Les 9: Context Flashcards

1
Q

Waarom speelt het begrip context een grote rol in interpersoonlijke modellen volgens Gregory Bateson?

A
  • ‘Context’ is verbonden met een ander ongedefinieerd begrip: ‘betekenis’ -
  • Zonder context hebben woorden en daden geen enkele betekenis

Voor alle communicatie is context noodzakelijk, niets heeft betekenis zonder context, en contexten verlenen betekenis doordat we ze classificeren.

Onderzoekers en clinici hebben een ‘strijd’ gevoerd met dit concept, die niet altijd in hun voordeel werd beslecht, wellicht omdat dit een erg ongrijpbaar concept is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de betekenis van ‘context’

A
  1. Context als ‘omgeving’ = vanuit een observatorstandpunt (observationele context)
  2. Context als‘situationele’ omgeving voor wie deelneemt aan een interpersoonlijke interactie (situationele context)
  3. De relationele (recursieve) context die gecreëerd wordt door de interactie zelf
  4. Context als onzichtbare betekenisverlenende achtergrond
  5. Context in een postmodern perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg context als omgeving uit.

A

Context als ‘omgeving’ vanuit standpunt ‘observator’

  • Vaak gebruikt: voorbeelden van Watzlawick et al. bij het begin van hun boek : “een verschijnsel blijft onverklaarbaar zolang het waarnemingsbereik niet groot genoeg is om de context waarin het verschijnsel zich voordoet te omvatten”
  • Denk terug aan voorbeeld met vossen, je kon niet het aantal vossen begrijpen als je de konijnen niet meenam. Je moet breed genoeg gaan kijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Leg Context als situationele omgeving uit.

A

Context als ‘situationele’ omgeving voor wie deelneemt aan een interpersoonlijke interactie
= context als elementen bevattend die invloed hebben op gedrag of betekenisverlening (‘wat bijdraagt aan de interpretatie’)

Wat is dan analoge communicatie? We stellen dat de term moet bestaan uit houding, gebaar, gezichtsuitdrukking, stembuiging, de volgorde, het ritme en de cadans van de woorden zelf, en elke andere non-verbale manifestatie waartoe het organisme in staat is, evenals de communicatieve aanwijzingen die in elke context waarin een interactie plaatsvindt, onverminderd aanwezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg Relationele of recursieve context’ uit.

A
  • De relationele context die gecreëerd wordt door de interactie zelf; Coordinated Management of Meaning …
  • Reflexief proces actie en betekenis, die recursief een context creëren waarbinnen bepaalde acties/betekenissen meer voor de hand liggen, en andere minder waarschijnlijk voor de hand liggend worden.
  • Recursiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg Context uit als betekenisverlenende achtergrond–human agency als engaged agency (Taylor)

A

Context als onzichtbare betekenisverlenende achtergrond: Taylor en ‘human agency’ = de context van waaruit je waarneemt en handelt. Wil zeggen dat je geïnvolveerd bent in de wereld en de wereld zo aan jou verschijnt omdat jij bepaalde achtergronden hebt.

Hoe we de wereld ervaren, kennen is een functie van wie en wat we zijn:
- We kunnen bepaalde frequenties van licht zien, en andere niet omwille van onze fysiologie
- We begrijpen de woorden dichtbij en veraf, of boven en beneden omdat we belichaamde wezens zijn (embodiment)
- We kunnen lezen omdat we deze techniek geleerd en geautomatiseerd hebben
- Sommige mensen zijn bang voor loslopende honden omdatze ooit door een hond gebeten zijn
- Enzovoort

Allemaal achtergronden die je niet kan zien. Situationele achtergronden zijn zichtbaar, maar achtergronden als je eigen context niet.

In de betekenis van wereld-vorming weten we dat om een stuk metaal te kunnen interpreteren als een munt - dat wil zeggen als geld - er een betekenisgevende context of levensvorm moet zijn. Dit is altijd verweven met persoonlijke achtergronden, en dat is de reden waarom we de persoon zijn of haar zelfinterpretatie nodig hebben en we dus zonder ernaar te vragen, of zonder dat iemand het ons zegt, niet kunnen weten wat geld nu voor hem of haar betekent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg Context in een postmodern perspectief uit.

