May 2023 Flashcards
poten
to plant (bonen/bomen)
bemesten
to fertilize, manure (a crop)
ontginnen
to cultivate (land)
in alle vroegte
bright and early
getooid met
decked in, dressed with
zelfvoorzienend
zelfvoorziening
self-supporting
self-sufficiency
afdoend
sufficient, adequate
ruwweg
roughly
averechts
misplaced, wrong
de spil
pivot, linchpin
opsommen
to enumerate, list
de pijler
pillar
belang bij iets hebben
to have an interest in something
het neveneffect
side effect
mankeren
ik mankeer niets
er mankeert nogal wat aan
to be wrong, missing
there’s nothing wrong with me
there’s a fair amount wrong with it
iemand ontraden iets te doen
to advise someone against doing something
pakweg
pakweg 1400 euro
roughly
snufje
een snufje zout
novelty, the latest thing/gadget
a pinch of salt
van de regen in de drup
out of the frying pan and into the fire
aan iemand toevertrouwen
to entrust to someone
verkennen
to explore, investigate
zeuren
een zeurende pijn
to nag, drone, whine
a nagging pain