Belastingplichtigen/belastingschuldigen Flashcards

1
Q

Wie is de belastingplichtige in het kader van erfbelasting?

A

De belastingplichtige is iedere persoon in wiens hoofde een belasting wordt geheven. In het geval van erfbelasting zijn dit de personen die erfgenaam, legataris of begiftigde zijn. Zij zijn belastingplichtig voor de waarde van wat ze effectief verkrijgen in de nalatenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie is de belastingschuldige in het kader van erfbelasting?

A

De belastingschuldige is iedere persoon die volgens de VCF of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van een belasting. Dit omvat niet alleen de erfgenamen, legatarissen en begiftigden, maar ook aansprakelijke derden zoals notarissen die betrokken zijn bij fiscale fraude. Artikel 3.10.4.3.1 VCF stelt dat erfgenamen, algemene legatarissen en begiftigden aansprakelijk zijn voor de betaling van de rechten verschuldigd door legatarissen en begiftigden onder algemene of bijzondere titel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt de aansprakelijkheid voor de erfbelasting van bijzondere legaten?

A

ls een erfgenaam erft van een ouder die ook een bedrag heeft gelegateerd aan een vriend, dan is de vriend belastingplichtig voor dat bedrag. Echter, als erfgenaam ben je belastingschuldig. Dit betekent dat als de vriend de belasting niet betaalt, de erfgenaam door de belastingdienst kan worden aangesproken om deze te betalen, hoewel hij deze later kan recupereren van de vriend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de uitzonderingen op de aansprakelijkheid voor de betaling van fictieve legaten?

A

De uitzonderingen op de aansprakelijkheid voor de betaling van fictieve legaten, zoals bepaald in artikel 2.7.1.0.5 VCF (roerende schenking) en 2.7.1.0.6 VCF (derdenbeding), zijn het gevolg van decretaal ingrijpen na uitspraken van het Grondwettelijk Hof. Deze uitzonderingen gelden wanneer de erfgenaam nooit het bezit heeft gehad van de geschonken goederen, zoals bij een bankgift die niet aan registratie is onderworpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de belastbare grondslag in de context van erfbelasting?

A

De belastbare grondslag in erfbelasting, zoals bepaald in Artikel 2.7.3.2.1 VCF, is de waarde van alles wat uit de nalatenschap wordt verkregen, berekend als het actief minus het passief. Dit omvat de waarde van de goederen na aftrek van de schulden. Voor het recht van overgang betreft het de waarde van in België (Vlaams Gewest) gelegen onroerende goederen, na aftrek van de schulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe worden goederen behandeld die onder een opschortende of ontbindende voorwaarde zijn verkregen?

A

Goederen verkregen onder een opschortende voorwaarde worden niet als deel van de nalatenschap beschouwd totdat de voorwaarde zich voltrekt. Indien de voorwaarde zich voltrekt, kan een nieuwe aangifte nodig zijn.
Goederen verkregen onder een ontbindende voorwaarde worden als deel van de nalatenschap beschouwd. Indien de voorwaarde zich voltrekt, kan er recht zijn op teruggave.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke vermoedens bestaan er omtrent het behoren van bepaalde activa tot de nalatenschap?

A

Artikel 2.7.3.2.4 t.e.m. 2.7.3.2.6 VCF voorziet in weerlegbare vermoedens dat bepaalde activa tot de nalatenschap behoren. Dit omvat bijvoorbeeld onroerende voorheffing ingekohierd op naam van de erflater en vorderingen op naam van de erflater. Artikel 2.7.3.2.5 VCF specificeert dat roerende goederen die binnen drie jaar voor het overlijden deel uitmaakten van het vermogen van de erflater, vermoed worden nog steeds tot het vermogen te behoren op de datum van overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie is een belastingschuldige in de context van erfbelasting?

