All cards Flashcards
poten
to plant (bonen/bomen)
bemesten
to fertilize, manure (a crop)
ontginnen
to cultivate (land)
in alle vroegte
bright and early
getooid met
decked in, dressed with
zelfvoorzienend
zelfvoorziening
self-supporting
self-sufficiency
afdoend
sufficient, adequate
ruwweg
roughly
averechts
misplaced, wrong
de spil
pivot, linchpin
opsommen
to enumerate, list
de pijler
pillar
belang bij iets hebben
to have an interest in something
het neveneffect
side effect
mankeren
ik mankeer niets
er mankeert nogal wat aan
to be wrong, missing
there’s nothing wrong with me
there’s a fair amount wrong with it
iemand ontraden iets te doen
to advise someone against doing something
pakweg
pakweg 1400 euro
roughly
snufje
een snufje zout
novelty, the latest thing/gadget
a pinch of salt
van de regen in de drup
out of the frying pan and into the fire
aan iemand toevertrouwen
to entrust to someone
verkennen
to explore, investigate
zeuren
een zeurende pijn
to nag, drone, whine
a nagging pain
raadplegen
een arts raadplegen
to consult, see
to see a doctor
de slotsom
komen tot de slotsom dat
conclusion
to come to the conclusion that
uitdraaien op
het draaide erop uit dat
to turn out, end in
it turned out that
de schimmel
fungus
aantoonbaar
demonstrable
rechttoe rechtaan
straightforward
een op de 5 keer
1 in 5 times
slaafse dwang
brute force
het bloedstolsel
blood clot
aantikken
dat tikt aan
to add up
that adds up
nauw
in het nauw zitten/drijven/brengen
narrow
to be/put in a tight spot
bespreekbaar
debatable
ontbossing
deforestation
de houtkap
logging
de lol
lol hebben/maken
laugh, fun
to have a great time
smeken
ik smeek je
to beg
I’m begging you
voorgoed
for good, forever
stukmaken
een briefje van 100 euro stukmaken
to break into pieces
to break a 100
verstoren
to disrupt
onderneming
undertaking, enterprise
ze was binnen
she made a killing
het aankunnen
to be able to cope with it, to handle it
reken maar
you bet, count on it
overvloedig
abundant
roekeloos
reckless
stikken
stikt hij?
to choke, suffocate
is he choking?
opzettelijk
deliberate, intentional
het slaat nergens op
it makes no sense
het lef
lef hebben
guts, nerve
to have guts
we gaan ervoor
Let’s do this, go for it
we’re going for it
de vervorming
transformation, distortion
een vakje aanvinken
to check a box
snuffelen
to snoop
opraken
de tijd raakt op
to run low, short
we’re running out of time
de knal
bang, pop
falen
to fail, fall short
voorraad
stock, supply
(een voorraad) aanspreken
to break into, draw on (a supply)
vooraf
beforehand
zichzelf beperkingen opleggen
to tie oneself down
het werpt zijn schaduw vooruit
it casts a shadow
doorslaggevend
decisive
tevergeefs
in vain
opsteker
windfall, piece of good luck
wispelturig
fickle
een staakt-het-vuren afkondigen
to declare a cease fire
gaan om
to be about, involve
uiteenlopen
to diverge
de meningen lopen zeer uiteen
there is much diversity of opinion
op gespannen voet staan met iemand
to be at odds with someone
klem (zitten)
(to be) stuck
wegkomen met
to get away with
een arrestatiebevel uitvaardigen
to issue a warrant
toejuichen
to cheer
uitwerking
effect, result
aan iets toe zijn
to be ready for, in need of something
de aanleg
construction, building
tornen
to come undone
de vrijstelling
exemption
uitkopen
to buy out
conclusies trekken
to draw conclusions
wegvagen
to wipe out, sweep away
heus niet
not at all
rabiaat
rabid
aanzienlijk
considerable, substantial
van oudsher
of old, from way back
het verwijt
reproach
verwerpelijk
reprehensible
