Les 7: Sociaal constructionisme Flashcards

1
Q

Wat is sociaal constructionisme?

A

Het sociaal constructivisme is een stroming die het leerproces ziet als een actief proces van kennisverwerving, waarbij de kennis ontstaat en gedeeld wordt met anderen

Kritisch denken verwijst naar het oud Griekse woord voor onderscheiden. We gaan concepten bespreken die onderscheid aanbrengen en daardoor heel wat informatie geven over de verschillende strekkingen binnen de wereld van de systeemtherapie en gezinstherapie in verband met onderzoek. Situeren van het sociaal constructionisme binnen:
1. Het brede veld van de systeem- en gezinstherapieën: epistemologie
2. Historisch
3. Filosofisch (postmodernisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef de Drie ‘epistemologieën in de systeemtherapie en gezinstherapie di eprobleemgedrag in stand houden.

A

Situering van het sociaal constructionisme in het brede veld van de gezins- en systeemtherapie: Carr (2012) onderscheidt drie grote categorieën:
* Gebaseerd op gedragspatronen (die problemen in stand houden)
* Gebaseerd op belief systems (overtuigen) (die probleemgedrag in stand houden)
* Gebaseerd op constitutionele dispositionele factoren (context die probleemgedrag in stand houd)

Die probleemgedrag in stand houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat omvatten de stromingen gebaseerd op beliefsystems.

A
  • De Milanese school
  • sociaal-constructionistische benaderingen
  • oplossingsgerichte en narratieve therapievormen.

=> Deze verwerpen het positivisme als epistemologie, en hangen een alternatieve epistemologie aan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de 3 verschillende betekenissen van Epistemologie.

A
  1. Filosofische discipline
  2. Wetenschappelijke discipline
  3. Gezinstherapeuten/systeemtherapeuten in navolging van Bateson

=> Enkel laatse 2 gebruiken wij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leg kort de filosofische discipline uit

A

kennisleer – bestudeert fundering, beperkingen, validiteit en
methoden van menselijke kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leg kort de wetenschappelijke discipline uit.

A

Experimentele epistemologie (positieve wetenschappen) bestudeert de wijzen waarop organismen of groepen van organismen kennen/kennis verwerven, denken en beslissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leg kort de Gezinstherapeuten/systeemtherapeuten in navolging van Bateson uit.
(Geef de verschillende vormen van epistemologien)

A

‘de’ of ‘een’ epistemologie namelijk een een paradigma, een ‘model’, een kentheorie of wereldbeeld. Dat ze gebruiken in hun kring; een bepaalde kring van mensen gaan een bepaalde kennistheorie bepalen. Maken onderscheid tussen positivisme, constructivisme en sociaal-constructionisme. (verschillende vormen van epistemologien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is positivisme?

A
  • Wordt niet gevolgd door sociaal constructionisten
  • Stelt dat onze waarnemingen van de wereld weerspiegelen de wereld zoals die is (dit accepteert het sociaal constructionisme niet, onze sociale constructen bepalen hoe de werkelijkheid eruit ziet). Er is één ware werkelijkheid, die direct kan waargenomen worden.
  • Toepassen binnen Gezinstherapie/systeemtherapie
  • Is verwant met andere posities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat als je positivisme gaat toepassen binnen Gezinstherapie/systeemtherapie?

A
  • er is één ware definitie van het probleem die ontdekt kan worden d.m.v. rigoureus diagnostisch assessment en het probleem kan opgelost worden door het toepassen van technieken die na wetenschappelijk onderzoek als effectief werden beschouwd - -
  • als er discussies zijn over wat het probleem is, kunnen die beslecht worden door therapeuten die expertise hebben over de ware aard van het probleem
  • vooral gedragsmatige gezinstherapieën en psycho-educatie zijn gebaseerd op positivisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke andere posities is Positivisme verwant?

