Lesson 5 Flashcards
1
Q
geven
A
あたえる 与える
2
Q
een school waar buitenlandse studenten studeren
A
留学さき 留学先
3
Q
een kantoorbediende
A
じむいん 事務員
4
Q
nederige vorm v 聞く(vragen)
A
うかがう 伺う
5
Q
een gebouw
A
建物
6
Q
kamer X
A
Xごうしつ 号室
7
Q
een ingang (v/e huis/gebouw)
A
げんかん 玄関
8
Q
poster (geplakt aan een gebouw)
A
はりがみ 貼り紙
9
Q
(iets) opmerken
A
～に 気がつく
10
Q
om aan te kondigen
A
発表する
11
Q
een plaats
A
場所
12
Q
(iemand) raadplegen over (iets)
A
そうだんする 相談する
13
Q
een level
A
レベル
14
Q
verhuizen (naar~)
A
～に うつる 移る
15
Q
nog een beetje verbetering nodig
A
もういっぽ もう一歩
16
Q
goed zijn, in goede staat zijn
A
ちゃんとしている
17
Q
met veel moeite
A
せっかく
18
Q
een voorbereiding
A
よしゅう 予習
19
Q
enorm
A
ものすごく
20
Q
moderne geschiedenis
A
げんだいし 現代史
21
Q
sociologie
A
社会学
22
Q
redelijk, vrij, behoorlijk
A
けっこう
23
Q
toestand, staat
A
ちょうし 調子
24
Q
bezorgd zijn
A
心配だ
25
maar, en toch
そうかと言って
26
zien hoe het gaat
ようすを見る 様子を見る
27
lid van een club
ぶいん 部員
28
iemand uitnodigen om lid te worden (van een club)
かんゆう 勧誘
29
in het midden van iets doen
～ちゅう 中
30
~ club
～ぶ 部
31
eiland
しま 島
32
Hey! (manier om iemands aandacht te trekken)
ねえ
33
nou... (wanneer je naar juiste woorden zoekt)
ええと
34
Oh, echt?
ふうん
35
pub in Japanse stijl
いざかや 居酒屋
36
nieuwe student
新入生
37
welkomfeest
かんげいかい 歓迎会
38
om, zodat
ために
39
ingangsexamen
入学試験
40
heel moeilijk
いっしょうけんめい 一生けんめい
41
in de toekomst
将来
42
eersteklas
いちりゅうの いちりゅうの
43
een job vinden/krijgen
しゅうしょくする 就職する
44
student, leerling (niet 学生)
せいと 生徒
45
verhogen
～が ふえる 増える
46
natuurlijk
もちろん
47
geschreven vorm van
かえらず 帰らず
48
naschoolse school
じゅく 塾
49
school gemaakt om studenten te voorbereiden voor hogeschool ingangsexamen
よびこう 予備校
50
(een examen) passen/doorlaten
パスする
51
(een examen) falen
(試験に) おちる 落ちる
52
X of Y
X か Y
53
meesterloze samura, een hoge school student die een jaar studeert voor ingangsexamen
ろうにん 浪人
54
het volgende jaar
次のとし 年
55
een neiging
けいこう 傾向
56
recent
最近
57
zeker (certainly)
たしかに 確かに
58
belangrijk
たいせつ 大切な
59
survey, onderzoek
ちょうさ 調査
60
volgens ~
～によると
61
leuk vinden
すく 好く
62
reden
りゆう 理由
63
afname in nummer v kinderen door laag geboortecijfer
しょうしか 少子化
64
weinig, laag in aantal
すくない 少ない
65
ook, bovendien
また
66
sterk
強い
67
betreffende
～に関して
68
makkelijk, comfortabel, makkelijk leven leiden
らく 楽な
69
hoorcollege
こうぎ 講義
70
punt
点
71
belangrijk
じゅうよう 重要な
72
~eerste
～だいいち 第一
73
elk jaar
ねんねん 年々
74
percent
パーセント
75
socialisatie, friendschap
つきあい 付き合い
76
verminderen
へる 減る
77
periode
時代
