Lesson 11 Flashcards
probleem
問題
klachts
文句
zich verontschuldigen
あやまる 謝る
laat zijn
遅い
in de stad
街で
toevallig (elkaar ontmoeten)
ぱったり
caffeetje (koffieshop)
喫茶店
snel en gestaag, in een snel tempo
どんどん
tijd passeert
じかんがだつ
avondeten
晩ご飯
teleurgesteld voelen
かっかりする
iets zit je dwars, je zorgen maken (over), je zorgen maken
~が 気になる
hoe hard (iemand) het ook probeert
どうしても
geabsorbeerd worden in het gesprek (tijdens het spreken)
話し込む
informele vorm van ください
ちょうだい
aandacht geven aan, voorzicht zijn voor
~に 気を付ける
relatie
関係
brief
手紙
onafhankelijk
どくりつした 独立した
persoon, mens
人間
op een bep manier
なんだか 何だか
(iemand over iets) informeren
~に … を 知らせる
overslapen
寝坊する
niet goed, zou beter niet doen
だめ な
iemand straffen/uitschelden (scold), uitmaken
しかる
onfatsoenlijk
みっともない
boos uitschelden
おこる
been, voet
足
zijde
よこ 横
mond
口
zich ermee bemoeien
口をはさむ
kieskeurig zijn, overdreven kritisch
やかましい
doorzetten, verdragen
がまんする 我慢する
leven
くらす 暮らす
kort
みじかい 短い
ongeveer
やく 約
(tijd) spenderen
すごす 過ごす
verschillende
色々
verkrijgen, leren
える 得る
lachen, glimlach
えがお 笑顔
passen bij; overeenkomen met; worden; zijn als
にあう 似合う