Nederlands - Onregelmatige stamtijden Flashcards
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bakken - bakte - gebakken
Nu jij voor : Aantijgen
teeg aan
aangetegen
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : bederven
bedierf
bedorven
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : bergen
borg
geborgen
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : bevelen
beval
bevolen
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : bezwijken
bezweek
bezweken
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : blazen
blies
geblazen
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : delven
delfde OF dolf
gedolven
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : dunken
docht
gedocht
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : ervaren
ervoer OF ervaarde
ervaren
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : genezen
genas
genezen
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : glimmen
glom
geglommen
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : heffen
hief
geheven
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : hoeven
hoefde
gehoeven
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : jagen
joeg
gejaagd
Geef de stamtijden zoals in dit voorbeeld:
Bak - bakte - gebakken
Nu jij voor : kwijten
kweet
gekweten