A

Een belastingschuldige is iedere persoon die volgens de VCF of het gemeen recht gehouden is tot de betaling van een belasting. Dit kan de erfgenaam, legataris, begiftigde of een aansprakelijke derde zijn, zoals een notaris betrokken bij fiscale fraude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt de aansprakelijkheid voor erfbelasting in volgens Artikel 3.10.4.3.1 VCF?

A

Volgens Artikel 3.10.4.3.1 VCF zijn erfgenamen, algemene legatarissen en begiftigden aansprakelijk voor de betaling van de erfbelasting die verschuldigd is door legatarissen en begiftigden onder algemene of bijzondere titel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de uitzonderingen op aansprakelijkheid voor de betaling van fictieve legaten?

A

De uitzonderingen op aansprakelijkheid voor de betaling van fictieve legaten, zoals bepaald in artikel 2.7.1.0.5 VCF (roerende schenkingen binnen 3 jaar voor overlijden) en 2.7.1.0.6 VCF (derdenbeding), gelden wanneer de erfgenaam nooit het bezit heeft gehad van de geschonken goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt de belastbare grondslag bepaald volgens Artikel 2.7.3.2.1 VCF?

A

De belastbare grondslag wordt bepaald als de waarde van alles wat uit de nalatenschap wordt verkregen, berekend als het actief minus het passief. Dit omvat de waarde van de goederen na aftrek van de schulden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe worden goederen behandeld die onder een opschortende voorwaarde zijn verkregen?

A

Goederen verkregen onder een opschortende voorwaarde worden niet als deel van de nalatenschap beschouwd totdat de voorwaarde zich voltrekt. Indien de voorwaarde zich voltrekt, kan een nieuwe aangifte nodig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe worden goederen behandeld die onder een ontbindende voorwaarde zijn verkregen?

A

Goederen verkregen onder een ontbindende voorwaarde worden als deel van de nalatenschap beschouwd. Indien de voorwaarde zich voltrekt, kan er recht zijn op teruggave.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vermoedens bestaan er omtrent het behoren van bepaalde activa tot de nalatenschap?

A

Er bestaan weerlegbare vermoedens dat bepaalde activa tot de nalatenschap behoren, zoals onroerende voorheffing ingekohierd op naam van de erflater en vorderingen op naam van de erflater. Deze vermoedens kunnen worden weerlegd met passend bewijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt de regeling omtrent vergoedingen en terugnemingen in bij de ontbinding van het huwelijksvermogen

A

Artikel 2.7.3.2.7 VCF behandelt vergoedingen en terugnemingen bij de ontbinding van een gemeenschapsstelsel, vaak door overlijden van een echtgenoot. De ontbinding van het huwelijksvermogen gaat vooraf aan de vereffening van de nalatenschap. Vergoedingsrekeningen worden buiten beschouwing gelaten met betrekking tot de huwelijksgemeenschap tussen de overledene en de echtgenoot met wie hij/zij gemeenschappelijke kinderen heeft, of tussen opgaande bloedverwanten van de erflater.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het progressievoorbehoud in de context van erfbelasting?

A

Progressievoorbehoud, zoals bepaald in Artikel 2.7.3.2.9 VCF, houdt in dat bepaalde bestanddelen, zoals voorheen geschonken activa die niet meer in de nalatenschap zitten, toch worden opgenomen in de belastbare grondslag, louter voor de toepassing van de progressieve tarieven. Dit is vooral van toepassing op schenkingen die minder dan drie jaar voor het overlijden zijn gedaan en effectief geregistreerd zijn, of gedaan onder een opschortende voorwaarde die vervuld is door het overlijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe wordt erfbelasting berekend met toepassing van het progressievoorbehoud?