A

In het postmoderne denken worden tekst en context steeds opnieuw aan de orde gesteld. Het is een wijdverspreide gedachte dat de gesproken taal duidelijk afhankelijk is van een specifieke context terwijl de geschreven taal zich daaraan zou onttrekken. Men doet alsof het schrijven een eeuwigheidswaarde heeft, een onveranderlijke essentie belichaamt. In het postmoderne denken is een dergelijk contextvrije, essentialistische, ahistorische visie op de tekst onhoudbaar. De tekst is doordrongen van een context die zowel in de ruimte als in de tijd voortdurend verandert. Zo blijft degene die de tekst heeft geschreven, de ik-figuur, niet dezelfde door de eeuwen heen. Hij ofzij wordt door een zich steeds wisselende context ‘besmet’, veranderd, of getransformeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef enkele voorbeelden van het ‘worstelen’ met context.

A

Met deze verworven achtergrond (context!) kritisch kijken naar de double bind theory, (bepaalde opvattingen van) hechting en emoties (SSE)

Telkens vanuit de eerste betekenis van context: context als ‘omgeving’ voor een observator. = het verbreden zoals beschreven in Pragmatics of human communication

We zien Konrad Lorentz ‘gek’ doen. Als we de bredere omgeving waarbinnen hij handelt uit het oog verliezen of niet kennen of niet in rekening brengen, dan gaan we smal contextualiseren: we verklaren de verschijnselen vanuit wat we wel zien = een persoon die gek gedrag stelt en concluderen dan dat er iets aan deze persoon scheelt: we plaatsen de verklaring voor het gedrag in de persoon

Voorbeelden
1. double bindende ‘schizofrenogene moeder’
2. hechting en context
3. een interpersoonlijke kijk op “emoties”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leg voorbeeld 1: double bindende ‘schizofrenogene moeder’ uit ifv het worstelen met context

A

De onderzoekers van het Mental Research Institute worstelden met context toen ze hun poogden een verklaring te bieden voor schizofrenie vanuit een communicatieopvatting

Wat bedoeld was om de context (of de ‘omgeving’ breder in rekening te nemen) kwam als
eenboemerang in het gezicht van de moeder (!) en dus van de auteurs terecht

Bateson : double bind (dubbele binding) = verwijst naar een situatie waarin
1. Een persoon geconfronteerd wordt in relatie met twee tegenstrijdige of onverzoenlijke
boodschappen of eisen. [bijvoorbeeld: moeder zegt heel boos: ‘ik zie je graag’.; ‘Je moet
zelfstandiger worden’, maar bij elke poging daartoe komt de boodschap: ‘je mag mij niet in de steek laten’.]
2. De persoon krijgt deze eisen of boodschappen van een persoon die boven hem of haar staat, zoals een opvoeder of ouder
3. De persoon is zich niet bewust van de paradoxaliteit van de situatie
4. De persoon kan niet ontsnappen aan de situatie, heeft geen middelen om er abstractie van te maken, er bovenuit te stijgen, of eruit te stappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de moeilijkheid van voorbeeld 1 double bindende ‘schizofrenogene moeder’

A

schizofrenie wordt ook hier verklaard vanuit een smalle en zichtbare ‘omgeving’. De
verklaring wordt niet meer gezocht ‘in’ de persoon, maar in de ‘interpersoonlijke relaties’ Het grote probleem hiermee is dat mensen, inclusief psychologen, vaak geen onderscheid maken tussen ‘een communicatief aandeel hebben’, in de zin van ‘er voor iets tussen zitten’, ‘er iets mee te maken hebben’ en ‘schuld hebben’ In de wereld van de ‘ervaring’ ontstaat dan heel vlug de neiging om de moeder of het gezin te zien als de oorzaak=schuld van wat fout loopt De term ‘schizofrenogene moeder’ bestond al

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leg Voorbeeld 2: hechting en context uit ifv worstelen met context

