Lesson 11 Flashcards

1
Q

probleem

A

問題

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klachts

A

文句

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

zich verontschuldigen

A

あやまる 謝る

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

laat zijn

A

遅い

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

in de stad

A

街で

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

toevallig (elkaar ontmoeten)

A

ぱったり

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

caffeetje (koffieshop)

A

喫茶店

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

snel en gestaag, in een snel tempo

A

どんどん

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tijd passeert

A

じかんがだつ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

avondeten

A

晩ご飯

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

teleurgesteld voelen

A

かっかりする

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

iets zit je dwars, je zorgen maken (over), je zorgen maken

A

~が 気になる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe hard (iemand) het ook probeert

A

どうしても

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

geabsorbeerd worden in het gesprek (tijdens het spreken)

A

話し込む

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

informele vorm van ください

A

ちょうだい

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

aandacht geven aan, voorzicht zijn voor

A

~に 気を付ける

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

relatie

A

関係

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

brief

A

手紙

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

onafhankelijk

A

どくりつした 独立した

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

persoon, mens

A

人間

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

op een bep manier

A

なんだか 何だか

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

(iemand over iets) informeren

A

~に … を 知らせる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

overslapen

A

寝坊する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

niet goed, zou beter niet doen

A

だめ な

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

iemand straffen/uitschelden (scold), uitmaken

A

しかる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

onfatsoenlijk

A

みっともない

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

boos uitschelden

A

おこる

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

been, voet

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

zijde

A

よこ 横

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

mond

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

zich ermee bemoeien

A

口をはさむ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

kieskeurig zijn, overdreven kritisch

A

やかましい

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

doorzetten, verdragen

A

がまんする 我慢する

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

leven

A

くらす 暮らす

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

kort

A

みじかい 短い

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

ongeveer

A

やく 約

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

(tijd) spenderen

A

すごす 過ごす

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

verschillende

A

色々

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

verkrijgen, leren

A

える 得る

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

lachen, glimlach

A

えがお 笑顔

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

passen bij; overeenkomen met; worden; zijn als

A

にあう 似合う

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

vrolijk

A

あかるい 明るい

43
Q

lief, vriendelijk

A

やさしい

44
Q

zich zorgen maken over

A

きづかう 気遣う

45
Q

staat; situatie; verschijning; manier

A

さま 様

46
Q

figuratief uitdrukken

A

けいようする 形容

47
Q

zodanig dat; in de mate dat~

A

~くらいだ

48
Q

het middelste deel weggelaten, ellips

A

ちゅうりゃく 中略

49
Q

zij; vriendin

A

かのじょ 彼女

50
Q

smelten in; deel worden van

A

とけこむ 溶け込む

51
Q

elkaar voor de gek houden

A

ふざけあう ふざけ合う

52
Q

gewoon zijn (van iets te doen)

A

WW + VT ものだ

53
Q

jongere broer

A

おとうと 弟

54
Q

gebaar

A

みぶり 身振り

55
Q

handgebaar

A

てぶり 手振り

56
Q

verschil

A

そうい 相違

57
Q

hetgeen dat men net heeft geleerd

A

習いたての

58
Q

actief

A

せっきょくてきに 積極的に

59
Q

participeren in ~

A

~に さんかする 参加する

60
Q

vraagstellen; informeren

A

たずねる 尋ねる

61
Q

Amerikaanse manier

A

アメリカ流 りゅう

62
Q

altijd (geschreven expressie)

A

つねに 常に

63
Q

(iets) keert terug (intransitief)

A

かえる 返る

64
Q

begrijpen; overtuigd zijn

A

なっとくする 納得する

65
Q

het einde

A

しまい

66
Q

een zet doen voor de andere het doet (in anticipatie van die zijn zet)

A

せんてをうつ 先手を打つ

67
Q

verschillende cultuur

A

いぶんか 異文化

68
Q

sfeer

A

けん 圏

69
Q

persoonlijk

A

みをもって 身を以て

70
Q

om redenen van

A

~じょう 上

71
Q

te veel zijn (tolereren)

A

めにあまる 目に余る

72
Q

(iets) stoort iemand, (iets) maakt iemand ongemakkelijk

A

~が 気にかかる

73
Q

waarschuwen; adviseren

A

注意する

74
Q

advies

A

じょげん 助言

75
Q

vele keren

A

なんど 何度となく

76
Q

kritisch

A

くちやかましい 口喧しい

77
Q

achter iemands rug

A

かげで 陰で

78
Q

fluisterend, in geheim

A

こそこそと

79
Q

slecht spreken over (iemand)

A

わるぐち 悪口を言う

80
Q

toegeeflijk zijn

A

甘くする あまく

81
Q

onsuccesvol zijn; falen

A

しっぱいする 失敗する

82
Q

gebruik

A

しよう 使用

83
Q

verkouden zijn

A

かぜをひく 風邪をひく

84
Q

zonder limiet

A

むげん 無限に

85
Q

resultaat

A

結果

86
Q

miso soep

A

みそ汁

87
Q

totaal niet

A

まったく 全く~ない

88
Q

op het einde

A

最後に

89
Q

was

A

洗濯

90
Q

gradueel

A

だんだんと

91
Q

geest van onafhankelijkheid

A

どくりつせいしん 独立精神

92
Q

vervagen, afnemen

A

うすらぐ 薄らぐ

93
Q

spijt van hebben

A

くやむ 悔やむ

94
Q

waarheid

A

しんの 真の

95
Q

obstakel

A

さまたげ 妨げ

96
Q

wenen, tranen later

A

なみだをながす 涙を流す

97
Q

absoluut niet, nooit

A

けっして 決して~ない

98
Q

verspillend

A

むだ 無駄な

99
Q

dagen

A

ひび 日々

100
Q

laatste deel is weggelaten

A

こうりゃく 後略

101
Q

iemands gedachten/indrukken

A

かんそう 感想

102
Q

collectie v essays

A

ぶんしゅう 文集

103
Q

eerste jaar van Heisei

A

へいせいねん 平成年