemene duurzaamheidscompetenties (R tot en met A). Naast deze algemene competenties is het mogelijk om per afzonderlijke discipline competenties voor duurzame ontwikkeling te onderscheiden: daar is de +D voor.

Question 31

Eed van Hippocrates

Answer 31

Bij studenten die afstuderen in een medicijnenstudie is al jarenlang het besef aanwezig dat ze als professional een ingrijpende invloed gaan uitoefenen op het leven van mensen. Daarom moeten ze bij hun diploma-uitreiking de Eed van Hippocrates afleggen, dat is een plechtige belofte.