de aanhang
followers, supporters
het leed
harm, injury
schuilen
to hide, lurk
daar schuilt iets achter
there’s a catch
beweren
to assert, claim
nogal eens
quite often
naast … ook …
… as well as …
de stemming
mood
in een slechte/goede stemming zijn
to be in a good/bad mood
de reep
(chocolate) bar
strip
ontsteking
inflammation
de beloning (uitloven)
(to offer) reward
verzadigd
saturated
de argwaan
suspicion, mistrust
zich wanen
to imagine, think
het gidsland
model country
etaleren
to show off, display
zich storten
to throw o.s., dive (into)
bescheiden
modest, unassuming
de neiging
inclination, tendency
de behoudzucht
conservatism
het gezeur
moaning
teloorgaan
to become lost
afsteken
to set off (fireworks)
armslag
elbowroom
ontploffen
to explode
horen te
ought to, to be fitting, proper
de braderie
fair
opgaan in
to get lost in, get swallowed up in
het genoegen
satisfaction, pleasure
fatsoenlijk
decent, nice
oprapen
to pick up, gather
deel uitmaken van
to be part of
voordringen
to push ahead, skip a line
over koetjes en kalfjes praten
to talk about the weather
het regent pijpenstelen
it’s raining cats and dogs
to prepare o.s. for
zich voorbereiden op
to adapt to smth
zich aanpassen aan
wat mij betreft
as far as I’m concerned
de deugd
virtue
achterhaald
out of date, outmoded
liefhebben
to love
ongeacht
irrespective, regardless of
greppel
channels, ditch, gully
aardigheidje
small present
struinen
forget, rummage
achtereenvolgens
successively, one after the other
lonken naar
to ogle
teren op
to live off/on
verstedelijking
urbanization
baren
to bear; to cause
bewegwijzering
signposting
afwisseling
variety
afstemmen op
to tune to, gear towards
iemand in de maling nemen
to pull someone’s leg
een oogje in het zeil houden
to keep an eye on things
het bij het verkeerde eind hebben
to be mistaken
Joost mag het weten
God knows
de laatste loodjes wegen het zwaarst
the last mile is the longest
opslokken
to swallow up
de omzet
returns, sales
schenden
to break (rule), violate
gereed
ready
volop
in abundance, plenty
het korenveld
cornfield
lekkernij
delicacy
uiteenlopend
various, diverse
scala
rango, gamut
ontroerend
moving, touching
belangstellend
interested(ly)
rechtstreeks
direct, immediate
erin slagen om te
to succeed in
genodigde
invite guest
afgeladen
packed, crammed
het slot
end, close
de samenspraak
dialogue
tot stand komen
to come into being, be established
uitvoerig
comprehensive, exhaustive
opvatting
view, outlook
uitpuilen
to bulge out
het beslag
possession
een huwelijk voltrekken
to perform a marriagr
de plechtigheid
ceremony
joelen
to whoop, scream
de onderscheiding
decoration, honor, distinction
het vorstenhuis
royal house
hoogwaardigheidsbekleder
dignitary
de betrokkenheid
involvement
tegenstander
opponent, adversary
kenschetsen
to characterize
iets beu zijn
to be fed up with something
de ware Jakob(a)
Mr(s) Right
ereteken
decoration, medal
de plank misslaan
to be off target
een klop van de molen gehad hebben
to have a screw loose
wat heb ik nu aan mijn fiets hangen
hey what’s all this
de aanhouder wint
slow and steady wins the race
beperkt blijven tot
to be restricted to
werken aan iets
to work on/at something
het pleidooi
plea, defense
aandacht besteden aan
to pay attn to
to spread the rumor that
verspreiden het gerucht dat
inhoudelijk
substantive
de sloot
ditch
in menig opzicht
in many respects
hulpbehoevend
in need of help
verkeren in
to be in (a state), find oneself in
als gevolg van
as a result of
laten doorschermen dat
to drop a hint that