A
  • Het empirisme stelt dat ware kennis door de zintuigen komt, in plaats van dat deze aangeboren is.
  • Het representationalisme stelt dat percepties afbeeldingen of voorstellingen van de wereld zijn (in onze geest), eerder dan persoonlijke of sociale constructies.
  • Het essentialisme stelt dat elk object of elke gebeurtenis een essentieel karakter heeft dat kan worden ontdekt, in tegenstelling tot de opvatting dat er meerdere betekenissen kunnen worden gegeven aan objecten en gebeurtenissen door individuen en gemeenschappen.
  • Het realisme stelt dat er één echte wereld is, die we kunnen kennen, in plaats van meerdere persoonlijke of sociale constructies.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is Constructivisme?

A
  • individuen construeren hun eigen voorstellingen van de wereld
  • deze representaties zijn deels bepaald door de aard van hun zintuigen, zenuwstelsel, mogelijkheden om informatie te verwerken en overtuigingen (belief systems) en deels door voorwerpen en gebeurtenissen in de wereld.
  • elk individu bouwt actief representaties, in plaats van ze passief te ‘ontvangen’
  • onderscheid tussen radicaal en gematigd constructivisme, afhankelijk van de mate waarin persoonlijke/individuele factoren de doorslag geven in de constructie van de representaties van de werkelijkheid: Maturana (volg Carr) versus Kelly!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg het radicaal constructivisme uit dat Carr aan Humberto Maturana (neurobioloog) toeschrijft: .

A

Radicaal constructivisme is een problematische positie [voor gezinstherapeuten] om in te
nemen. Het brengt de opvatting met zich mee dat ieders kennis van de wereld hoofdzakelijk bepaald wordt door zijn of haar persoonlijke kenmerken en dat de omgeving (inclusief ontmoetingen met andere mensen) van verwaarloosbaar belang is. Als dit het geval zou zijn, zouden zinvolle communicatie en gecoördineerde samenwerking, het kenmerk van de menselijke samenleving en ook van gezinstherapie, onmogelijk zijn.

Kennis van wereld vooral bepaald door persoonlijke eigenschappen, veel minder door
omgeving. Maar via persoonlijk constructionisme meer moeite om samen te leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg gematigd constructivisme uit.

A
  • van George Kelly (psycholoog), leidde tot de personal construct
    psychology en daarop gebaseerde gezinstherapie, maar had ook invloed binnen de cognitieve gedragstherapie.
  • Constructief alternativisme, een standpunt dat werd verdedigd door George Kelly, de
    grondlegger van de persoonlijke constructpsychologie is misschien een nuttiger standpunt
    voor gezinstherapeuten om in te nemen. Constructieve alternativisten stellen dat iemands kijk op de wereld gelijk is aan die van anderen voor zover die beïnvloed wordt door een
    gemeenschappelijke omgeving, maar verschilt van die van anderen voor zover iemands
    interpretatie van gebeurtenissen beïnvloed wordt door zijn of haar unieke perspectief en door zijn of haar waardering van die gebeurtenissen. Neemt een tussenpositie in.
    Gemeenschappelijke omgeving, dus stuk gedeeld, maar met nog steeds een eigen inbreng
  • De wereld is een opvatting vanuit een persoonlijke ervaring en achtergrond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat stelt sociaal constructionisme?

A
  • de waarheid is niet ontdekt, maar geconstrueerd; maar niet geconstrueerd door geïsoleerde
  • individuen, maar door gemeenschappen van mensen die in conversatie zijn met elkaar
    de kennis die het individu heeft van de wereld is geconstrueerd binnen een sociale
    gemeenschap door middel van taal
  • (constructivisme) waarnemingen van objecten en gebeurtenissen zijn deels bepaald
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Door wat zijn (constructivisme) waarnemingen van objecten en gebeurtenissen deels bepaald?

A
  • de objecten en gebeurtenissen zelf
  • deels door de fysiologische constitutie van de persoon
  • psychologische opmaak
  • maar ze beklemtonen dat de overtuigingen (belief systems) van een persoon sterk beïnvloed zijn door de sociale interactie binnen de gemeenschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke stroming volgt het Westen?

