Lesson 11 Flashcards
1
Q
probleem
A
問題
2
Q
klachts
A
文句
3
Q
zich verontschuldigen
A
あやまる 謝る
4
Q
laat zijn
A
遅い
5
Q
in de stad
A
街で
6
Q
toevallig (elkaar ontmoeten)
A
ぱったり
7
Q
caffeetje (koffieshop)
A
喫茶店
8
Q
snel en gestaag, in een snel tempo
A
どんどん
9
Q
tijd passeert
A
じかんがだつ
10
Q
avondeten
A
晩ご飯
11
Q
teleurgesteld voelen
A
かっかりする
12
Q
iets zit je dwars, je zorgen maken (over), je zorgen maken
A
~が 気になる
13
Q
hoe hard (iemand) het ook probeert
A
どうしても
14
Q
geabsorbeerd worden in het gesprek (tijdens het spreken)
A
話し込む
15
Q
informele vorm van ください
A
ちょうだい
16
Q
aandacht geven aan, voorzicht zijn voor
A
~に 気を付ける
17
Q
relatie
A
関係
18
Q
brief
A
手紙
19
Q
onafhankelijk
A
どくりつした 独立した
20
Q
persoon, mens
A
人間
21
Q
op een bep manier
A
なんだか 何だか
22
Q
(iemand over iets) informeren
A
~に … を 知らせる
23
Q
overslapen
A
寝坊する
24
Q
niet goed, zou beter niet doen
A
だめ な
25
iemand straffen/uitschelden (scold), uitmaken
しかる
26
onfatsoenlijk
みっともない
27
boos uitschelden
おこる
28
been, voet
足
29
zijde
よこ 横
30
mond
口
31
zich ermee bemoeien
口をはさむ
32
kieskeurig zijn, overdreven kritisch
やかましい
33
doorzetten, verdragen
がまんする 我慢する
34
leven
くらす 暮らす
35
kort
みじかい 短い
36
ongeveer
やく 約
37
(tijd) spenderen
すごす 過ごす
38
verschillende
色々
39
verkrijgen, leren
える 得る
40
lachen, glimlach
えがお 笑顔
41
passen bij; overeenkomen met; worden; zijn als
にあう 似合う
42
vrolijk
あかるい 明るい
43
lief, vriendelijk
やさしい
44
zich zorgen maken over
きづかう 気遣う
45
staat; situatie; verschijning; manier
さま 様
46
figuratief uitdrukken
けいようする 形容
47
zodanig dat; in de mate dat~
~くらいだ
48
het middelste deel weggelaten, ellips
ちゅうりゃく 中略
49
zij; vriendin
かのじょ 彼女
50
smelten in; deel worden van
とけこむ 溶け込む
51
elkaar voor de gek houden
ふざけあう ふざけ合う
52
gewoon zijn (van iets te doen)
WW + VT ものだ
53
jongere broer
おとうと 弟
54
gebaar
みぶり 身振り
55
handgebaar
てぶり 手振り
56
verschil
そうい 相違
57
hetgeen dat men net heeft geleerd
習いたての
58
actief
せっきょくてきに 積極的に
59
participeren in ~
~に さんかする 参加する
60
vraagstellen; informeren
たずねる 尋ねる
61
Amerikaanse manier
アメリカ流 りゅう
62
altijd (geschreven expressie)
つねに 常に
63
(iets) keert terug (intransitief)
かえる 返る
64
begrijpen; overtuigd zijn
なっとくする 納得する
65
het einde
しまい
66
een zet doen voor de andere het doet (in anticipatie van die zijn zet)
せんてをうつ 先手を打つ
67
verschillende cultuur
いぶんか 異文化
68
sfeer
けん 圏
69
persoonlijk
みをもって 身を以て
70
om redenen van
~じょう 上
71
te veel zijn (tolereren)
めにあまる 目に余る
72
(iets) stoort iemand, (iets) maakt iemand ongemakkelijk
~が 気にかかる
73
waarschuwen; adviseren
注意する
74
advies
じょげん 助言
75
vele keren
なんど 何度となく
76
kritisch
くちやかましい 口喧しい
77
achter iemands rug
かげで 陰で
78
fluisterend, in geheim
こそこそと
79
slecht spreken over (iemand)
わるぐち 悪口を言う
80
toegeeflijk zijn
甘くする あまく
81
onsuccesvol zijn; falen
しっぱいする 失敗する
82
gebruik
しよう 使用
83
verkouden zijn
かぜをひく 風邪をひく
84
zonder limiet
むげん 無限に
85
resultaat
結果
86
miso soep
みそ汁
87
totaal niet
まったく 全く~ない
88
op het einde
最後に
89
was
洗濯
90
gradueel
だんだんと
91
geest van onafhankelijkheid
どくりつせいしん 独立精神
92
vervagen, afnemen
うすらぐ 薄らぐ
93
spijt van hebben
くやむ 悔やむ
94
waarheid
しんの 真の
95
obstakel
さまたげ 妨げ
96
wenen, tranen later
なみだをながす 涙を流す
97
absoluut niet, nooit
けっして 決して~ない
98
verspillend
むだ 無駄な
99
dagen
ひび 日々
100
laatste deel is weggelaten
こうりゃく 後略
101
iemands gedachten/indrukken
かんそう 感想
102
collectie v essays
ぶんしゅう 文集
103
eerste jaar van Heisei
へいせいねん 平成年