Nederlands In Gang Flashcards
1
Q
Daarnaast
A
علاوه بر این
2
Q
Geweld
A
خشونت
3
Q
Angst
A
ترس
4
Q
Discriminatie
A
تبعیض
5
Q
Taalgebruik
A
حرف ناپسند
بی ادبی
6
Q
Laat zien
A
نشان دادن
7
Q
Kan zien
A
میتونه باشه
8
Q
Bezig
A
مشغول
9
Q
Veilig
A
امن
10
Q
Handig
A
راحت
11
Q
Toevallig
A
شانس
12
Q
Zonnig
A
آفتابی
13
Q
Belachelijk
A
مضحک
14
Q
Duidelijk
A
به وضوح
15
Q
Smakelijk
A
خوشمزه
16
Q
Eigenlijk
A
در واقع
17
Q
Gemakkelijk
A
آسان
18
Q
Verschrikkelijk
A
وحشتناک
19
Q
Mogelijk
A
ممکن
20
Q
Opzeggen
A
لغو کردن
21
Q
Fitte
A
خوش اندام
22
Q
Aantrekkelijke
A
جذاب
23
Q
Meegaan
A
با هم اومدن
24
Q
Documentaire
A
مستند
25
Gesproken
ارواح
26
De ondertiteling
زیر نویس
27
Naar een verhaal van
بر اساس داستانی از...
28
De voorstelling
نمایش
29
Verkeerd
اشتباه
Wrong
30
Gekeken
Looked
31
Het begin
Beginning
آغاز
32
Draaien
نمایش دادن
Are showing
33
De hitte
گرما
34
Eerder
زودتر
35
Opgenomen
فیلم برداری شده
36
De wei
چمنزار
37
Aanwenen
عادت کردن
38
Meteen
به سرعت
Immediately
39
Gewend
عادت
40
Het landschap
چشم انداز
Landscape
41
Opletten
Pay attention
توجه کردن
42
De lucht
Sky
43
Anders
Different
44
Het gebied
Area
محیط
45
Echt
Real
46
Pakken
Packets
47
Stemming
روحیه
موود
48
Regelen
ترتیب دادن
49
Reishervinnering
خاطره سفر
50
Soldarteit
همبستگی
51
Alvast
در حال حاضر
52
Het bedrijf
شرکت
53
Ondertussen
در این میان
در این حین
54
Storing
نقص
55
Het gegevens
Data
داده ها
56
Uitgenodiged
Uitnodigen
دعوت کردم
دعوت کردن
57
58
Het deel
Episode, part
بخش، قسمت
59
Het publiek
Audience
مخاطب
تماشاگر
60
Vast
ثابت
61
Lusten
تمایل داشتن
62
Pittig
Spicy
63
Vreemd
Strange
عجیب
64
Gegevens
Data
دیتا
65
De storing
Fault
عیب نقص
66
De hypotheek
Mortgage
وام مسکن
67
De gechiedenis
History
تاریخچه
68
De filosfie
Philosophy
فلسفه
69
Het college
Class
کالج
70
Het tentanmen
بازرسی کردن
آزمایش کردن معاینه کردن
71
Veranderen
تغییردادن
عوض کردن
72
Ben je wel uitgerust?
خوب استراحت کردی؟
73
