Lesson 1 Flashcards
introductie
++
紹介
voor de eerste keer
++
初めて
heb net gedaan~
V たばかり
Excuseer (maar) …
++
失礼ですが
[Honorifiek van です]
~でいらっしゃる
[Humble voor 言う]
++
申す
[meer beleefd voor どうぞよるしく。お願いします, letterlijk ‘Ik verzoe申す]
++
よろしくお願いします
Les geven, onderwijzen
++
教える
sinds~ jaren geleden
~年前から
in het buitenland studeren
++
留学する
huiswerk
++
宿題
er is/zijn veel
++
多い
je best doen, hard proberen
がんばる
graduaat student
++
大学院生
vriend
++
友達
Ik (neutraal voor mannelijke sprekers)
++
ぼく 僕
[suffix voor naam v persoon van gelijke of lagere stand]
++
~くん ~君
graduaatschool
++
大学院
elektrotechniek
++
でんきこうがく 電気工学
om te studeren in (major in)
せんこうする 専攻する
jij (meer voor mannelijke sprekers tgov gelijke of lagere stand]
君
hobby
趣味
hoge school, bachelor (undergraduate)
がくぶ 学部
goed (in)~
(~が)上手
een van deze dagen
今度
eenmaal
一度
hoe dan ook, in ieder geval (by all means)
ぜひ
Alsjeblieft
お願いします
trouwens
ところで
(Ik) ben nog niet goed
まだまだです
interesse
興味
eigenlijk, in feite
実は
middelbare school
中学
naaste, naast
隣
familie
家族
spelen
遊ぶ
cultuur
文化
kennis
ちしき 知識
overvloedig, genoeg
ほうふ 豊富 (な)
vliegtuig
飛行機
zitten (in/op~)
(~に) 座る
vrouw
女性
praten met/tegen
話しかける
naar huis gaan
帰る
vorige maand
先月
afstuderen (van ~)
(~を) 卒業する