Lesson 4 Flashcards
1
Q
toestemming
A
きょか 許可
2
Q
foto
A
写真
3
Q
portemonnee
A
さいふ 財布
4
Q
lengte (hoogte)
A
背
5
Q
Amerikaanse geschiedeni
A
アメリカし アメリカ史
6
Q
advocaat
A
べんごし 弁護士
7
Q
niet bijzonder
A
別~ない
8
Q
zeldzaam
A
めずらしい 珍しい
9
Q
(iemands) oudere broer
A
お兄さん
10
Q
(iemands) jongere zus
A
妹さん
11
Q
(eigen) oudere broer
A
兄
12
Q
lijken op ~
A
(~に) にている 似ている
13
Q
schattig
A
可愛い
14
Q
totaal niet
A
全然~ない
15
Q
ik vraag mij af, huh?
A
~かな
16
Q
staatshoofdstad
A
しゅうと州都
17
Q
populatie
A
じんこう 人口
18
Q
als ik het mij goed herinner
A
たしか
19
Q
een fout maken
A
間違える
20
Q
tweede (grootste)
A
二番目に
21
Q
echt?, ben je srs?
A
へえ
22
Q
bekend
A
有名な
23
Q
gouverneur
A
ちじ 知事
24
Q
een meer
A
みずうみ 湖
25
Q
winter
A
冬
26
Q
lente
A
春
27
Q
herfst
A
秋
28
Q
geweldig
A
すばらしい
29
Q
jullie allemaal
A
皆さん
30
Q
verzoeken, vragen voor
A
もとめる 求める
31
Q
treinstation
A
駅
32
Q
ver
A
とおい 遠い
33
Q
fiets
A
自転車
34
Q
lenen
A
借りる