A

Kinderen die een veilige hechting ontwikkelen met hun zorgfiguren doen het beter in het leven dan die kinderen die dit niet doen Veilige emotionele gehechtheid

↔ouders zijn afgestemd op hun noden
↔ouders zijn responsief: gaan op de signalen in die noden signaleren

Kinderen leren dat hun ouders een veilige basis vormen van waaruit zij de wereld kunnen verkennen
Bowlby bedacht concept: hechtingsgedrag (attachment behaviour)
- Genetisch geprogrammeerd - Essentieel voor het overleven van de soort - - - -
- Wordt opgeroepen in kinderen tussen 6 maanden en drie jaar als ze met gevaar geconfronteerd worden
- Kinderen zoeken de nabijheid van hun zorgfiguren
- Eens getroost/gerustgesteld kunnen ze verder de wereld rond de zorgfiguur verkennen
- Deze cyclus herhaalt zich telkens het kind een dreiging ervaart en hun hechtingsnoden voor tevredenheid, geruststelling (safety) en veiligheid (security) geactiveerd worden
- Na meerdere herhalingen van deze cyclus ontstaan interne werkmodellen van hechtingsrelaties gebaseerd op de manier waarop zorgfiguren met deze noden ofsignalen zijn omgegaan
- Interne werkmodellen zijn cognitieve relatiekaarten (relational maps) die als een sjabloon dienen voor de ontwikkeling van latere intieme relaties.
- Interne werkmodellen maken het mogelijk om te voorspellen hoe men zelf en hoe anderen zullen reageren in relaties

4 hechtingsstijlen volgens Mary Ainsworth

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 4 hechtingsstijlen volgens Mary Ainsworth?

A
  • Securely attached
  • Anxiously attached
  • Avoidanly attached
  • Children with disorganized attachement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef de Contextuele benadering van Crittenden

A

Iemand die veel onderzoek gedaan heeft naar hechtingsgesrag vanuit contextuele benadering.
Crittenden stelt dat onderzoek bevestigt
1. Kinderen in situaties met een hoog risico zijn minder vaak veilig gehecht zijn dan kinderen die in gunstiger omstandigheden leven en opgroeien
2. Contextuele factoren zijn van groot belang = gezinnen waar gevaar is, armoede, psychopathologie bij de ouders, verblijven in een instelling, enzovoort

Als men de stap zet van
A. de vergelijking van kinderen in risicosituaties met kinderen in gunstige omstandigheden,
waarbij men constateerde dat de eerste groep niet veilig gehecht was
Naar:
B. een onderzoek naar de eigenschappen van contexten die verschillende effecten hebben op de mentale en gedragsorganisatie van kinderen en de strategieën die kinderen gebruiken in bedreigende situaties

Dan wordt de vraag: Hoe reduceert de strategie van het kind het gevaar?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg Voorbeeld 3: een interpersoonlijke kijk op “emoties” ifv worstelen met context uit.

A

Emoties worden vaak opgevat als behorend tot de gedecontextualiseerde binnenwereld van mensen (dingetjes die binnen in iemand zitten)

Descartes: emoties zijn ideeën in de geest van de mens.
Vanuit interpersoonlijke psychologie echter: emotieszijn interpersoonlijke fenomenen.

Veel artikels moeten schrijven en onderzoek moeten doen om aan te tonen dat emoties
interpersoonlijke fenomenen zijn. Dat je de interpersoonlijke context mee in rekening moet nemen om te begrijpen wat emoties te zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de Probleemstelling Rimé.

A
  • Emotieregulatie bij kinderen wordt algemeen erkend als een interpersoonlijk proces, sinds de komst van de hechtingstheorie -
  • Maar, als het over volwassenen gaat, dan wordt emotieregulatie niet langer als een interafhankelijk gebeuren gezien

In psychologisch onderzoek wordt het gezonde individu grotendeels gezien als iemand die “op zichzelf staat, onafhankelijk en zelfredzaam is, in staat is zichzelf te doen gelden en zijn omgeving te beïnvloeden”

De huidige opvattingen impliceren dus dat individuen in de loop van hun ontwikkeling hun sociale afhankelijkheid elimineren Om volwassen te worden, moeten individuen aantonen dat ze in staat zijn om aanpassingsproblemen te reguleren, onafhankelijk van externe interventies Een dergelijke veronderstelling past bij de heersende waarden van de westerse psychologische wetenschap die autonomie en scheiding hoger waarderen dan het relationele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zegt Rimé Bernard Rimé nog?

A
  • Interpersoonlijke processen zijn bij kinderen ontwikkelingspsychologisch noodzakelijk om tot emotie regulatie te komen - -
  • Interpersoonlijke processen blijven belangrijk in functie van emotieregulatie bij de verdere ontwikkeling als volwassene
  • SSE (social sharing of emotions) zorgt voor verdere ontwikkeling van collectieve kennis en representaties én voor samenhorigheid in sociale netwerken !!!!

Eigenlijk zegt hij: we hebben als volwassenen een collectieve kennis en collectieve voorstelling vd wereld en leven in sociale netwerken waarin samenhorigheid is en emoties(en vooralsocial sharing) zorgt voor verdere ontwikkeling van die kennis en verstevigd ook netwerken. Gaat niet enkel zeggen dat bij kinderen interpersoonlijke processen belangrijk bij emotieregulatie, is ook zo bij volwassenen, gaat ook aantonen dat het delen van iemands emoties ook de culturele kennis en samenhorigheid bevordert. Is iets heel anders dan zeggen dat emoties in iemands hoofd zitten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Aanvullen, dia 37-44

A
18
Q

Geef de 2 hypotheses van de verdere verloop van de ontwikkeling

A

=> 2 tegengestelde hypothesen

  1. Aan de ene kant voorspelt een individualistische visie dat dit complexe proces van de
    ontwikkeling van interpersoonlijke contacten, van sociale uitwisseling, en van collectieve
    constructies over emotionele ervaringen verdwijnt in de adolescentie. Om volwassen
    volwassenen te worden, zouden jongeren hun sociale interdependentie opgeven en in plaats daarvan hun vermogen ontwikkelen om aanpassingsproblemen onafhankelijk van enige externe interventie te reguleren.
  2. Anderzijds beweer ik dat de verschillende processen van interafhankelijke emotieregulatie in het ontwikkelingsverloop niet verdwijnen. Integendeel, kinderen, die aanvankelijk beperkt waren tot ouderlijke verzorgers, worden tijdens de adolescentie en de volwassenheid geleidelijk aan blootgesteld aan een bredere sociale kring. Deze kring omvat in hoofdzaak gekozen gehechtheidsfiguren zoals vrienden en romantische partners. Vanuit dit perspectief zijn interpersoonlijke contacten, sociale uitwisseling en collectieve constructies over emotionele ervaringen zoals die in de kindertijd ontstaan, gewoon opeenvolgende ontwikkelingsproducten die de weg bereiden voor onderling afhankelijke praktijken die aan de basis liggen van de emotieregulatie van volwassenen. Net als bij kinderen bufferen interafhankelijke processen de emoties van volwassenen, stimuleren ze de cognitieve verwerking van emotionele ervaringen door volwassenen, vergroten ze de persoonlijke kennis van volwassenen over emoties, en dragen ze bij aan de versterking van hun interpersoonlijke relaties en sociale integratie. Bovenal voeden interafhankelijke processen de opbouw van een enorme kennisbasis en de productie van betekenis die in elke cultuur sinds het begin van het menselijk bewustzijn collectief wordt nagestreefd.
19
Q

Wat zijn de gevolgen van negatieve emoties?

A

Als het nastreven van een doel substantieel wordt vertraagd, of als het wordt geblokkeerd, resulteert dit in een negatieve emotionele toestand (bijvoorbeeld verdriet, boosheid,

Een negatieve emotionele toestand voedt het cognitieve werk. Het stimuleert
ook de sociale uitwisseling. Bovendien activeert het het gehechtheidssysteem.

