Microscoopie de cel Flashcards
Kenmerken cel
- Alleen plantaardige cellen hebben een celwand
- De vorm van de cel verschilt naar gelang het soortweefsel
- De meeste cellen hebben een grootte tussen de 10 en 100 um = .10^-3 mm
- Alleen planten bevatten plastiden
Bouw eenheidsmembraan
Het is een dynamische dubbellaag = dubbellaag van fosfoliden
Functie eenheidsmembraan
1) transport van stoffen
a) CO2, O2, H2O, kleine ionen gaan rechtstreeks door het membraan of via een kanaaleiwit. Dit is passief transport. (Diffusie)
b) Grotere deeltjes zoals glucose gaan via het transporteiwit. Dit eiwit werkt selectief: het laat bepaalde stoffen door en andere niet. Gebeurt het transport tegen een concentratiegradiënt in, dan gaat het om actief transport. In de andere gevallen gaat het om passief transport.
c) Transport van grote deeltjes zoals hormonen, eiwitten, bacteriën verloopt via:
° Endocytose: opname en transport in kleine vesikels, afgesnoerd van het celmembraan
- > Fagocytose: opname van vaste deeltjes
- > Pinocytose: opname van vloeibere deeltjes
° Exocytose: een blaasje met bv. een hormoon buiten de cel gebracht.
2) herkeningsfunctie
suikers op vetten en eiwit zijn speciefieke receptoren voor het herkennen van bv. hormonen.
Bouw kern
- Omgeven door een dubbel eenheidsmembraan met poriën.
- Kernplasma
- Kernlichaampjes
- Chromatinedraden, bevatten DNA
Functie kernlichaampje
Aanmaak- en opstapelplaats van de twee subeenheden en ribosomen.
Ribosomen
Werkbank waarop eiwitten worden gemaakt.
Chromatinedraden
Als een cel in deling gaat, gaat elk chromatinedraadje zich sterk opwinden. Het geheel wordt dan kort en dik. We spreken dan over chromosomen. Elke lichaamscel van een bepaalde soort organisme heeft een welbepaald aantal chromosomen, en de vorm van die chromosomen is constant.
Chromosonen bij de mens
Bekijken we de mens, dan heeft die er 46 in elke lichaamscel
- > 22 paar chromosomen van deze 46 chromosomen komen zowel bij de man als bij de vrouw voor: AUTOSOMEN. Telkens zijn er per celkern 2 autosomen die, wat grootte en vorm betreft, gelijk zijn: de HOMOLOGE CHROMOSOMEN. We krijgen immers telkens één exemplaar van onze mama en één exemplaar van onze papa
- > 1 paar GESLACHTSCHROMOSOMEN of HETEROSOMEN
Cytoplasma
Het cytoplasma is omgeven door het celmembraan; dis is een eenheidsmembraan en doet dienst als douaneposte.
Bouw mitochondrium
Dit organel heeft een dubbel membraan
Functie mitochondrium
- Het is onze “kerncentrale”. Hier wordt glucose verbrand zodat er energie vrijkomt. Spiercellen bevatten dan ook heel wat mitochondria.
- Het bevat DNA dat maternaal overerft.
- Glucose + O2 -> Energie + CO2 + H2O
- Zowel een bladgroenkorrel als een mitochondrium hebben een dubbel eenheidsmembraan, eigen ribosomen en eigen DNA omdat ze in de loop van de evolutie door endosythose in de cel zijn opgenomen. Ooit waren ze zelfstandige levende wezentjes.
Endoplasmatisch Reticulum
Het is omgeven door een dubbel eenheidsmembraan.
- Glad E.R. ( S.E.R.): draagt geen ribosomen; hierin wordt vet aangemaakt.
- Ruw E.R. ( R.E.R.): Draagt ribosomen waarop eiwitten worden aangemaakt. Die eiwitten zijn bestemd voor de celmembraan of buiten de cel
Golgi-apparaat
Omgeven door een eenheidsmembraan.
Je kan dit organel vergelijken met een postkantoor dat de eiwitten en de vetten aangemaakt op het E.R. verpakt en verzendt. In kliercellen is dit organel dan ook zeer goed ontwikkeld.
Lysosoom
Omgeven door een dubbel eenheidsmembraan en zorgt voor vertering IN de cel. Enkel dierlijke cellen hebben lysosomen.
Een lysosoom bevat verteringsenzymen. Deze zorgen voor het verteren van vreemde elementen, dode cellen en celcomponenten zoals afgestorven mitichondria.
Plastiden
Typisch voor een plant en omgeven door een eenheidsmembraan.