unità 7 Flashcards
een sterfgeval
un lutto
het werk, essay
il saggio
twijfelen, aarzelen
esitare a
gaan liggen
stendersi
enkel, slecht, alleen
soltanto
een ongemak
un disagio
breed, groot, ruim
ampio, -a
artiest, maker
l’artefice
een landgenoot
un connazionale
opgeven
rinunciarci
de psychiater (ironico)
lo strizzacervelli
aanpakken
fronteggiare
terugbetaalbaar
rimborsabile
verandering, wijziging
mutamento
aanzetten, resulteren
indurre
de bedreiging
una minaccia
opsluiten
rinchiuderci
krabbel, doodle
uno scarabocchio
onthullen
svelare
betrouwbaarheid
l’affidabilità
grillig
estroso, -a
teruggrijpen
regredire
een tint
una sfumatura
de zeurende, de bijdehandjes
I lagnosi
de spar
l’abete
onthechten
distaccarsi
opnemen, invoegen
inserire
vergrendelen
sprangare
vechten, worstelen, streven
lottare
somatiseren
somatizzare
de behoefte
l’esigenza
de bovenhand
il sopravvento
zorgeloosheid
spensieratezza
het geheugenverlies
l’amnesia
tijdelijk geheugenverlies
le amnesie temporanee di breve durata