A

Wij westerlingen hangen nog vast aan positivistische, empirische, representationistische opvattingen van kennis. Wij denken dat waarheid ietsis dat moet overeenstemmen met de werkelijkheid. Opvatting dat vrouwen aan de haard thuishoren en dat mannen moeten jagen, is een geconstrueerde waarheid over mannen en vrouwen in onze cultuur, die door de empirische feiten wordt tegengesproken. Als je het op die manier gaat bekijken merk je dat er veel gedeelde sociale waarheden zijn die helemaal niet overeenstemmen met de empirie maar die we toch als waarheid blijven accepteren omdat er soort van consensus van bestaat binnen de gemeenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Leg het verschil tussen Sociaal constructionisme, Positivisme en Constructivisme uit a.d.h.v een voorbeeld.

A
  • Sociaal constructionisme: ik ‘maak’ mijn werkelijkheid zelf, maar de sjablonen zijn mij aangereikt door mijn gemeenschap, en deze wijzigen in de continue conversaties van mijn gemeenschap.
  • Positivisme: ik heb toegang tot de ene kenbare werkelijkheid (of niet)
  • Constructivisme: ik ‘maak’ mijn werkelijkheid zelf (radicale versie en gematigde versie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Door wat wordt het Sociaal constructionisme onderschreven?

A
  • (Milanese team), (refecting team), de oplossingsgerichte traditie met, en door de narratieve therapietraditie opgestart door Michael White en David Epston.
  • gezins- en systeemtherapie: sociaal-constructionisten co-construeren met hun cliënten meer bruikbare wijzen om hun problematische situaties te beschrijven. Dat opent de weg naar betere manieren om hun problemen op te lossen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zegt Carr over deze stromingen?

A
  • Sociaal constructionisme is naar mijn mening de meest coherente epistemologie voor
    gezinstherapeuten. Het is ook een coherente positie die onderzoekers in de gezinstherapie
    kunnen innemen, omdat men kan stellen dat de resultaten van onderzoek niet objectief waar zijn, maar eerder nuttige sociale constructies zijn, ontwikkeld door gemeenschappen van onderzoekers die met elkaar in gesprek zijn. Dergelijke wetenschappelijke gesprekken vinden doorgaans plaats via het gedrukte woord in peer-reviewed tijdschriftartikelen en via het gesproken woord in conferentiepresentaties en workshops.
  • Is opvallend dat Carr zich heel neutraal opstelt in gans zijn en zelden of nooit stellingen
    inneemt, maar als het over sociaal constructionisme gaat dan zegt hij: volgens mij is dat de
    meest coherente epistemologie voor systeem en gezinstherapeuten. Het is coherente positie ook voor onderzoekers. De resultaten van onderzoek zijn niet noodzakelijk objectief waar maar zijn bruikbare sociale constructies die ontwikkeld worden in gemeenschappen van onderzoekers die in conversatie zijn met elkaar. Dergelijke conversaties doen zich typisch voor via artikels, maar ook op congressen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geef een kort historisch overzicht.

A
  1. Cybernetica van de eerste orde en systeemtheorie
  2. Constructivisme en tweede orde cybernetica
  3. Sociaal constructionisme/hermeneutische wending (taal)/poststructuralisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Geef de Folosofie positionering van postmodernisme

A
  • Filosofisch positioneren we het sociaal constructionisme bij het postmodernisme; hoe Carr hetziet.
  • Positivisme als kentheorie past binnen een brede beweging bekend als modernisme.
  • Constructivisme en sociaal constructionisme passen binnen het postmodernisme.
  • Modernisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is Modernisme?

A

= het brede denken sinds de Verlichting
* beloofde bevrijding van tirannie, bijgeloof, religie d.m.v. wetenschap en rede.
* gaat ervan uit dat de wereld kenbaar is en universele wetten volgt, die door middel van
systematisch empirisch onderzoek konden ontdekt worden (cf. William James, eerste les).
* geloof dat rigoureus onderzoek zal leiden tot een geleidelijke accumulatie van waardenvrije kennis.
* geloof dat taal een representationeel karakter heeft en dat wetenschappelijke verslagen een accurate weergave zijn van de werkelijkheid
* onderschrijft het idee van een rationeel individu.
* Hoopte dat het zou leiden tot een betere wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Waarom is het Project van het modernisme mislukt?

