Nieuwe woorden Flashcards

1
Q

Ik kom uit Groningen. Ik heb er twintig jaar gewoond. (Verwijzen naar een plaats, er niet in het begin van de zin)

A

Jag kommer från Groningen. Jag har bott där 20 år

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ik wacht op je in de kantine. Ben je er al bjna? (Verwijzen naar een plaats, er niet in het begin van de zin)

A

Jag väntar på dig i kantinen. Är du där snart?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

We moeten naar het gemeentehuis. Ik weet hoe we er moeten komen. (Verwijzen naar een plaats, er niet in het begin van de zin)

A

Vi måste till kommunhuset. Jag vet hur vi kommer dit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Er staat een fles water in de koelkast (Er als subject, geen preciez informatie)

A

det står en flaska vatten i kylskåpet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er is geen melk meer (Er als subject, geen preciez informatie)

A

Det finns ingen mjölk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is er nog koffie? (Er als subject, geen preciez informatie)

A

Finns det fortfarande kaffe?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gisteren is er in mijn straat een ongeluk gebeurd (Er als subject, geen preciez informatie)

A

Igår på min gata hände en olycka

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Er is een park vlakbij (Er als subject, geen preciez informatie)

A

En park ligger nära

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zijn er nog tomaten? (Er als subject, geen preciez informatie)

A

Finns det fortfarande tomater?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ik heb een nieuw idee om en app te ontwikkelen

A

Jag har en ny ide för att utveckla en app

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ik denk dat dit een app is waaring de banken geïnteresseerd zouden kunnen zijn

A

Jag tror att detta är en app som bankerna skulle vara intresserade i

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ze kunnen hun klanten beïnvloeden

A

De kan influera sina kunder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Deze app is makkelijk door de klanten te gebruiken

A

Denna app är enkel för kunderna att använda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zij kunnen rechtstreeks de informatie krijgen

A

De kan få informationen direkt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het is ook belangrijk dat alle mensen deze app gebruiken

A

Det är också viktigt att alla använder denna appen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de grootste uitstoot

A

de största utsläppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Daarom denk ik dat de functie niet een persoonlijke keuze moet zijn om hem te gebruiken of niet.

A

Därför tycker jag inte att funktionen ska vara ett personligt val att använda den eller inte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

gebruikers

A

användare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bij het verder ontwikkelen van die app

A

För den fortsatta utvecklingen av appen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Tonen aan

A

Att visa på

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hij (de app) gaat ook aantonen (de app -> hij)

A

Den (appen) ska också visa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

een duurzame levenstijl

A

en hållbar livstil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Ze moeten begrijpen waartoe hun levenstijl kan leiden

A

De måste först var deras levnadsstil kan leda till.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

de app

A

appen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

menen

A

att mena

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

spreekuur

A

operation, tid hos läkaren

27
Q

zulke

A

sådan

28
Q

tussenin

A

mellan

29
Q

intussen, sindsdien

A

under tiden, sedan dess (2 st)

30
Q

Hoe zou dat komen?

A

Hur kommer det sig?

31
Q

boormachine

A

borrmaskin

32
Q

zag

A

såg (verktyg)

33
Q

hammer

A

hammare

34
Q

ladder

A

stege

35
Q

de schroevendrijver

A

skruvdragare

36
Q

de schrof

A

skruven

37
Q

er is een project bezig

A

det pågår ett projekt

38
Q

hij is bezig met koken

A

han är upptagen med att laga mat

39
Q

dakgoot

A

takränna

40
Q

verven

A

att måla

41
Q

uitschakelen

A

att stänga av, avaktivera

42
Q

eerst haal je de rookmelder uit de verpakking

A

först tar du ut brandvarnaren från förpackningen

43
Q

dan moet je de batterij erin plaatsen

A

sen måste du sätta in batteriet

44
Q

schroef daarna de rookmelder aan het plafond

A

skruva därefter brandvarnaren i taket

45
Q

tot slot moet je hem nog wel even testen

A

tillslut måste du också testa den

46
Q

de fornuis

A

ugnen

47
Q

twee oma’s (na a, i, o, u, y krijg je ‘s in de pluralis)

A

två mormödrar

48
Q

twee taxi’s (na a, i, o, u, y krijg je ‘s in de pluralis)

A

två taxis

49
Q

twee auto’s (na a, i, o, u, y krijg je ‘s in de pluralis)

A

två bilar

50
Q

twee paraplu’s (na a, i, o, u, y krijg je ‘s in de pluralis)

A

två paraplyn

51
Q

twee baby’s (na a, i, o, u, y krijg je ‘s in de pluralis)

A

två bebisar

52
Q

ik wacht nog even in de hoop dat er nog mensen komen

A

jag väntar fortfarande i hopp om att det fortfarande kommer folk

53
Q

zich aansluiten bij

A

att ansluta sig

54
Q

onderwerpen

A

ämne

55
Q

hekel

A

motvilja

56
Q

ter aarde bestellen

A

att begrava

57
Q

uitvaartverzorger

A

begravningsentreprenör

58
Q

de begraafplaats

A

begravningsplatsen

59
Q

kerkhof

A

kyrkogård

60
Q

de rouwkaart

A

dödsrunan

61
Q

kopjes

A

Kapitelnamn

62
Q

tussenkopjes

A

underkapitelnamn

63
Q

peil

A

nivå

64
Q
A