Moeilijke woorden SEB Taak 6 Flashcards

1
Q

simulant

A

iemand die doet of hij een ziekte heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Pseudo

A

namaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

interim-rapport

A

voorlopig verslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nostalgie

A

een verlangen naar dingen/gebeurtenissen uit het verleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

obsessie

A

iets wat je niet uit je hoofd kunt zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

happy few

A

de groep van bevoorrechte personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

auditie

A

een uitvoering als proef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

aereool

A

om zichheen hangende sfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

stigmatiseren

A

iemand een stempel opdrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

raspoetin

A

iemand die teveel en ongewenste invloed heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wetenschap over god of godsdienst

A

Theologie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de handel van het eigen land beschermen

A

Protectionisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

het benadrukken van tegenstellingen

A

polarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

het geven van toestemming

A

permissie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

een groep vliegtuigen

A

squadron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

een vervangingsmiddel

A

substituut

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

een groep samenwerkende bedrijven, instellingen

A

syndicaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ziekelijke drang om je geslachtsdelen te tonen

A

exhibitionisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

de kennis van geneesmiddelen

A

farmacie

19
Q

zelfstandige staat voor joden nastreven

A

zionisme

20
Q

een oude bok lust nog wel een groen blaadje

A

oudere man met veel aandacht voor jonge vrouwen

21
Q

zijn snor drukken

A

ervandoor gaan

22
Q

tussen hamer en aambeeld

A

zich in een lastige situatie bevinden

23
Q

in eigen vlees snijden

A

zichzelf benadelen

24
Q

zijn oren jeuken

A

nieuwschierig zijn

25
Q

veel varkens maken de spoelding dun

A

als je met velen moet delen, krijgt ieder niet veel

26
Q

zijn licht bij iemand opsteken

A

zich door iemand laten informeren

27
Q

het is een druppel op een gloeiende plaat

A

dat helpt veel te weinig

28
Q

iemand raakt kant noch wal

A

dat slaat nergens op

29
Q

iemand iets in de mond leggen

A

ten onrechte beweren dat iemand een bepaald iets gezegd heeft

30
Q

afkerig van

A

weerzin voelend

31
Q

betwisten

A

van mening verschillend over de juistheid van het bezit van iets

32
Q

constitutie

A

grondwet

33
Q

drastisch

A

ingrijpen, krachtig

34
Q

evenwel

A

echter

35
Q

fauna

A

de gezamenlijke diersoorten in een bepaald gebied

36
Q

gestaag

A

zonder ophouden, voortdurend

37
Q

grondslag

A

basis, fundament

38
Q

inperking

A

beperken, kleiner maken

39
Q

karig

A

schraal, zuinig, niet overvloedig

40
Q

moreel

A

zedelijk, in overeenstemming met wat goed is

41
Q

kwalijk

A

slecht, niet zoals het hoort

42
Q

onbenut laten

A

niet gebruiken

43
Q

propaganda

A

politieke reclame

44
Q

voorheen

A

vroeger