NM unità 3 Flashcards
de kassier
il cassiere
de overvaller
il rapinatore
het schip
la nave
geladen
carico, -a
de aanlanding, aanvoer
lo sbarco
de bezorgdheid
l’inquietudine
voorkomen
impedire
de doodstraf
la pena di morte
de crimineel
il, la delinquente
een misdaad begaan
delinquere (criminalità)
de criminaliteit, de misdaad
la delinquenza, la criminalità
de maatregel
la misura
de wanhopige
il disperato
zich (her)groeperen
raggrupparsi
de onderwereld, de misdaad
la malavita (=la mafia)
persona che fa la malavita, gangster
il malavitoso
in opstand komen, opkomen, tegen iets keren
insorgere, reagire, ribellarsi
dwingen, forzare qu a fare qc
costringere
de onruststoker
il sovversivo
een anarchist
un anarchico
misdaadorganisatie actief in Napels en omgeving
la camorra
lid van de camorra
il camorrista
de maffioso
il mafioso
een moordenaar
un assassino
een luchtspiegeling, een illusie
un miraggio
een nachtmerrie
un incubo
ophouden, stopzetten
cessare
inzetten, benutten, aanwenden
impiegare
een overschot
un’eccedenza
de druk
la pressione
aangekomen
giunto, -a
uitvoeren, plaatsvinden
svolgere
een beroving
una rapina
de overvaller
il rapinatore, la rapinatrice
een schoenfabriek
un calzaturificio
een agent, waker
una guardia
een agent van particuliere bewakingsdienst
una guardia giurata
uitvoeren, volbrengen, vrijspreken
assolvere
de wraak, de vergelding
la vendetta