Niet-geregistreerde schenkingen binnen de verdachte periode Flashcards
Wat houdt Art. 7 WSucc / 2.7.1.0.5. VCF in met betrekking tot niet-geregistreerde schenkingen?
Art. 7 WSucc / 2.7.1.0.5. VCF stelt dat roerende goederen die kosteloos zijn overgedragen door de erflater binnen een periode van drie jaar voor het overlijden, onweerlegbaar worden geacht deel uit te maken van de nalatenschap, tenzij ze onderworpen waren aan schenkingsrechten of schenkbelasting.
Wat is de impact van het voorontwerp van decreet van 22 september 2020?
Het voorontwerp van decreet van 22 september 2020, goedgekeurd door de Vlaamse regering, stelde voor om de verdachte periode te verlengen tot vier jaar. Dit was mede een reactie op de sluiting van de ‘Kaasroute’, waarbij men notarieel schonk buiten België om registratierechten te ontwijken. Uiteindelijk werd dit voorstel niet doorgevoerd.
Hoe wordt de verdachte periode voor familiale ondernemingen en aandelen van familiale vennootschappen gehanteerd?
n Vlaanderen geldt een verdachte periode van zeven jaar voor activa van familiale ondernemingen en aandelen van familiale vennootschappen. Deze schenkingen moeten wel via een Belgische notaris of middels geregistreerde akte plaatsvinden om van vrijstelling te kunnen genieten.
Wat is het uitgangspunt van deze bepaling inzake erfbelasting?
: Het uitgangspunt is dat wat in de nalatenschap zit, wordt belast. Schenkingen binnen een korte periode voor het overlijden (drie jaar) die niet onderworpen zijn aan schenkbelasting, worden beschouwd als een fictief legaat. Dit geldt niet voor gebruikelijke geschenken zoals verjaardags- of nieuwjaarsgeschenken, maar voor substantiële vermogensoverdrachten.
Wat impliceert art. 2.7.1.0.5. VCF in combinatie met art. 2.7.3.2.5 VCF voor de fiscus?
Art. 2.7.1.0.5 VCF stelt dat roerende goederen die kosteloos zijn beschikt binnen drie jaar voor het overlijden, geacht worden deel uit te maken van de nalatenschap. Art. 2.7.3.2.5 VCF geeft aan dat als de fiscus kan aantonen dat bepaalde roerende goederen binnen drie jaar voor overlijden deel uitmaakten van het vermogen van de erflater, deze goederen vermoed worden nog steeds in de nalatenschap te zitten, tenzij de erfgenamen tegenbewijs kunnen leveren.
Hoe kunnen erfgenamen tegenbewijs leveren tegen het vermoeden van eigendom in hoofde van de erflater?
Erfgenamen kunnen tegenbewijs leveren door aan te tonen naar wie het vermogen is gegaan. Dit is belangrijk, vooral als er veel cashafhalingen zijn gebeurd voor het overlijden, omdat men moet kunnen traceren waar het geld naartoe is gegaan.
Wat is de betekenis van Artikel 2.8.3.0.5. VCF in de context van erfovereenkomsten?
Artikel 2.8.3.0.5. VCF stelt dat een erfovereenkomst niet als bewijs dient voor de schenkbelasting van een schenking die niet geregistreerd is en vóór de datum van de overeenkomst heeft plaatsgevonden. Dit biedt fiscale vrijwaring voor in de erfovereenkomst vermelde vroegere schenkingen, tenzij partijen uitdrukkelijk aangeven dat de vermelding van een schenking wel tot bewijs strekt voor de toepassing van de schenkbelasting.
