July 2021 Flashcards
smoke
de rook
electricity
de elektriciteit
Do you also smell the gas
Ruik je ook het gas
Delays make me angry
Vertragingen maken me boos
The gas station is next to the highway
Het tankstation staat naast de snelweg
rush hour
de spits
That train is delayed by 45 minutes
Die trein heeft drie kwartier vertraging
He supports his husband
Hij steunt zijn man
I keep the key in a secret spot
Ik bewaar de sleutel op een geheime plek
She offers me a glass of wine
Ze biedt me een glaasje wijn aan
The week ends tomorrow
De week eindigt morgen
We do not feel well today
We voelen ons vandaag niet goed
He hesitates briefly before he picks an answer
Hij twijfelt even voordat hij een antwoord kiest
He dries himself with a pink towel
Hij droogt zich af met een roze handdoek
I can’t imagine that
Dat kan ik me niet voorstellen
May I briefly borrow this bucket
Mag ik deze emmer even lenen
I used a sponge to clean the sink
Ik heb een sponsje gebruikt om te gootsteen schoon te maken
The nice boy brought us home right away
De aardige jongen heeft ons meteen naar huis gebracht
You do not need to be ashamed
Je hoeft je niet te schamen
He is an american/spaniard
Hij is een Amerikaan/Spanjaard
The little baby is only three weeks old
Het baby’tje is nog maar drie weken oud
Was there mail for me
Was er post voor mij
I don’t know where that information is coming from
Ik weet niet waar die informatie vandaan komt
You have an excellent view from this floor
Je hebt een geweldig uitzicht vanaf deze verdieping
I heard her walk up the stairs
Ik hoorde haar de trap op lopen