io e te Flashcards
vaststaan
stare fermi
stremmen, blokkeren
bloccare
uitstralen
irraggiarsi
verlammen
paralizzare
geweest zijn
aver passato
beginnen te toeteren
attaccarsi al clacson
zigzaggen
fare slalom
hoger zetten
aumentare
lachen
ridere
schudden
scuotere
zachter zetten
abbassare
vrijmaken
liberare
intrappen
schiacciare
loslaten
mollare
(naar voren) schieten
schizzare (avanti)
tegenhouden
trattenere
afslaan
spegnersi
tegen iets aan geplakt zitten
essere appiccicato a
aanrijden
venire addosso
als warmte
come calore
de file
l’ingorgo
oplossen
sistemare
inluiden
inaugurare
druk
affollati
de treden
I gradini
een zwerver
un barbone
ingepakt
imbustato
een slaapzak
un sacco a pelo
smerig, erg vies
lercio
Egyptische
egizia
hagedissen
lucertole
een geit
una capra
een bubbel
una bolla
een terreinwagen
un fuoristrada
uitwijking, stuurgedrag
una sterzata
steken, kruipen, binnensluipen
infilarsi
een schot, klap
un colpo
carrosserie
la carrozzeria
de koppeling
la frizione
de stoel, de zetel
la poltrona
snikkend
singhiozzando
het afval
la spazzatura
dom/idioot
scemo
slordig
discinto