A

Stel dat u een onroerend goed (OG) heeft geschonken aan uw kind minder dan drie jaar voor uw overlijden ter waarde van 50.000 euro, en in uw nalatenschap zit nog een OG ter waarde van 100.000 euro. De erfbelasting wordt berekend op 150.000 euro (50.000 + 100.000 euro). De belasting wordt berekend met progressieve tarieven, bijvoorbeeld 3% op 50.000 euro en 9% op 100.000 euro, wat resulteert in een totale belastingschuld van 10.500 euro. Vervolgens wordt 1/3 van deze belasting (3.500 euro) vrijgesteld, aangezien 50.000 euro 1/3 is van 150.000 euro. Uiteindelijk moet 7.000 euro aan erfbelasting worden betaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de uitzonderingen op het toepassen van progressievoorbehoud?

A

Belangrijke uitzonderingen op het toepassen van progressievoorbehoud zijn onder meer de schenking van roerende goederen waarop schenkbelasting is geheven en de schenking van familiale ondernemingen. In deze gevallen hoeft het progressievoorbehoud niet te worden toegepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt de uitsluiting uit het actief van de nalatenschap in volgens Artikel 2.7.3.2.10 VCF?

A

Deze bepaling is van toepassing wanneer de verkrijger van een vruchtgebruik, levenslange of periodieke rente overlijdt binnen zes maanden na het overlijden van de initiële erflater. In zo’n geval wordt het vruchtgebruik uit het actief van de nalatenschap van de overleden verkrijger gehaald, alsof deze nooit het vruchtgebruik heeft verkregen. Dit is een billijkheidsregel om onredelijke belastingheffing te voorkomen, vooral wanneer de verkrijger kort na het verkrijgen van het vruchtgebruik overlijdt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Vraag: Wat is het abattement voor personen met een handicap in de context van erfbelasting?

A

Personen met een handicap krijgen een extra voetvrijstelling in de erfbelasting, zoals bepaald in Artikel 2.7.3.2.12 VCF. Dit betekent dat een deel van de nalatenschap die zij erven niet belast wordt. De vrijstelling bedraagt 3.000 euro vermenigvuldigd met een leeftijdscoëfficiënt voor verkrijgingen in rechte lijn en tussen partners, en 1.000 euro vermenigvuldigd met een leeftijdscoëfficiënt voor andere gevallen. Deze vrijstelling is bedoeld om rekening te houden met de extra ondersteuningsbehoeften van personen met een handicap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe wordt het abattement voor personen met een handicap toegepast in de erfbelasting?

A

Het abattement wordt eerst toegepast op het effectief belastbare onroerende deel van de nalatenschap en daarna op het effectief belastbare roerende deel. In gevallen waar het tarief voor “anderen” wordt toegepast, wordt de belasting berekend alsof de persoon met een handicap als enige tot de nalatenschap komt. Dit zorgt ervoor dat de vrijstelling zo gunstig mogelijk wordt toegepast voor de persoon met een handicap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de principiële waarderingsregel voor het actief in de erfbelasting volgens artikel 2.7.3.3.1 VCF?

A

e goederen in een nalatenschap moeten worden geschat op hun verkoopwaarde op de datum van het overlijden. De verkoopwaarde is de waarde die elke onafhankelijke derde bereid zou zijn te betalen voor de betrokken goederen, zonder rekening te houden met eventuele subjectieve elementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Op welke datum moeten de goederen in een nalatenschap worden gewaardeerd?

A

Volgens artikel 2.7.3.3.1 VCF moeten de goederen worden gewaardeerd op de datum van het overlijden. Dit is de ‘foto’ die genomen wordt op het moment van het overlijden, en op basis waarvan de belastingheffing plaatsvindt.

24
Q

Wie is verantwoordelijk voor de waardering van het actief in een nalatenschap?

A

De aangevers, meestal de erfgenamen, zijn zelf verantwoordelijk voor het schatten van de waarde van de goederen in de nalatenschap. Er is echter de mogelijkheid tot voorafgaande schatting volgens artikel 3.3.1.0.9 VCF of de aanstelling van een schatter-expert volgens artikel 3.3.1.0.9/1 VCF.

25
Q

Zijn er bijzondere waarderingsregels voor bepaalde goederen in een nalatenschap?

