Bedingen ten behoeve van een derde Flashcards
Wat zijn bedingen ten behoeve van een derde in de context van erfbelasting?
Bedingen ten behoeve van een derde verwijzen naar situaties waarbij vermogen wordt overgedragen aan een derde via een overeenkomst, zoals een levensverzekering, met een beding dat deze derde begunstigt bij het overlijden van de contractant. Deze overdrachten ontstaan niet uit de erfrechtelijke verkrijging maar worden gelijkgesteld met een legaat.
Wat zijn de voorwaarden voor de toepassing van deze fictiebepaling?
De voorwaarden voor de toepassing van deze fictiebepaling, zoals vastgelegd in art. 8 WSucc - 2.7.1.0.6. en 2.7.3.2.8 VCF, zijn dat er een beding ten behoeve van een derde moet zijn in een contract waarbij een derde (niet als erfgenaam) een voordeel verkrijgt naar aanleiding van het overlijden. Dit is vaak van toepassing bij levensverzekeringscontracten met een begunstigingsclausule.
Wat is het verschil tussen een beding ten behoeve van een derde en een beding ten behoeve van zichzelf of erfgenamen?
Een beding ten behoeve van een derde is wanneer een derde, die niet noodzakelijk een erfgenaam is, voordeel verkrijgt uit hoofde van een overeenkomst zoals een levensverzekering. Een beding ten behoeve van ‘zichzelf’ of ‘erfgenamen’ valt in principe niet onder de fictiebepaling, tenzij bij echtgenoten gehuwd onder gemeenschapsstelsel.
Wanneer wordt een beding ten behoeve van een derde beschouwd als uitgaand van de overledene zelf of van een derde in de context van erfbelasting?
Een beding ten behoeve van een derde wordt beschouwd als uitgaand van de overledene zelf of van een derde als deze derde het economische verlengstuk is van de overledene. Dit betekent dat de economische last van bijvoorbeeld de premiebetaling voor rekening van de overledene werd genomen, zelfs als de formele betaling door een ander werd gedaan.
Wanneer is de fictiebepaling niet van toepassing bij een beding uitgaande van een derde?
De fictiebepaling is niet van toepassing als de derde louter uit vrijgevigheid handelt en niet als economisch verlengstuk van de overledene. Bijvoorbeeld, als iemand een verzekeringscontract afsluit ten gunste van zijn kind, waarbij het kind een uitkering krijgt bij het overlijden van diens schoonouder, wordt dit niet beschouwd als een beding ten behoeve van een derde uitgaande van de overledene.
Hoe bepaalt men of een derde als economisch verlengstuk van de erflater handelt?
Om te bepalen of een derde als economisch verlengstuk van de erflater handelt, moet worden nagegaan of de economische last van de premie of de bedongen uitkering feitelijk voor rekening van de erflater was. Als dit niet het geval is, en de bedinger handelt kosteloos, dan zal de uitkering niet belast worden in de fictieve nalatenschap.
Wanneer is een prestatie onder een beding ten behoeve van een derde onderworpen aan de fictiebepaling?
Een prestatie onder een beding ten behoeve van een derde is onderworpen aan de fictiebepaling als deze prestatie opeisbaar is bij overlijden, op een later tijdstip of binnen de 3 jaar voorafgaand aan het overlijden van de erflater.
Wat gebeurt er als een uitkering onder een beding ten behoeve van een derde plaatsvindt binnen 3 jaar voor het overlijden van de erflater?
Als een uitkering onder een beding ten behoeve van een derde plaatsvindt binnen 3 jaar voor het overlijden van de erflater, is de fictiebepaling van toepassing, zelfs als er op het moment van het bedingen geen belastbaarheid was.
Welke twee situaties worden onderscheiden met betrekking tot uitkeringen binnen 3 jaar voor of na het overlijden?
Er worden twee situaties onderscheiden: uitkeringen binnen drie jaar voor het overlijden van de erflater en uitkeringen na het overlijden van de erflater
Kunnen uitkeringen onder een beding ten behoeve van een derde ook na het overlijden van de erflater vallen onder de fictiebepaling?
Ja, uitkeringen onder een beding ten behoeve van een derde kunnen ook na het overlijden van de erflater onder de fictiebepaling vallen als ze opeisbaar zijn na het overlijden en dit binnen de 3 jaar na het overlijden van de erflater.
Wat omvat de fictiebepaling met betrekking tot bedingen ten behoeve van een derde?
De fictiebepaling is van toepassing op verkrijgingen van “sommen, renten of waarden”. Dit omvat geld, periodieke betalingen en openbare effecten zoals aandelen en obligaties. De bepaling heeft geen betrekking op de afgifte van goederen in natura of het verrichten van een last ten behoeve van een derde.
Wanneer is de fictiebepaling niet van toepassing?
De fictiebepaling is niet van toepassing als er een tegenprestatie is geleverd in ruil voor de verkrijging. Dit betekent dat als er iets wordt gegeven of gedaan in ruil voor de overdracht, de fictiebepaling niet van kracht is. Voorbeelden hiervan zijn leningen met schuldsaldoverzekeringen en verzekeringen ten behoeve van begrafenisondernemers.
Wat gebeurt er als de begunstigde van het beding de erflater niet heeft overleefd?
De fictiebepaling vereist dat de begunstigde van het beding de erflater heeft overleefd. Als de begunstigde de erflater niet heeft overleefd, zal de fictiebepaling niet van toepassing zijn, en zullen de bepalingen met betrekking tot de verkrijging niet van kracht worden.
Hoe definieert de wet “sommen, renten of waarden” met betrekking tot de fictiebepaling bij bedingen ten behoeve van een derde?
De wet definieert “sommen, renten of waarden” als geldbedragen, periodieke betalingen en openbare effecten zoals aandelen en obligaties. Dit omvat dus financiële activa die kosteloos worden verkregen door een derde op basis van een beding ten behoeve van die derde.
Wat is het belangrijkste verschil tussen de oude en de gewijzigde tekst van artikel 2.7.1.0.6 van het VCF met betrekking tot fictiebepalingen?
Het belangrijkste verschil is dat de gewijzigde tekst van artikel 2.7.1.0.6 van het VCF nu bepaalt dat sommen, renten of waarden “kosteloos kunnen toekomen” aan een bepaalde persoon. Dit betekent dat het niet nodig is dat de persoon deze bedragen al heeft ontvangen; het volstaat dat ze potentieel aan hem kunnen worden toegekend om belastbaarheid te creëren.