groeigerichte feedback naar groeigericht gesprek Flashcards

hoofdstuk 7 (breindidactiek)

1
Q

feedback & brein

A
  • feedback= leren + helpen ontwikkeling
  • (-)FB: zwetende handen, knoop in de maag -> FB
    krijgen kan als een bedreiging aanzien worden
    -> zeker als het over jou gedrag/bepaalde taak
  • Amygdala kaping: het onbewuste(olifant) neemt over van het bewuste (berijder)
    • opmerkingen: word het striatum geactiveerd +
      dopamine komt vrij
      => waardering uiten= BELONING
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

groeigerichte FB: doorzetten of afhaken

A
  • FB geven op prestaties zin als: SNEL na prestatie doet
    -> angst voor tegenvallende resultaten GROTER=>
    motiveren om goed te presteren + stel
    verwachting over resultaat lager in
  • zo slim of beter accepteren nooit lukt, etc: creëren
    van FIXED MINDSET
  • FB geven op het proces van leren bij de leerling ->
    hoe leerling met uitdagingen, fouten, inspanning &
    tegenslagen gaat
  • jou feedback invloed op: hulpeloze reacties of doorzettende acties
  • opmerkingen over intelligentie of slimheid VERMIJDEN (- effect)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vermijd (geeft niet, je hebt je best gedaan)

A

-VERMIJD opmerkingen zoals: geeft niet je hebt je best gedaan=> indruk dat het er niet meer inzit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

feedback & leeftijdsgrens

A
  • PFC:
    -> 8-9jaar: is vooral actief als ze op scherm te zien
    krijgen dat ze op de goede weg zitten
    -> jongvolwassenen: vooral actief als ze op het
    scherm zien dat ze op de verkeerde weg zitten
  • neurale netwerken die +FB verwerken= al actief op
    jonge leeftijd-> jonge kinderen: leren uit meer +FB
  • netwerk die -FB verwerkt= ontwikkeld pas op latere
    leeftijd -> oudere kinderen & jongvolwassenen:
    leren meer uit fouten & correcties
    => switch ergens tss 8 & 12 jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoogbegaafdheid & FB

A
  • leerling die denkt alles vanzelf te kunnen= denkt erg slim te zijn=> loopt FIXED MINDSET op
  • ouders & leraren geprezen met aangeboren slimheid
    -> vaak niet geleerd om met uitdagingen om te
    gaan => niet geleerd om te leren
    -> lastigere taak= haakt sneller af=> gevoeliger voor
    status & zelfbeeld
  • geef ze uitdagingen (want anders lopen ze vast),
    vertel ze over het leren & brein, beloon zo hun
    inspanning inplaats van hun slimheid te prijzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

groeigericht gesprek met ASOOO

A
  • als docent veel vragen stellen-> brein leerling
    gestimuleerd openstaan ontwikkelen brein
    => dopamine stroomt
  • olifant & berijder beiden in optima forma & werken
    goed samen
  • begeleidt leerling naar innerlijke trots op eigen
    bijdrage=> INTRINSIEKE MOTIVATIE
  • woorden gebruiken bij vragen:
    -> aanpak, inspanning, tevreden, trots, uitdaging,
    eigen waardering,…
  • woorden NIET gebruiken:
    -> slim, snel; slecht, natuurtalent, beter dan
    andere,….
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

feedback bij de 2 mindsets

A
  • FIXED MINDSET:
    -> +: je bent een echt natuurtalent in…! Wat een
    aanleg!
    -> -: dat zit er niet in.. je broer bakte er ook niks van
  • GROWTH MINDSET:
    -> +: goede aanpak uitgeknobbeld, want.. Ik merk dat
    je vooruitgaat of hard hebt gewerkt, want..
    -> -: deze aanpak werkt blijkbaar niet. wat kun je nu
    proberen? je hebt er met de pet naar gegooid…
  • algemeen:
    -> vragen stellen aan leerling die hem
    stimuleert om een andere aanpak te proberen ->
    uitnodigen tot dieper nadenken + meer leereffect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

3 feedbackvormen

A
  • correctieve FB/succesfb: juist?fout?
    -> single loop: leerling leert niet zoveel, betrekking
    op het handelen, het zichtbare effect & gedrag
  • directieve FB/interventiefb: fout aangeven; hoe leerlingen fout kan verbeteren
    -> double loop: hoe leerling taak uitgevoerd heeft &
    te horen krijgt hoe het beter kan/moet
  • epistemische/kennisontwikkelende FB: stel open vragen; onderzoek hoe leerling denkt
    -> triple loop: zet lk ll tot nadenken door
    wie/wat/waarom/wanneer/hoe vragen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 manieren om FB te sturen

A
  • feedup: welke doelen? FB volgens doel
  • feedback: leerling is in deffensieve modus; kritiek op het werk; focus op verleden; nadruk op persoon
  • feedforward: advies op volgende keer; leerling motiveren; focus op de toekomst; nadruk op de taak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leerling veel inzet toont, maar het nog niet lukt:

A
  • Fouten maken moet! Ons brein groeit zodra we leren
    van onze fouten!
  • Je vindt dit heel erg lastig, maar je gaat echt vooruit.
    Ik zie hoe je groeit.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leerling de vaardigheden nog niet heeft om iets voor elkaar te krijgen:

A
  • laten we plan maken om dit onder de knie te krijgen
  • Probeer het nog eens. Dan kijken we waar het mis gaat & wat we daarvan kunnen leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

leerling vooruitgang boekt

A
  • Zeg, heb jij wel door hoeveel je vooruit bent gegaan
  • kijk eens hoe ver je al gekomen bent! weet je nog hoe lastig je dit vond in het begin.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gelukt door hard werken

A
  • al je harde werk & inspanning is echt beloond
  • je mag echt tevreden over hoe hard je hiervoor het gewerkt!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leerling weinig moeite heeft gedaan, mar wel gelukt is

A
  • we gaan de lat voor jou iets hoger leggen
  • Kun jij twee andere manieren bedenken om dit
    probleem op te lossen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leerling weinig moeite heeft gedaan en niet lukt

A
  • ik snap dat de moed je in de schoenen zakt. laten we de opdracht in kleinere stukjes opdelen, zodat het niet zo overweldigend is voor je.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

4 aspecten van de uitvoering van de opdracht

A
  • taakniveau: hoe leerling presteert op de taak
    -> vb. je moet meer staartdelingen oefenen met
    getallen boven de 1000
  • procesniveau: hoe leerling de taak aanpakt &
    begrijpt
    -> vb. ik zie in de uitwerking van de staartdelingen
    dat je steeds vergeet de tientallen af te trekken.
    ik denk dat het beter werkt als je het volgende
    probeert..
  • metacognitief niveau: zelfregulatie & motivatie van de leerling
    -> vb. je weet hoe je tientallen moet aftrekken, ga
    eens na in je uitwerking waar dit goed gaat en waar
    niet
  • persoonsniveau: de persoon van de leerling
    -> vb. die staartdeling heb je prima opgelost, goed
    gedaan!
17
Q

increase effort

A

toename in moeite bij de leerling

18
Q

increase aspiration

A

de wil om een nieuw doel te bereiken