materieel strafrecht Flashcards

1
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke versie van strafrecht zie je binnen de archaische rechtscultuur?

A

nadruk op wat uiterlijk wordt waargenomen

gaat dus niet om de dader, maar om de daad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gevolgaansprakelijkheid

A

werd de strafmaat in hoofdzaak bepaald door de maat van de aangerichte schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom werden dieren bestraft in een dierenproces?

A

dieren = rechtssubjecten

  • gewone gerechtelijke procedure
  • had dus geen betrekking op schuld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom werd er gebruik gemaakt van gevolgaansprakelijkheid?

A

er werd nog niet gekeken naar schuld of opzet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom was het een probleem dat er geen ontoerekeningvatbaarheid / schulduitsluitingsgronden waren?

A

bij een accusatoir proces staan de ‘dommen en dullen’ terecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom was er zo een heftige straf bij personen die zelfmoord pleegden?

A

FILIPS WIELANT 1510 = hoge straf want enormiteit van daad = “wie zichzelf dood, die doodt ziel en lichaam”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

straffen voor personen die zelfmoord hadden gepleegd?

A

inbreuk jegens de goddelijke majesteit → ezelsbegrafenis (kerkelijk recht) of een schandstraf (wereldlijk recht)

“sleepstraf”= sleepstraf’ was bedoeld om de daad publiekelijk te veroordelen en afschrikking te bieden ==> vervolging op de galg gehangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waren pogingshandelingen strafbaar voor 1200?

A

Nee, geen strafbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

overgang van materieel strafrecht in late middeleeuwen? 1200

A

==> overgang van daadstraf naar schuldstrafrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat hield het schuldstrafrecht in?

A

Dat er wordt gekeken naar de toerekenbaarheid en verwijtbaarheid van de dader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

moraaltheologie over toerekenbaarheid?

A

1: wat als de zonde is vergeven –> wegnemen van verwijtbaarheid
2:ieder mens kan redeneren in begrippen als goed of kwaad en aan de hand hiervan zal handelen, wetende dat dit handelen acceptabelof onacceptabel is. Jonge kinderen en mensen met een psychische stoornis konden dit echter niet; zij wisten het onderscheid tussen goed en kwaad immers niet en derhalve kan hen dan ook geen verwijt worden gemaakt

thomas van aquino

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

thomas van aquino over restitutieleer?

A

De restitutieleer houdt dus in dat wanneer iets weg wordt genomen, het terug moet worden gegeven. Als het niet precies kan worden teruggegeven, dan een soortgelijk goed. Kan dit tevens niet, dan een geldbedrag ter vergoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke elementen vanuit het romeinse recht worden overgenomen door eerst de canonisten en daarna de wereldlijke juristen?

A

zowel objectieve als subjectieve bestanddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke objectieve als subjectieve bestanddelen zien we in het romeins recht?

A

→ subjectieve elementen: dolus + culpa + animus
→ leeftijdsgrenzen: 7 jaar - 14 jaar
Animus → oogmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekent dolus in het romeins recht?

A

opzet

17
Q

culpa? =

A

schuld of nalatigheid.

18
Q

wanneer zien we principe van leeftijdsgrenzen verschijnen?

A

door de doorwerking van romeins recht

19
Q

welke soort leeftijdsgrenzen zien we na 1500?

A

1) Leeftijdsgrenzen 7 en 14 jaar
(2) Onder 7 jaar : doli incapax (niet in staat om boos opzet te vormen).
Vanaf 14 jaar : doli capax (in staat om boos opzet te vormen).

(3) Tussen 7 en 14 jaar : oordeel van de rechter

20
Q

wat werd er gezegd over dronkenschap als uitsluitingsgrond?

A

eerst: Wielant: “.. tenzij zij zichzelf doleus dronken hebben gemaakt”
hierna: Johannes Voet “… verdachte heeft zich opzettelijke en onachtzaam in een gevaarlijke situatie begeven”

21
Q

welke specifieke delicten noemt wielant als een schulduitsluitingsgrond?

A
  • deelneming
  • recidive
  • samenloop
  • strafbare poging
  • levensdelicten
22
Q

wat was de bestraffing bij deelneming?

A

Alle deelnemers dezelfde straf

vaak keek de rechter wel hoe betrokken ze waren - bepaling van de mate

23
Q

hoe werkte bestraffing bij samenloop en recidive?

A

Straf oplopend in zwaarte in geval van recidive

zwaarste delict werd gebruikt bij samenloop

24
Q

wat werd bij de strafbare poging bestraft (filips wielant)

A

de criminele intentie van de dader
in het geval van een mislukte of verhinderde uitvoering van een delict

25
Q

Wat speelde een grote rol in de bestraffing van een levensdelict? (doodslag, en moord)

A

indirect doodslag -> opzet gericht op de daad
directe doodslag -> opzet gericht op daad én het resultaat

26
Q

Wat straf je dus bij moord?

A

opzet bij de daad en niet op het gevolg

27
Q

wat zegt Filips Wieland over zelfdoding en de straf hiervan?

A

gestraft tenzij ‘een ziekte, gebrek van de geest of grote melancholie’

28
Q

wat gebeurde er in de zaak van Gerrit Spaendonck?

A

17 jarig jongetje - zelfmoord

eis: lichaam naar galgenveld moet worden gesleept - en zijn goederen verloren

29
Q

waarom werden de dode lichamen van personen die zelfmoord hadden gepleegd alsnog bestraft?

A

aanvankelijk als voorzorgmaatregel - angst voor vampieren
hierna: schande als vanuit religie en het kerkelijk recht

30
Q

Hoe speelt de schuldstrafrecht door op het gebied van zelfdoding?

A

Wilde een suïcidant voortaan worden gestraft, dan moest zijn levensberoving aan hem kunnen worden aangerekend. En zo werd de verwijtbare zelfdoding voortaan onderscheiden van de verontschuldigbare zelfdoding.

31
Q

wat houden verwijtbare zelfdoding en verontschuldigbare zelfdoding in?

A

In beide gevallen had de dader opzettelijk een einde aan zijn leven gemaakt, maar in het tweede geval kon hem niet kwalijk worden genomen dat hij dat had gedaan. Dan had de dader een einde aan zijn leven gemaakt omdat hij bijvoorbeeld leed aan een zware ziekte, of aan een psychische stoornis, of hij had zijn leven had beëindigd uit mistroostigheid of wanhoop.

verwijtbaar: wanneer je bv door zelfdoding aan de arm van de wet probeerde te ontkomen –> kunt hem dan alleen straffen voor de zelfdoding

32
Q

postume bestraffing van gillis van ledenberg? (1619)

A

pleegde zelfmoord tijdens proces van hoogverraad?

werd buiten Den Haag het gekiste lichaam van Gilles van Ledenberg aan de galg gehangen.

33
Q

Matthaeus II en zijn invloed op schulduitsluitingsgronden binnen het nederlands strafrecht?

A

nadruk legde op de intentie en toerekeningsvatbaarheid van de dader –> menselijke benadering en flexibele benadering van strafrecht

34
Q

Matthaeus II en differentatie binnen verschillende gradaties van verwijtbaarheid en uitsluitingsgronden?

A

Poena ordinaria= gewone straf
poena extra ordinem= de poging dient lichter te worden gestraft.

35
Q
A