A

Ja, er zijn bijzondere waarderingsregels mogelijk volgens artikel 2.7.3.3.2 VCF. Deze regels kunnen van toepassing zijn op specifieke soorten goederen of onder bepaalde omstandigheden.

26
Q

Zijn er uitzonderingen op de regel dat goederen gewaardeerd moeten worden op de datum van overlijden?

A

Ja, er zijn uitzonderingen mogelijk op de regel dat goederen gewaardeerd moeten worden op de datum van overlijden, zoals bepaald in artikel 2.7.3.3.7 VCF. Deze uitzonderingen kunnen betrekking hebben op de datum van een bepaalde gebeurtenis die relevant is voor de waardering van bepaalde goederen. vb nieuwe aangifte in NS

27
Q

Wat zijn de bijzondere waarderingsregels voor buitenlandse onroerende goederen volgens artikel 2.7.3.3.2 VCF?

A

Voor de waardering van buitenlandse onroerende goederen geldt als principe de verkoopwaarde die blijkt uit akten of bescheiden op de datum van overlijden. Indien er geen akten of bescheiden zijn, wordt een forfaitaire waardering toegepast: 20 keer de jaarlijkse opbrengst voor gebouwde onroerende goederen en 30 keer de jaarlijkse opbrengst voor ongebouwde onroerende goederen. Daarnaast moet de waardering minstens gelijk zijn aan de waardering die gebruikt wordt voor buitenlandse successierechten.

28
Q

Hoe pas je de forfaitaire waardering toe bij buitenlandse onroerende goederen?

A

Als er geen akten of bescheiden zijn die de verkoopwaarde aantonen, wordt de forfaitaire waardering toegepast. Voor gebouwde onroerende goederen wordt de jaarlijkse huurwaarde vermenigvuldigd met 20 om de forfaitaire verkoopwaarde te bepalen. Voor ongebouwde onroerende goederen wordt de jaarlijkse opbrengst vermenigvuldigd met 30.

29
Q

Hoe wordt de waardering van buitenlandse onroerende goederen beïnvloed door buitenlandse erfbelasting?

A

Als voor buitenlandse onroerende goederen erfbelasting betaald moet worden in het buitenland, dan wordt de waardering die daarvoor gebruikt wordt, als minimumwaardering aangenomen voor de Belgische erfbelasting. Dit betekent dat de waarde die voor buitenlandse successierechten wordt gebruikt, ook relevant is voor de Belgische erfbelasting.

30
Q

Hoe worden schuldvorderingen met een bepaald bedrag gewaardeerd in een nalatenschap?

A

Schuldvorderingen met een bepaald bedrag worden aangegeven voor het nominaal bedrag plus eventueel verlopen interesten, of voor de lagere verkoopwaarde indien van toepassing (bijvoorbeeld bij onvermogen van de schuldenaar). Dit kan betrekking hebben op geldleningen, spaarboekjes, obligaties, maar genoteerde obligaties en vastgoedcertificaten vallen buiten deze regeling omdat hun waarde wordt bepaald door de beurswaarde.

31
Q

Waarom vallen genoteerde obligaties en vastgoedcertificaten buiten de regeling voor de waardering van schuldvorderingen?

A

Genoteerde obligaties en vastgoedcertificaten vallen buiten de regeling voor de waardering van schuldvorderingen omdat ze verhandelbaar zijn op de beurs. Hun waarde wordt bepaald door de beurswaarde, die kan fluctueren.

32
Q

Hoe worden openbare effecten gewaardeerd volgens artikel 2.7.3.3.2, 3° VCF?

A

Openbare effecten worden gewaardeerd op basis van hun beurswaarde op de datum van overlijden, één maand na overlijden, of twee maanden na overlijden. De keuze voor een van deze data geldt voor alle effecten in de nalatenschap. Erfgenamen moeten deze keuze maken op het moment van de aangifte van de nalatenschap.

33
Q

Hoe worden schuldvorderingen met een onbepaald bedrag gewaardeerd?

A

Schuldvorderingen met een onbepaald bedrag, zoals een nog te bepalen schadevergoeding, moeten worden geraamd op de datum van overlijden. Als het definitieve bedrag afwijkt van de raming, is een nieuwe aangifte of recht op teruggave mogelijk.

34
Q

Hoe worden erfpachten, renten, prestaties en vruchtgebruik gewaardeerd in een nalatenschap?

A

Altijddurende of voor onbepaalde tijd gevestigde prestaties worden forfaitair gewaardeerd op 20 keer de jaarlijkse rente of prestatie.
Lijfrenten en andere levenslange prestaties worden gewaardeerd op basis van het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigd met een leeftijdscoëfficiënt.
Tijdelijke renten of prestaties worden gewaardeerd op basis van het jaarlijkse bedrag vermenigvuldigd met een kapitalisatiecoëfficiënt.
Vruchtgebruik wordt gewaardeerd op basis van een forfaitaire jaarlijkse opbrengst van 4% van de waarde van de volle eigendom.

35
Q

Welke beperkingen gelden er bij de waardering van renten en prestaties?

A

De berekende waarde van een rente gevestigd op het hoofd van een natuurlijke persoon mag niet hoger zijn dan de waarde van een lijfrente.
Bij een rente gevestigd op het hoofd van een rechtspersoon is de waarde beperkt tot 20 keer de jaarlijkse rente.

36
Q

Wat omvat het passief van de nalatenschap?

A

Het passief van de nalatenschap omvat alle schulden van de overledene die bestonden op de datum van overlijden, evenals de begrafeniskosten. Deze kosten worden van het actief afgetrokken om de netto waarde van de nalatenschap te bepalen, waarover erfbelasting wordt geheven.

37
Q

Welke schulden worden in aanmerking genomen in het passief van de nalatenschap?

A

In het passief van de nalatenschap worden de schulden van de overledene opgenomen, evenals de begrafeniskosten. Hoewel de begrafeniskosten strikt genomen geen schulden van de overledene zijn, worden ze billijkheidshalve toch als passief aanvaard.

38
Q

Hoe worden schulden behandeld in het kader van het recht van overgang bij overlijden?

A

Bij het recht van overgang bij overlijden zijn schulden die specifiek zijn aangegaan om onroerend goed te verwerven of te behouden aftrekbaar. Dit geldt voor zover het eigendom toebehoort aan een niet-inwoner met woonplaats of zetel van vermogen binnen de Europese Economische Ruimte (EER), conform het arrest Eckelkamp.

39
Q

Hoe wordt het passief in een nalatenschap gewaardeerd?

A

De waardering van het passief in een nalatenschap volgt dezelfde regels als de waardering van het actief. Dit betekent dat schulden en begrafeniskosten worden gewaardeerd op basis van hun werkelijke of geschatte waarde op het moment van overlijden.

40
Q

Wat houdt het stelsel van de werkelijke schulden in bij de aangifte van een nalatenschap?

A

Het stelsel van de werkelijke schulden houdt in dat de waarde van de daadwerkelijk bestaande schulden op de datum van overlijden wordt berekend en afgetrokken van de nalatenschap. Dit omvat zowel zekere schulden als voorwaardelijke en betwiste schulden. Schulden aangegaan onder een opschortende voorwaarde zijn niet aftrekbaar, terwijl schulden onder een ontbindende voorwaarde wel aftrekbaar zijn. Betwiste schulden waarvan het bestaan niet wordt erkend, zijn niet aftrekbaar, maar schulden waarvan enkel het bedrag betwist wordt, zijn aftrekbaar met een voorlopige raming.

41
Q

Vraag: Hoe worden voorwaardelijke schulden behandeld in de nalatenschap?