A
  • De hooggespannen verwachtingen werden niet ingelost: wetenschappelijke vooruitgang leidde tot de ontwikkeling van de atoombom, met nucleaire dreiging, ecologische rampen, opwarming van de aarde, toenemende economische ongelijkheid en politieke onrechtvaardigheid. De ‘betere wereld’ blijft vooralsnog een verre droom.
  • Kuhn toonde aan dat wetenschap(pers) niet rationeel zijn, maar bijvoorbeeld geneigd zijn om wat niet in hun theorieën/wereldbeeld/paradigma past te negeren. Wetenschap is niet waardenvrij en rationeel, maar sterk beïnvloed door de waarden van wetenschappers, emoties en andere nietrationele factoren. Kuhn wees erop dat er zich paradigmashifts voordoen als en slechts als een voldoende grote en invloedrijke groep wetenschappers met een nieuw model komt waarbinnen tot dan toe onderdrukte wetenschappelijke ontdekkingen een plaats vinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarom werd Postmodernisme gezien als antwoord

A
  • PM verwerpt de idee dat een enkelvoudige en rationele uitleg of verklaring van de wereld mogelijk is.
  • PM accepteert dat de wereld (op zichzelf) bestaat maar niet dat hij accuraat gekend kan worden.
  • PM gelooft dat de wereld sociaal geconstrueerd is in taal en door sociale gemeenschappen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat zijn de Gevolgen van PM voor de praktijk binnen gezinstherapie/systeemtherapie?

A
  1. PM therapie verwerpt het idee van ware of juiste diagnoses, het idee dat de definitie van
    probleem of oplossing van 1 gezinslid (lid van het systeem) meer geldig zou zijn dan die van
    andere gezinsleden, of dat de visie van de therapeut te verkiezen zou zijn boven die van de
    gezinsleden (systeemleden). Gaat ervan uit dat elk lid van het gezin een waardevolle bijbreng kan hebben.
  2. PM therapie geeft de voorkeur aan het verkennen van meerdere visies op probleem en
    oplossing.
  3. PM therapie stelt dat wijzen om naar het probleem te kijken altijd voorlopig zijn, gesitueerd in de tijd, en tentatief. Hetzijn pogingen om de werkelijkheid te ordenen op een helpende manier.
  4. PM therapie geeft de voorkeur aan een collaboratieve benadering van de therapeut-
    cliënt(systeem) relatie. Dat therapeut en client evenwaardig zijn maar wel met eigen
    interpuncties, expertises, achtergrond… dat therapeutzijn expertise heeft maar cliënt ook.
  5. PM therapie onderschrijft de idee dat alle pogingen om cliënten te helpen om hun problemen te omschrijven (definiëren) op een nuttige, bruikbare manier, en om oplossingen te zoeken, ethische praktijken zijn i.p.v. waardenvrije praktijken. Gaat ervan uit dat wat een psycholoog doet niet waardenvrij is, dat er altijd ethische aspecten zijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe werkt Postmodernisme (postmodern thinking) in de systeem- en gezinstherapie?

A
  • Lax heeft geprobeerd om dat postmoderne denken te vertalen naar de praktijk van de gezins- en systeemtherapie.
  • Gezinstherapie (systeemtherapie) erkent dat het individu als ‘in-een-context’ dient opgevat te worden en niet als een intrapsychische eenheid. Alle systeemtherapeuten zijn het daar mee eens.
  • Er bestaan twee grote perspectieven: een ‘modern’ en een ‘postmodern’.
  • Gezinnen zijn homeostatisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

geef het verschil tussen de Modernistische en postmoderne opvatting.

A

**Modernistische opvatting - **
* Waltzawick et al - - - -
* Haley
* Bowen
* Minuchin
* (Vroege) milanese school

**Postmoderne opvatting - **
* (latere) milanese school - - - - -
* Tom andersen
* Harold goolishian en halene anderson
* Lynn hoffman
* Michael w

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waarom komen postmodernistische opvattinge ook neer op poststructuralistische
opvatting?

A

Psychotherapie = kind van het modernisme, gegroeid binnen een modernistische structuralistische traditie.

Modernistische traditie = wetenschap gericht op “the empirical elucidation of essences” de empirische verheldering van essenties, van dat wat wezenlijk is.

Modernisme =
1. achter de manifeste, zichtbare dingen ligt een diepere latente structuur, die de échte betekenis van de dingen herbergt.
2. deze diepere, echte betekenis moet worden ontdekt door een juiste interpretatie van de manifeste verschijnselen.
3. er is een elite van specialisten nodig die vanuit een wetenschappelijke theorie de juiste interpretatieregels kennen om die interpretatie te maken, om het wezenlijke achter de verschijningsvorm te verhelderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Geef een voorbeeld
(geef het verschil tussen structurele gezinstherapie, de Milanese gezinstherapie en de contextuele gezinstherapie)

A

De structurele gezinstherapie, de Milanese gezinstherapie, de contextuele gezinstherapie is
gezinstherapeutische benaderingen waarvan gezegd wordt dat de ‘echte’ werkelijkheid schuil gaat
achter de uiterlijke verschijningsvorm, waar cliënten zelf geen idee van hebben. De therapeut is een
expert die beter dan de cliënt weet wat de betekenis is van wat de cliënt vertelt of ervaart.
Echte werkelijkheid die schuilgaat achter de fenomenen:
1. Structurele gezinstherapie = de gezinsstructuur
2. Milanese gezinstherapie (Selvini) = de family games
3. ontextuele therapie = het intergenerationele spel van geven en nemen

Gezinsstructuurtherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is Gezinsstructuurtherapie?

A

Gezinsstructuurtherapie is een actietherapie. Het doel van de interventies is het gezinssysteem. De therapeut sluit aan bij het systeem en daardootransformeert hij het.
Transformatie van de structuur zal op zijn minst één mogelijkheid voor verdere verandering tot gevolg hebben. Het gezin heeft zelfbestendigende eigenschappen. De processen die door hem (therapeut)in het gezin in gang worden gezet, worden in zijn afwezigheid gehandhaafd door de zelfregulerende mechanismen van het
gezinssysteem. Als er eenmaal een gezinsverandering bereikt is, dan zal het gezin die in
stand houden en daarmee een ander patroon verschaffen voor de feed-back die continu de ervaring van de gezinsleden kwalificeert en valideert. Deze concepten over de structuur vormen de grondslag van gezinstherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Geef de Effecten van structuralistische therapieën .

A

De achterliggende ‘echte werkelijkheid’ is een normaliserende waarheid die zegt wat gezond of ongezond is, normaal of abnormaal, goed of slecht. “Gezinsstructuurtherapie moet uitgaan van een model van ‘normaal zijn’ waartegen deviantie kan worden afgemeten.”

Mogelijke gevolgen voor cliënten:
1. het individuele verhaal vergelijken met een achterliggende normaliserende waarheid werkt
pathologiserend
2. de persoon verliest zijn stem om zijn eigen verhaal te vertellen
3. maakt de cliënt inferieur aan de therapeut

32
Q

Welke 3 illustraties zijn er in de praktijk?

