Maslow + Herzberg Flashcards

1
Q

Behoefte theorie Maslow

A
  1. fundamentele behoeften: ontstaan uit tekort.

2. groeibehoeften : komen voort uit tendens voor groei.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Maslow:

  1. Lagere fundamentele behoeften
  2. Hogere fundamentele behoeften
A
  1. de fysiologische behoeften
    2.
    (a) de behoefte aan veiligheid en zekerheid en
    (b) behoeften zoals liefde, samenhorigheid en genegenheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Maslow:

Groeibehoeften

A

Voorbeelden zijn: het nastreven van schoonheid, wijsheid, volmaaktheid, goedheid, rechtvaardigheid,…. Deze laatste behoeften zijn dus meer ethische behoeften en staan los van de fundamentele.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Herzberg: Twee factoren theorie

Reductie tot twee soorten noden

A

Lichamelijke behoeften: gemeenschappelijk met dieren

Psychologische noden: komen overeen met hogere noden en hebben grondslag in de rede. (Zelfontplooiing)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Herzberg methode

A

Critical incidents method: informanten werden gevraagd om zowel een positief als een negatief moment te beschrijven in het verleden waarbij ze zich in een werksituatie heel goed, respectievelijk heel slecht hadden gevoeld.(n=200 middenklasse)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Herzberg conclusies

A
  1. de factoren die tevredenheid bepalen niet dezelfde als die ontevredenheid bepalen.
  2. tevredenheid en ontevredenheid zijn twee verschillende toestanden
  3. tevredenheid hangt
    samen met motivatie en slechts indirect met performantie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Herzberg: Motivatoren (Intrinsiek)

A
  1. Mogelijkheid tot presteren en hierin succesvol zijn
  2. Erkenning en waardering
  3. Het werk zelf
  4. Mogelijkheid om verantwoordelijkheid op te nemen
  5. Groei- of ontplooiingsmogelijkheden
  6. Promotiemogelijkheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herzberg: Hygiëne factoren (Extrinsiek)

A
  1. de arbeidsomstandigheden
  2. werkzekerheid
  3. het loon
  4. de supervisie
  5. de collega’s
  6. het beleid van de organisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor theorie is Herzberg zijn theorie?

A

Herzberg beperkt zich in zijn theorie tot tevredenheid of satisfactie.

In zekere zin ook over motivatie.

slechts indirect over performantie: tevredenheid mediator tussen arbeidsomstandigheden en performantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Inhoudelijke kritiek: Herzberg

A
  1. Dualistische beeld te ver doorgedreven.
  2. Dualiteit tussen motivatoren en hygiëne factoren eerder kunstmatig: Beide soorten factoren hangen samen en er is zelfs in zekere zin overlap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Methodologische kritieken: Herzberg

A
  1. Baseert zijn conclusies op frequentie. belang af te wegen op deze manier?
  2. baseert zich op een selecte steekproef van middenkaders (‘sampling bias’).
  3. ) De resultaten van Herzberg zijn methodegebonden. Men verkrijgt slechts dezelfde resultaten als zijn methode wordt gebruikt. (Self-serving bias)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Empirische hoofdkritiek: Herzberg

A

Herzbergs tweefactoren theorie is empirisch niet houdbaar. Beide soorten factoren beïnvloeden immers zowel tevredenheid als ontevredenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Herzbergs tweefactoren theorie niet nutteloos

A

De onderzoek leidt immers tot de genuanceerde conclusie dat motivatoren belangrijker zijn dan hygiëne factoren in het bepalen van tevredenheid of onvrede. Dit is een belangrijke vaststelling voor het herontwerp van functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly