compendio Flashcards
de rokken
le gonne
neerzetten
appoggiare
verdrinken
affogare, annegare
lijken op
assomigliare a
zwijgen
tacere
berusten
basarsi
waarschuwen
avvertire
de behoefte
l’esigenza
het hek, de omheining
la staccionata
uitglijden
scivolare
het bed van de beek
il greto del torrente
verslaan
buttare
ontmaskeren
smascherare
vaststellen
accertare
ontwijken
scansare
de regen(bui)
la pioggia
internaliseren
interiorizzare
de beroerte
l’ictus
duizeligheid
le vertigini
voorlopig
provvisorio
het spreekuur
il ricevimento
de kopjes
le tazze
leuk vinden
gradire
het gras
l’erba
prachtig
stupendo
de was
il bucato
kopiëren / spieken
copiare
spieken
barare
beperkt
ristretto
een nuance
una sfumatura
het resultaat
l’esito
de herkomst
la provenienza
een pan
una padella
teleurstellen
deludere
versleten
logoro
sterk
notevolmente
doodbloeden
dissanguare
namelijk
ossia
kruising, kruispunt, splitsing
l’incrocio
bedekken, elkaar overlappen
sovrapporre
de ruit
il vetro
schietpartij, vuurgevecht
una sparatoria
bouwgrond
terreno edificabile
gewond
ferito, -a
de gemeente
il comune
hoewel
sebbene
dronken
ubriaco, -a
schiet op!
sbrigati!
laarzen
stivali