EX juni Flashcards
Seksueel overdraagbare aandoeningen
Seksueel overdraagbare aandoeningen of soa (ook venerische ziekten genoemd) is een verzamelnaam voor frequent voorkomende infectieziekten die je voornamelijk door seksueel contact kan oplopen. De ziekteverwekkers van soa zijn bacteriën en virussen.
Erfelijke kenmerken
Kenmerken uit vorige generaties
Overerving
Het overgaan van kenmerken van de ene generatie naar de andere
Erfelijkheidsleer
(= genetica): De wetenschap die het mechanisme van de overerving bestudeerd
Kruising
Twee organismen die in een of meer kenmerken van elkaar verschillen, zich onderling geslachtelijk voortplanten
Monohybride kruisingen
Kruisingen tussen twee organismen, waarbij men let op de overerving van één erfelijk kenmerk
Hybride
Elke nakomeling van twee ouders die minstens één kenmerk van elkaar verschillen
Splitsingwet
(= segregatiewet): Erffactoren komen in paren voor. Bij de vorming van da gameten worden de paren van erffactoren gescheiden, gesplitst en bij de vorming van de zygote worden nieuwe combinaties van twee factoren gevormd.
Genen
Erffactoren
Allelen
De verschillende vormen waarin een gen kan voorkomen
Fenotype
Organismen die dezelfde waarneembare kenmerken hebben
Genotype
Organismen die dezelfde erffactoren hebben
Homozygoot (= raszuiver)
Allelen die voor een kenmerk identiek zijn (AA of aa)
Heterozygoot
(= niet-ras-zuiver): Allelen die voor een kenmerk niet identiek zijn (Aa)
Dominante allel
Kenmerk dat tot uiting komt in het fenotype zowel bij een homozygoot als bij een heterozygoot genotype
Recessieve allel
Kenmerk dat tot uiting komt in het fenotype als ze in een homozygoot genotype aanwezig zijn
Intermediair kenmerk
Mengvorm van beide homozygote genotypen
Dihybride kruisingen
Kruisingen tussen twee organismen, waarbij men let op de overerving van twee erfelijke kenmerken tegelijk; alle andere worden buiten beschouwing gelaten
Onafhankelijkheidswet
De allelen van een alleenpaar gedragen zich bij overerving onafhankelijk van de alleen van een ander allelenpaar
Chromosoom
Verzameling van lineair geordende genen
Locus
Precieze plaats van een gen op een chromosoom
Multipele allelen
Meer dan twee allelen van één gen zijn aanwezig
Polygenie
Interactie tussen genen waarbij genen samenwerken om 1 fenotypisch kenmerk tot stand te brengen
Polygenie met dominantie
Een fenotypisch kenmerk wordt verkregen door twee (of meer) onafhankelijke dominante genen
Cumulatieve polygenie
De gradatie van het fenotypisch kenmerk is recht everedig met het aantal inwerkende genen
Crossing-over
Ter hoogte van een chiasma breken er stukjes chromatiek af en de niet-zusterchromatiden wisselen met elkaar uit