mindsets: fixed & growth Flashcards
hoofdstuk 6 (breindidatiek)
1
Q
2 mindsets , strategieën & effecten
A
- uitdaging:
-> fixed mindset: vermijden
-> growth mindset: omarmen - hindernis:
-> FM: opgeven van tegenslag
-> GM: volhouden tegenslag - inspanning:
-> FM: zien als nutteloos
-> GM: zien als iets dat erbij hoort - kritiek:
-> FM: negeren van kritiek
-> GM: openstaan voor kritiek - succes anderen:
-> FM: zich bedreigd voelen voor het
-> GM: leren & geïnspireerd raken door - gevolg:
-> FM: bereiken sneller hun top & presteren onder
hun niveau
-> GM: zij benutten hun potentieel & presteren
steeds beter
2
Q
fixed mindset
A
- slim willen overkomen-> hoge status belangrijk
- denken dat kwaliteiten & vaardigheden vaststaan & niet ontwikkelen
- 2 kanten:
-> geen aanleg voor: dom
-> natuurtalent: slim -> moeiteloos - kunt ook telkens opnieuw dezelfde prestatie leveren
zolang je maar denkt dat je het beheerst - slechte prestaties= persoonlijkheidskenmerken
(ongeduldig)
3
Q
cognitieve dissonantie
A
bescherming mechanismen om ons zelfbeeld te beschermen wanneer we ons aangevallen voelen
4
Q
groei mindset
A
- verlangen om te leren
- echt beter kunt worden in iets door veel te oefenen
- leren van fouten & opnieuw proberen
5
Q
mindsets herkennen & domeinen
A
- FIXED MINDSET:
-> ik voel me slim als ik geen fouten maak & perfect doe zonder inspanning - GROWTH MINDSET:
-> ik kan het nog niet
-> ik vind het leuk als iets heel moeilijk is & ik het
met veel uitproberen toch onder te knie krijg
6
Q
rome was not built in a day
A
- FIXED MINDSET: if it wasn’t built in a day.. Maybe it wasn’t meant to be
- GROWTH MINDSET: mogelijkheden van een persoon kan je niet voorspellen op zijn intelligentie/ talent alleen => PASSIE/ TRAINING
7
Q
your intelligence mindset
A
- FM:
-> your intell is sth very bacis about you that can’t be
changed very much
-> you can learn new things, but you can’t really change how intelligent you are - GM:
-> no matter how much intelligence you have, you can always change it quite a bit
-> you can always substantially change how intelligent you are
8
Q
your personality mindset
A
- FM:
-> you are a certain kind of person and there is not much that can be done to really change that
-> no matter what kind of person you ate, you always change substantially - GM:
-> you can do things differently you have, but important parts of who you are can’t really be changed
-> you can always change basic things about the kind of person you are
9
Q
self filling profecy
A
- interacties ts mezelf & anderen
- zelfgemaakte waargebeurde voorspelling
-> EERSTE INDRUK: van lk kan mee invloed hebben op resultaat ll
-> zij kunnen het omdat jij dat denkt
10
Q
self-talk
A
- think-pair-share:
-> uitdagingen=
* GM: omarmen (makkelijk, dan zou ik er niks
bijleren)
* FM: vermijden (daar begin ik niet aan! te moeilijk
-> tegenslag=
* GM:doorzetten (niet verwacht, leerstof
herbekijken & evt hulp vragen)
* FM: opgeven (ik geef op! ik kan toch niet)
-> moeite doen=
* GM: noodzakelijk (blijven oefenen, oefenen &
uiteindelijk kom ik er dan wel)
* FM: nutteloos (als ik hard werk, betekent dat ik
niet goed genoeg ben)
11
Q
effect op zelfvertrouwen
A
- nieuwe uitdagende taken:
-> FM: een kwetsbare zelfvertrouwen dan GM => snel ondermijnd door tegenslagen & fouten
-> GM: krijgt juist meer zelfvertrouwen dat hij merkt dat hij leert & beter wordt - paradox:
-> benadrukken van hoe goed een kind iets doet stimuleert een fixed mindset & mogelijk faalangst
12
Q
proud to be vout: fouten & brein
A
- fouten maken is pijnlijk & vervelend (emotionele brein)
- door fouten te maken kunnen we ons ontwikkelen (zit ingebakken in ons brein)
-> brein is een dynamisch systeem - mislukken & fouten maken bieden jusit kans om te groeien & te ontwikkelen
13
Q
andere kant?
A
- voordelen FIXED MINDSET:
-> rust: ik jaag mezelf niet gemakkelijk over de kop
door alle uitdagingen aan te gaan
-> focus: concentreer op wat ik al goed kan, zo stress
minder
-> voorspelbaarheid: ik ben zoals ik ben
-> overzichtelijk: oordeel mijn & lln capaciteiten staat
vast
-> prestatiegericht: prestaties zeggen alles over mij.
talenten
-nadelen GROWTH MINDSET:
-> voortdurende innerlijke druk: moet & kan alles
ontwikkelen & leren
-> uitputting: learned out & misschien burn-out
-> focus: zoveel ontwikkelen lastig om te focussen
-> continu herijken: mijn vaardigheden &
capaciteiten ik kan altijd beter worden
-> gefrustreerde begeleider: zelf GM veronderstellen
rest ook & steek al energie in FM
14
Q
drie wezelijke vragen als docent
A
- geloof je in je eigen ontwikkelbaarheid? neem je mindset over jezelf onder de loep
-> je ziet pas ontwikkeling wanneer jezelf in ontwikkeling gelooft - geloof je in de ontwikkelbaarheid van lln? neem je mindset over lln onder de loep
-> invloed van stereotyperingen is nog steeds groot - gelooft de leerling in zijn ontwikkelbaarheid? neem de mindset v/d leerling onder loep
-> vertel een vb over je eigen ontwikkeling
15
Q
mindshift: tips om groei bij lln te stimuleren
A
- vertel over de maakbaarheid van het brein
- geef voorbeelden over jou eigen leren & ontwikkeling
- proud to be vout: stimuleer het leren van fouten
- geeft feedback op aanpak, proces & inspanning