Job demand control model (JDCM) van Karasek Flashcards
Twee relevante dimensies binnen de arbeidssituatie.
Taakeisen
Beslissingsruimte
Taakeisen
(1) De werkdruk: hoeveel werk ik moet doen.
(2) De tijd waarin je een bepaalde hoeveelheid werk moet doen.
(3) De moeilijkheidsgraad of de complexiteit van het werk.
(4) De eisen die het werk stelt
(5) Rolambiguïteit.
Beslissingsruimte
De beslissingsruimte verwijst naar de mogelijkheden voor de WN om zelf in te grijpen in de arbeidssituatie.
Kan gemeten worden door autonomie maar ook door vaardigheidsbenutting
De combinatie van beide dimensies beïnvloedt zowel stress als motivatie
De combinatie van taakeisen en beslissingsruimte is essentieel opdat er sprake zou kunnen zijn van stress of motivatie en groei.
Het model gaat uit van 4 kwadranten die bepaald worden door de graad van controle en de graad van taakeisen.
Strains
Strains zijn spanningen of klachten die ontstaan vanuit een ongunstige combinatie van taakeisen en beslissingsruimte.
Kwadranten
- de ‘high strain job’: hoge werklast + lage beslissingsruimte.
- de ‘low strain job’: beperkte hoeveelheid taken en grote autonomie.
- Passief (lage taakeisen, lage autonomie)
- Actief: veel werk en veel controle
De uitkomstenvariabele ‘strains’ wordt voorspeld door de combinatie van taakeisen en beslissingsruimte. Is deze ‘combinatie’ echter additief of eerder multiplicatief op te vatten?
- Wanneer het effect additief is, dan hebben zowel werkdruk als controle onafhankelijk van elkaar een effect op het welzijn. Het effect van het ene wordt dan gewoon opgeteld bij het effect van het andere
- De multiplicatieve hypothese stelt dat het samengaan van hoge druk en weinig autonomie problematischer is dan het louter optellen van de gevolgen van de twee afzonderlijke factoren. Als men beide OV’s vermenigvuldigd is het effect sterker negatief dan wanneer men ze zou optellen. Er is dan sprake van een interactie-effect.
Ontplooiing en motivatie
Als taakeisen en controlemogelijkheden in gelijke mate opgaan, dan kan er sprake zijn van ontplooiing en motivatie. Men wil nagaan wat er motiverend is en wat er leidt tot leer- of groeimogelijkheden. Er wordt aangenomen dat als de werklast stijgt en ook de beslissingsruimte groter wordt, het werk meer uitdagend wordt en tot meer activatie leidt.
Latere uitbreiding van het model met sociale ondersteuning
Dit aspect werd in een latere versie van het JDCM geïntegreerd. Vandaar dat het JDCM ook wel eens demand-control-support model wordt genoemd.
Latere uitbreiding van het model met sociale ondersteuning: Meeste en minste stress
Meeste stress
In een functie met hoge taakeisen, weinig controlemogelijkheden en weinig sociale ondersteuning is de kans op stress het hoogst.
Minste stress
In de functies met weinig taakeisen, veel controlemogelijkheden en veel sociale ondersteuning komen de minste strains voor.
De hypothese waarin een gebrek aan balans tussen ‘demands’ en ‘control’ tot strains leiden
de strainhypothese
De hypothese waarin een gebrek aan balans tussen ‘demands’ en ‘control’ tot strains leiden met toevoeging van het aspect sociale steun.
de isostrainhypothese: gaat uit van additief verband.
Toevoeging persoonlijkheidskenmerken aan het oorspronkelijke model
In het JDCM wordt aandacht gevraagd voor twee persoonlijkheidskenmerken die in het verlengde van het model zelf liggen: controlemogelijkheden en de accumulatie van spanningen. Er zijn twee lange termijn-dynamieken te onderscheiden.
- Negatieve accumulatie van spanningen (‘negatieve spiraal’)
- Positieve spiraal
Toevoeging omgeving
- arbeidspsychologie wordt met omgeving de werkcontext bedoeld.
- De hoeveelheid taakeisen, autonomie en sociale controle worden immers door het management vastgelegd.
- Stress en groeimogelijkheden hebben invloed op de gezondheid van werknemers.
- Volgens dit model leidt actief gedrag tot ‘performance’. Maar de techniek heeft natuurlijk ook zijn invloed. Om productiviteit te verhogen moet men dus rekening houden met de kenmerken van het werk en met de kenmerken van de context.
Instrumenten om het model te meten
- Job Content Questionnaire
Standaard bevat deze vragenlijst 27 items, maar er is ook een lange versie met 49 items en een verkorte versie met 10 items. - WEBA
Deze methode werd mede door Karasek geïnspireerd en wordt ingevuld door een externe observato
De test screent 7 potentialiteiten zoals: moeilijkheidsgraad van de taak, autonomie, of men iets kan afwerken,… op hun voorkomen. Aan de hand van de aan- of afwezigheid van deze potentialiteiten worden twee scores berekend: de risico’s op stress en de ontplooiingsmogelijkheden.