neuromythen Flashcards
hoofdstuk 1 (breindidactiek)
1
Q
metacognitie
A
het leren/het bewust worden van hoe plastisch/bewerkbaar ons brein is.
2
Q
we gebruiken maar 10% van ons brein
A
- gebruik vooral commerciële aanbieders geheugentrainingen
- GEEN ENKEL wetenschappelijk bewijs
-> relatieve activiteit: gebieden relatief meer actief
dan anderen (AFWISSELING) - hersenen ALTIJD actief, zelfs tijdens je slaap
- verbruik veel energie-> verlies van minder dan 10%
van hersenen grote gevolgen functioneren mens
3
Q
iedereen heeft een dominante linker& rechterhersenhelft
A
- specialistische taken: meer activiteit in 1 hersenhelft
- laterale specialisatie: specialistische deelfuncties
worden uitgevoerd uitgevoerd in specifieke gebieden
in 1 hersenhelft - linkerhelft (+ emotie): stuurt rechterkant lichaam
- rechterhelft (- emotie): stuurt linkerkant lichaam
-> leren & denken: beide helften werken samen +
verbonden via bijzondere sterke brug (corpus
callosum)
4
Q
geheugen is een soort opslagruimte in het brein
A
- geheugen= een proces -> structureel & chemisch
veranderd neuraal netwerk - KTG: vaak HERHALEN -> info naar LTG
=> proces van LTGherinnering & KTGherinnering:
in basis hetzelfde: zelfde neurale NW actief - NU: LTG & werkgeheugen
-> werkgeheugen: capaciteit om info tijdelijk op
te slaan
5
Q
ooit te oud om te leren
A
- hersenen= PLASTISCH -> gedachten, gevoelens &
ervaringen vormen ons brein - plasticiteit neemt af gedurende het ouder worden ->
gaten in het witten isoleer laagje (myeline) - ouderen -: lastiger het uitvoeren van snelheid &
efficientie => aandacht & concentratie - ouderen +: veel ervaring => betere
patroonherkenning, sneller intuitief oplossingen ->
makkelijker vertalen naar nieuwe context - oefenen= helpt neuraal VERVAL tegen te gaan
6
Q
we kunnen multitaksen
A
- 1 ding tegelijkertijd= BEWUSTE AANDACHT
- kunnen wel snel focus verleggen -> wisselen in AD
kost tijd & leidt tot fouten - min mogelijk afleidingen tijdens het leren
- BEWUST AD: richten & vasthouden kost inspanning
& doet beroep op werkgeheugen + PFC - AD: zorgt voor gemakkelijker aanleggen nieuwe verbindingen tussen hersencellen
7
Q
een fotografisch geheugen bestaat
A
- neurologische zeldzaamheid -> mensen geen leven,
moeten afsluiten om niet gek te worden - elk detail even hard binnen + onthouden ZONDER
selectie - idiots savants: bijzonder geestelijk vermogen 1
bepaald terrein (autistische stoornis) - Mnemo-technieken: zaken om dingen te onthouden
=> rijm, loci-methode=
* vb: boodschappenlijstje: leg de spullen
mentaal in je huis & leg denkbeeldig de route
van je huis af-> herinneren van verschillende
voorwerpen
8
Q
sluit aan op voorkeuren in leerstijl
A
- leerstijl= cognitieve stijl, onderwijsstijl of denkstijl
- leerstijltheorien: mensen voorkeur in wijze van
infoverwerking + beter leren als verwerken aansluit
op hun voorkeursstijl - veel onderzoek= discussies over
- sommige mensen beter verbaal of visueel geheugen hebben
- visueel geheugen: 1. in objecten; 2. ruimtelijk
veel leerstijltheorien niet bewezen MAAR wel woord dan beeldgeheugen - VARIEREN