20
Q

Geef het schema van de gevolgen van negatieve emoties

A

Bovenaan: situatie waarin dingen naar wens loopt
Midden: mensen hebben bepaald engagement, stellen bepaalde handelingen, hebben bepaalde doelen

Mastery-control: voeren bepaalde zaken uit en beheersen die

Als we dingen anticiperen of beheersen en dat lukt gaan stippenlijntjes terugkeren naar zelf, passeren langs bouwwerk van theorieën, voorstellingen en aannames

Positieve feedbacklus: zelf wordt ondersteund, ‘je bent goed bezig’ (bevestiging. Terugslag op zelfvertrouwen, zelfwaardering,…

21
Q

Op welke 2 complementaire capaciteiten berusten doelgerichte activiteiten?

A
  1. het vermogen om toestanden van de wereld te voorspellen en de gevolgen van iemands handelen (anticipation)
  2. het vermogen om situaties te beheersen en toestanden van de wereld die men gepland had voort te brengen (mastery-control).
22
Q

Wanneer wordt wordt het zelf verzwak?

A

Wanneer een bepaalde toestand het nastreven of bereiken van een doel in de weg staat, breidt de daaruit voortvloeiende ongeldigverklaring (invalidatie) van elementen van de ‘kennisbasis’ van de persoon zich uit tot het zelf-systeem dat de onderdelen van deze kennisbasis coördineert met plannen en acties

23
Q

Hoe manifesteert de deflatie van het verzwakte zelf?

A
  1. een verminderd zelfvertrouwen
  2. een verminderd gevoel van zelf-effectiviteit (self-efficacy)
  3. Een lager gevoel van eigenwaarde
24
Q

Wat veroorzaken negatieve ervaringen?

A
  1. een subtiel effect op het ‘zelf’ dat meestal over het hoofd wordt gezien.
  2. een tijdelijke destabilisatie van de persoon, een veralgemeende benauwende, verstorende toestand die een persoon in hoge mate aanzet of motiveert om het lastige of verstorende te verminderen
25
Q

Wat toont hechtingsonderzoek aan?

A
  1. in tijden van onzekerheid en stress zoeken zowel infants van mensen als van primaten zoeken contact met anderen in periodes van onbehagen en onzekerheid.
  2. deze vroege vorm van contact zoeken heeft twee functies: (1) directe angstreductie en (2) toegenomen cognitieve helderheid, die in het ganse verdere leven belangrijk blijven.
26
Q

Wat is een belangrijke conclussie van Rimé over de vermindering van angst en de toegenomen cognitieve helderheid?

A

het veralgemeende ongemak dat negatieve emoties produceren motiveert (ook!) volwassenen om emotionele steun te zoeken en zich voor dit doel tot hun hechtingsfiguren te wenden.

27
Q

Wat zijn de gevolgen van positieve emoties?

A

Positieve emoties verhogen het welzijn van een subject op twee verschillende manieren:
1. door de toename van het niveau van positief affect dat zij met zich meebrengen en
2. door de positieve feedback die een succesvolle ervaring oplevert voor de kennisbasis en het zelf.

Spreken over dingen die gelukt zijn (succeservaringen) is aangenaam. Mensen blijven hier ook over rumineren, delen het ook graag met anderen, maar op manier die aangenamer en steunend is. Dus ook positieve emoties zorgen voor sociale interactie. Positieve gebeurtenissen aanhalen in therapie helpt tijdens de therapie

28
Q

Wat is het Social sharing of emotions (SSE)?

A

= een proces dat plaats grijpt tijdens minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren na dat er emotionele episode plaatsvond. Ze gaan vertellen in een taal die gedeeld is; Iemand met 1 of meerdere mensen openlijk spreekt over omstandigheden van het gebeuren, dat emotie heeft opgeroepen. Spreekt over emotionele reacties In afgezwakte vorm gaat het soms over vertellen op symbolische manier (gebruik van brieven of dagboeken)

29
Q

Wat toont onderzoek aan over SSE?