A

Schulden aangegaan onder een opschortende voorwaarde zijn niet aftrekbaar in de nalatenschap. Als de voorwaarde zich later voltrekt, kan dit leiden tot een teruggave van te veel betaalde erfbelasting. Schulden onder een ontbindende voorwaarde zijn daarentegen wel aftrekbaar. Als de voorwaarde zich voltrekt, waardoor de schuld verdwijnt, kan een nieuwe aangifte nodig zijn.

42
Q

Hoe worden betwiste schulden behandeld in de nalatenschap?

A

Betwiste schulden waarvan het bestaan niet wordt erkend, zijn niet aftrekbaar in de nalatenschap. Als een rechter later oordeelt dat de schuld wel verschuldigd was, kan er recht zijn op teruggave van de erfbelasting. Betwiste schulden waarvan enkel het bedrag wordt betwist, zijn aftrekbaar met een voorlopige raming.

43
Q

Hoe worden begrafeniskosten behandeld in de nalatenschap?

A

Begrafeniskosten worden beschouwd als passief van de nalatenschap, hoewel ze strikt genomen geen schulden van de overledene zijn. Ze worden billijkheidshalve afgetrokken van de nalatenschap bij de berekening van de erfbelasting.

44
Q

Vraag: Wie draagt de bewijslast voor schulden in de nalatenschap?

A

De bewijslast voor het bestaan en de omvang van schulden in de nalatenschap ligt bij de aangevers. Zij moeten aantonen dat de schulden daadwerkelijk bestonden op de datum van overlijden en moeten dit doen met bewijsmiddelen die in rechte toelaatbaar zijn tussen schuldeiser en schuldenaar.

45
Q

Welke bewijsmiddelen zijn vereist voor het aantonen van schulden in de nalatenschap?

A

De aangevers moeten schulden aantonen met bewijsmiddelen die in rechte toelaatbaar zijn. Dit kan variëren afhankelijk van de aard van de schuld en de toepasselijke bewijsregels in het ondernemingsrecht of het burgerlijk recht.

46
Q

In welke specifieke gevallen is extra bewijs vereist voor schulden in de nalatenschap?

A

Extra bewijs is vereist voor:

Hypotheekschulden waarvan de inschrijving op datum van overlijden sedert één jaar vervallen of doorgehaald was.
Verschuldigde interesten boven het vervallen en lopende jaar.
Termijnen van schuldbekentenissen die sinds meer dan een jaar voor het overlijden verschenen zijn en bij annuïteiten worden afgedaan.
47
Q

Wat is het recht van de administratie met betrekking tot de verklaring van schuldeisers?

A

De administratie heeft het recht om een “verklaring van de schuldeiser” te vorderen volgens artikel 3.13.1.2.8 VCF. Dit betekent dat als de administratie twijfelt aan het bestaan van een schuld, zij de schuldeiser kan aanschrijven om bewijs te leveren van de schuld.

48
Q

Hoe worden niet-gedagtekende kwitanties behandeld in de nalatenschap?

A

Een niet-gedagtekende kwitantie leidt tot het vermoeden dat de schuld voldaan werd vóór het overlijden, volgens artikel 31 W.Succ. – 3.17.0.0.3 VCF. Dit is een weerlegbaar vermoeden, wat betekent dat de aangevers het tegendeel kunnen aantonen.

49
Q

Welke schulden zijn uitgesloten uit het passief van de nalatenschap of onderworpen aan een verzwaarde bewijslast?

A

Schulden die voortkomen uit een huwelijksbeding, zoals verblijvingsbedingen onder last of finaal verrekenbedingen, zijn uitgesloten uit het passief van de nalatenschap. Daarnaast zijn schulden die als fictief legaat worden aangemerkt volgens artikel 2.7.1.0.3 VCF ook uitgesloten. Bovendien zijn schulden ten aanzien van erfgenamen, legatarissen of begiftigden die hun oorzaak vinden in een contract uitgesloten, tenzij het bewijs van echtheid wordt aangetoond of de schuld werd aangegaan om een goed te verkrijgen dat tot de nalatenschap behoort.

