November 2020 Flashcards
desk
het bureau
drawer
de lade
object
het voorwerp
pillow
het kussen
sheet (bed)
het laken
closet
de kast
garbage can
de vuilnisbak
broom
de bezem
vacuum
de stofzuiger
carrot
de wortel
bean
de boon
pea
de erwt
kale
de boerenkool
spinach
de spinazie
garlic
de knoflook
lettuce
de sla
cucumber
de komkommer
tomato
de tomaat
melon
de meloen
raspberry
de framboos
berry
de bes
cherry
de kers
bell pepper
de paprika
lemon
de citroen
it depends
het ligt eraan
i got the idea
ik kwam erop
there’s a good chance that…
het zit erin dat…
he’s coming now
hij komt eraan
she’s pulling his leg
zij neemt hem ertussen
i’m for it
ik ben ervoor
he found out (a secret)
hij kwam erachter
we were talking about it
wij hadden het erover
i was wrong
ik zat ernaast
(oral) tradition
de overlevering
to leave (to s.o. on your death)
nalaten
to canonise
heilig verklaren
to end up, land
terechtkomen
to drive to the end of
uitrijden
to turn left
linksaf slaan
madness
de gekte
very much so
in het kwadraat
bargain
het koopje
to haggle
afdingen
to bargain, do a deal
handelen
don’t mention it, you’re welcome
graag gedaan
to honor
eren
the Christian era (AD)
onze jaartelling
to be part of
deel uitmaken van
to ensure
zorgen voor
to enjoy
genieten
to cry
huilen
to discover
ontdekken
to develop
ontwikkelen
to compare
vergelijken
to be mistaken
zich vergissen in
expecting (a baby)
in verwachting
to bite
bijten
trust me
vertrouw op mij
to be astonished
zich verbazen
erratic, whimsical, capricious
grillig
thorough
grondig
voracious
gulzig
hasty
haastig
heartily
hartelijk
blissful
gelukzalig
dearer and dearer
hoe langer hoe duurder
steeds/almaar/alsmaar/al duurder
at the earliest
op z’n vroegst
at least
op z’n minst
tenminste
at the most
hoogstens
at the very least
minstens
the biggest of all
het allergrootste
the bigger the better
hoe groter des te beter
hoe groter hoe beter
strictly forbidden
ten strengste verboden
he’s a great guy
hij is een beste vent
inside out
binnenstebuiten
upside down
ondersteboven
the top one, uppermost one
de/het bovenste
the bottom one
de onderste
de benedenste
the back one
de achterste
the front one
de voorste
the innermost
de binnenste
the outermost
de buitenste
the most he eats, the fatter he gets
hoe meer hij eet, des te dikker wordt hij
hoe meer hij eet, hoe dikker hij wordt
back to front
achterstevoren
stomach
de maag
bone
het bot
What is the total amount?
Wat is de totale hoeveelheid?
majority
de meerderheid
healthcare
de zorg