A
  1. Zowel positieve als negatieve emotionele ervaringen lokken een proces van sociaal delen van deze ervaringen uit (SSE = social sharing of emotions)
  2. De intensiteit van de emotionele ervaring is recht evenredig met de frequentie waarmeeze wordt gedeeld (als het intensere ervaring is wil je ze meer delen)
  3. Het delen van emoties is een basiscomponent van emotie (is niet iets wat erbij komt)
  4. Emotionele interafhankelijkheid verdwijnt niet met de leeftijd
30
Q

Geef de Evolutie van de keuze van hechtingsfiguren

A
  • Ouderlijke verzorgers bleken de bevoorrechte deelpartners onder kinderen te zijn.
  • Adolescenten wendden zich geleidelijk aan tot verkozen hechtingsfiguren, waarbij vrienden belangrijke doelwitten werden voor het delen.
  • Bij jongvolwassenen werden romantische partners het belangrijkste doelwit.
  • bij zowel mannelijke als vrouwelijke volwassenen, waren echtgenoten of romantische
    partners - kernfiguren van volwassen gehechtheid - het overheersende doelwit.
31
Q

Geef de Beperkingen aan SSE volgens onderzoek

A
  • Gevoelens van schaamte en schuld kunnen het sociaal delen verhinderen - -
  • Een traumatische reactie op een intense emotionele episode kan zowel leiden totfrequent delen, als tot zwijgen
  • De personen tot wie men zich wendt (the targets) beperken of vermijden dat emoties met hen worden gedeeld als ze denken dat ze zelf blootgesteld zullen worden aan pijnlijke emoties
32
Q

Wat is het lot van de emotie? (SSE)

A
  • Het sociaal delen van de emotie vermindert in intensiteit en wordt uiteindelijk een slapende herinnering
  • Hoe hoger de initiële intensiteit, hoe langer het delen doorgaat. Maar het zijn vaak de zogenaamde targets die ervoor zorgen dat het delen niet eindeloos doorgaat
33
Q

Geef de Interpersoonlijke en collectieve gevolgen van het delen van emoties.

A
  1. Degenen met wie de emoties zijn gedeeld zijn niet alleen bereid om te luisteren, maar gaan vaak zelf ook weer verder delen met hun eigen ‘sharing targets’.
  2. SSE versterkt emotionele banden tussen mensen
34
Q

Wat zijn de interpersoonlijke gevolgen van SSE?

A

Als ze op de interactie ingaan dan vertonen de ‘toehoorders’
1. Belangstelling
2. emotionele ‘besmetting’
3. inleving en sympathie,
4. hechtingsgedrag
5. toegenomen affectie voor deverteller

35
Q

Wat zijn de collectieve gevolgen van SSE?

A

Onderzoek toont volgende sociale gevolgen: -
- Een gevoel van emotionele verbondenheid (emotional communion) tussen verteller en toehoorder
- Toehoorders vertonen hechtingsgedrag
- Verspreiding van emotionele informatie: toehoorders worden op hun beurt ‘delers’ – emotionele informatie verspreidt zich in het sociale netwerk - - -
- Ieder lid van dit ruimere netwerk verneemt wat met één van de leden is gebeurd. = sociaal instrument voor het voortdurende updaten van gedeelde kennis, theorieën en representaties
- Elk delen van dit verhaal in de verspreidingskring brengt verteller en toehoorder dichter bij elkaar. Dit bevordert en verstevigt de sociale integratie binnen het netwerk
- Conclusie: Individuele emotionele ervaringen dragen dus (via SSE) bij aan sociale of gedeelde kennis en aan groepsintegratie

36
Q

Geef de duidelijke en subtiele impact van SSE en emotieregulatie.

A

Bovenaan krijg je het stukje cognitief: er is iets gebeurt met cognitieve impact, zorgt voor
representation of disrupted goals, je stelt u dat voor; je had een doel, doel is niet gehaald, u model van de werkelijkheid werd niet bekrachtigd, je gaat die ervaring op een bepaalde manier beoordelen, en dan krijg je ruminiation (piekeren), herbelevingen, nood om te spreken en de buffeirngtools zij dan het cognitieve werk. Bv als ik vriendschap heel belangrijk vind, maar vrienden blijken mij in de steek te laten dan is het mss goed om minder belangrijk te vinden vriendschap.