50
Q

Waarom worden schulden uit een huwelijksbeding en als fictief legaat aangemerkte schulden uitgesloten uit het passief?

A

Schulden uit een huwelijksbeding, zoals verblijvingsbedingen onder last en finaal verrekenbedingen, worden uitgesloten omdat ze vaak worden gebruikt om de waarde van de nalatenschap kunstmatig te verlagen. Fictief legaat aangemerkte schulden worden uitgesloten omdat ze vaak bedekte bevoordelingen bevatten die niet als werkelijke schulden worden beschouwd.

51
Q

Wanneer zijn schulden ten aanzien van erfgenamen, legatarissen of begiftigden aftrekbaar in de nalatenschap?

A

Schulden ten aanzien van erfgenamen, legatarissen of begiftigden zijn alleen aftrekbaar in de nalatenschap als het bewijs van echtheid wordt aangetoond, of als de schuld werd aangegaan om een goed te verkrijgen dat tot de nalatenschap behoort. Dit is om te voorkomen dat schulden worden gecreëerd om de belastbare basis van de nalatenschap kunstmatig te verlagen.

52
Q

Wat houdt het stelsel van forfaitaire schulden in bij de aangifte van een nalatenschap?

A

Het stelsel van forfaitaire schulden biedt de mogelijkheid om de schulden van de nalatenschap forfaitair te waarderen in plaats van elke schuld afzonderlijk te documenteren en te waarderen. Dit omvat een forfait van 1.500 EUR voor de eigen schulden van de erflater (uitgezonderd schulden specifiek aangegaan om onroerende goederen te verwerven of te behouden), een forfait van 3.000 EUR voor de schulden van de gemeenschap, en een forfait van 6.000 EUR voor begrafeniskosten.

53
Q

Wat zijn de voorwaarden en beperkingen bij het gebruik van het forfaitaire schuldensysteem?

A

De forfaits voor eigen schulden en voor schulden van de gemeenschap zijn niet combineerbaar of cumuleerbaar. Bovendien is het forfait voor begrafeniskosten uitgesloten als er een uitvaartverzekering is. Als men kiest voor een forfait, moet men ofwel kiezen voor 1.500 EUR voor eigen schulden of 3.000 EUR voor gemeenschapsschulden.

54
Q

Hoe beïnvloedt een uitvaartverzekering het forfait voor begrafeniskosten in de nalatenschap?

A

Als er een uitvaartverzekering is, zoals een DELA-verzekering, die de begrafeniskosten dekt, kan het forfait van 6.000 EUR voor begrafeniskosten niet worden gebruikt. Echter, werkelijke begrafeniskosten die niet gedekt zijn door de verzekering, kunnen nog steeds worden opgenomen in de nalatenschap.

55
Q

Hoe worden niet-specifieke schulden en begrafeniskosten aangerekend op het passief van de nalatenschap?

A

Niet-specifieke schulden en begrafeniskosten worden eerst aangerekend op familiale ondernemingen, vervolgens op roerende goederen, en daarna op onroerende goederen. De vrijgestelde gezinswoning wordt als laatste in aanmerking genomen. Dit volgt de logica dat aftrekposten eerst worden toegepast op de minst belaste activa.

56
Q

Hoe worden specifieke schulden aangerekend in de nalatenschap?

A

Specifieke schulden, zoals schulden aangegaan om een onroerend goed te verwerven of te behouden, worden direct aangerekend op de betreffende goederen. Eventuele saldo’s van deze schulden worden beschouwd als niet-specifieke schulden en volgen de algemene aanrekeningsregels.

57
Q

Hoe worden schulden met betrekking tot de vrijgestelde gezinswoning aangerekend?

A

Schulden die specifiek betrekking hebben op de vrijgestelde gezinswoning worden eerst aangerekend op de waarde van de gezinswoning. Eventuele resterende schuldbedragen worden beschouwd als specifieke onroerende schulden en volgen de aanrekeningsregels voor onroerende goederen.