Nederlands: taalbeschouwing - Zinsdelen aanvullen en afbouwen Flashcards
Geef een voorbeeld van het aanvullen van een zinsdeel.
Hij gebruikt een ganzenveer om te schrijven.
Hij gebruikt een zelfgemaakte ganzenveer van zijn vriend om te schrijven.
Hoe kan je een zinsdeel afbouwen?
Door woorden of woordgroepen weg te laten.
Hoe kan je een zinsdeel aanvullen?
Door woorden of woordgroepen toe te voegen.
Geef een voorbeeld van het afbouwen van een zinsdeel.
Dit mysterieuze handschrift bestaat uit krullige letters en schitterende tekeningen.
Dit mysterieuze handschrift bestaat uit letters en tekeningen.
Hoe kunnen zinsdelen langer worden?
- Door een bijvoeglijk naamwoord toe te voegen
- Door een toevoeging te doen na een zelfstandig naamwoord
Vul de zinsdelen die in hoofdletters staan, aan.
DE MAN werd gevangen gehouden.
De enge man die een moord had begaan werd gevangen gehouden
Vul de zinsdelen die in hoofdletters staan, aan.
Jij bent EIGENAAR VAN DIT BOEK.
Jij bent Maxim, de eigenaar van dit coole boek.
Vul de zinsdelen die in hoofdletters staan, aan.
Willen we EEN FEEST houden?
Willen we een groot feest voor iedereen houden?
Bouw de zinsdelen die in hoofdletters staan af.
Zodat de zin klopt.
In dit fantastische boek vind je ALLERLEI GEHEIME TRUCS.
In dit fantastischs boek vind je trucs.
Bouw de zinsdelen die in hoofdletters staan af.
Zodat de zin klopt.
DE BERUCHTE SCHAT VAN DE KEIZERIN zat vol met zwarte edelstenen.
De schat zat vol met zwarte edelstenen.
Bouw de zinsdelen die in hoofdletters staan af.
Zodat de zin klopt.
Ik schrijf geheimzinnige brieven MET ZELFGEMAAKTE ONZICHTBARE INKT.
Ik schrijf geheimzinnige brieven met inkt.