37
Q

Wat is Socioeffectif work?

A

wat je nodig hebt om te herstellen van emotie is wat zit in die hechtingsideeën,;
je wordt getroost, geholpen, krijgt erkenning… zorgt dat experience of distress weggaat; en
onderliggend aan dat ongemakkelijk gevoel is dat mislukkingsgevoel van ik beteken niks.

  • Stelling van Rimé
38
Q

Wat is de stelling van Rimé over socioeffectif work?

A

dat getroost worden zorgt eigenlijk maar voor temporary relief, zorgt niet voor emotioneel
herstel. Je herstelt door cognitief werk te doen, idealiter beide! Negatieve emotionele situaties gaan samen met momenteel destabilisatie van een persoon. Er kan angst, eenzaamheid, geen zelfvertrouwen,… ontstaan door die destabilisatie. Als een gevolg van oorspronkelijke hechtingsschema’s das er heel erg krachtige socio-affectieve noden ontstaan in de volwassenheid. Het is vooral die nood aan troost, steun, erkenning die mensen er zal toe aanzetten anderen op te zoeken. Enerzijds opzoeken van cognitieve maar ook motivatie om mensen aan te spreken is de nood aan steun, erkenning en troost

39
Q

Hoe beïnvloedt een negatieve emotionele ervaring de huidige adaptatie wanneer cognities die betrokken zijn bij het corresponderende geheugennetwerk de signaalfunctie van een emotie versterken

A
  1. Je blijft denken aan het doel dat je wou bereiken
  2. Je verwachtingen die niet voldoen aan de huidige situatie
  3. Elke keer als je aan de situatie terugdenkt, komt die onprettige ervaring van de situatie terug naar boven
40
Q

Om ze uit te schakelen, moet elk van volgende cognities die de herinnering terug activeert
geelimineerd worden. Geef deze cgnities

A
  1. Loslaten van iemands doelen dat je wou bereiken
  2. Wat wou je, wat was belangrijk —> herdenken
  3. Schema’s herevalueren
  4. Recreatie van de betekenis
  5. Reframing en reappraisal de assimilatie van het event

Pas als hieraan voldaan is kan er pas herstel plaats vinden —> verklaring voor waarom mensen echter niet herstellen.

41
Q

Geef de 2 manieren van het delen van emoties.

A
42
Q

Geef de verklaring voor repetitiviteit.

A

Rondes van sociaal delen die zich ontwikkelen langs de sociaal-affectieve weg zouden niet bijdragen tot het uitdoven van een voorbije negatieve ervaring. Ze zijn echter wel geschikt om de onzekerheid, angst, hulpeloosheid, eenzaamheid, enzovoort van de vertellers te verlichten. Als dit gebeurt, ervaren de vertellers diepe gevoelens van opluchting en beschrijven ze de situatie als zeer heilzaam voor hen.
Echter, wanneer het proces van sociaal delen zich ontwikkelt langs de sociaal-affectieve weg in afwezigheid van enige cognitieve bijdrage, zullen de opluchtende effecten naar verwachting slechts tijdelijk zijn. Omdat sociaal-affectieve reacties de bron van de subtiele effecten van een voorbije negatieve episode niet uitdoven, zou de impact van deze episode kort na de delingsronde opnieuw opduiken, waardoor nieuwe herinneringen aan de episode en een hernieuwde nood om ze te delen zouden ontstaan. Ik stel dat in routineomstandigheden, sociale deelinteracties zich voornamelijk ontwikkelen langs de sociaal-affectieve weg en dat dit een belangrijke reden is waarom delen modaal een repetitieve manifestatie is. (verklaring voor repetitviteit, ze blijven vertellen omdat hun zelf
beschadigt is door cognitieve dissonanties maar krijgt wel erkenning,iemand die mij troost maar verandert niks aan de fundamenten, grondslag van het mij slecht voelen )