A
  1. Houston Galveston institute (Harlene Anderson & Harry Goolishian): problemdetermined systems
  2. Peter Rober en de dialogische gezinstherapie
  3. het narratieve paradigma
33
Q

Geef de illustratie van Houston Galveston intitute in de klinische praktijk.
(problemdetermined systems)

A

Vetrekpunt: kritiek op systeemtheorie en cybernetica:
* sociale systemen zijn cybernetisch gelaagd – subsysteem, systeem, ultrasysteem.
* elk systeem wordt ingeperkt door het systeem direct erboven - het individu door het gezin, het gezin door het grotere systeem, en het grotere systeem door de maatschappij, enzovoorts.
* als een deel van het systeem of een subsysteem zich op een manier gedraagt die omschreven kan worden als problematisch of pathologisch, dan moet men aannemen dat er een inherent gebrek of defect is in het systeem (de structuur of rol) dat zich direct boven de afwijking bevindt. Het probleem wordt gevonden in het systeem dat boven het systeem bevindt
* therapie dient gericht te zijn op dit bovenliggende systeem = de structuur die behandeld moet worden. (Bijvoorbeeld in het geval van een individuele afwijking of pathalogie, dient het gezin behandeld te worden)

34
Q

Geef de kenmerken van de problemdetermined systems van Houston Galveston intitute

A
  • Geen plaats voor verandering
  • Uitgangspunten ontleend aan het sociaal constructionisme
  • Linguistic turn
  • Anderson & goolishian: inzichten voor therapie
  • From social systems to language systems. Toegepast op psychotherapie
  • Probleem-gedetermineerde systemen
  • Enkele problemen met deze radicaal sociaal-constructionistische bandering
35
Q

Waarom is er volgens de problemdetermined systems van Houston Galveston intitute geen plaats voor veradering?

A
  • Deze systemen (volgens dergelijke modellen) zijn gericht op evenwicht en homeostase, waardoor verandering onvoldoende kan begrepen of verklaard worden. = klassieke kritiek op homeostase.
  • Probleem: individuele problemen dienen behandeld te worden via bovenliggende structuren, die eigenlijk gericht zijn op evenwicht (homeostase) en dus niet geneigd zijn tot verandering!
  • DUS: alternatief nodig voor het structuralistische idee van homeostatische structuren → het alternatief
    is taal als betekenisbepalende interactioneel gebeuren, dat verandering mogelijk maakt
    => structuren naar taal naar talig in interactie gaan met elkaar
  • DUS alternatief nodig voor de afbakening van het systeem →‘probleemgedetermineerde systemen’.
36
Q

Wat zijn Uitgangspunten ontleend aan het sociaal constructionisme van de problemdetermined systems?

A
  • De realiteit is een door middel van taal geconstrueerde sociale constructie (‘that reality is a social construction through language’). Door gebruik van taal creëren we onafhankelijke en duurzame entiteiten (at wat niet verandert) terwijl we ons middenin een ervaringswereld bevinden waarin alles voortdurend verandert en in beweging is.
  • (Het concept van permanentie, of onveranderlijkheid, is slechts de schepping door middel van taal van
    onafhankelijke en blijvende entiteiten in een ervaringswereld die altijd in beweging en verandering is).
  • Taal speelt een cruciale rol in het vastleggen, determineren van betekenissen (Taal ≠ het geluid dat we met onze mond maken of de tekens die we met onze pen maken; maar veeleer de rol van taal bij het bepalen van betekenis.
  • Tegen het essentialisme: woorden hebben geen vaste betekenis; talige betekenissen ontstaan in lokale, en steeds veranderende menselijke acties en interacties. Er is alleen taal als er die identiteit is die wij betekenis noemen. Taal kan alleen betekenis krijgen in menselijke actie (bij vrienden, familie
    o **Taal → betekenis **
    o Betekenis → interactie
    o **Conclusie = betekenis is lokaal, en veranderend **
    en omgeving), en daarom is betekenis interactioneel, lokaal van aard, en altijd veranderlijk.
  • Menselijke systemen zijn (dus) betekenis genererende systemen. Human systems are meaninggenerating systems. = zie linguistic turn
37
Q

Wat is de linguistic turn?

A

Letterlijk ‘taalkundige wending’. Zeer algemene term om aan te duiden dat de Westerse filosofie zich in de twintigste eeuw steeds meer richt op het belang van de taal als een medium dat niet langer de werkelijkheid weerspiegelt maar de werkelijkheid structureert en zelfs schept. Ludwig Wittgenstein ligt aan de basis van deze wending die overigens heel verschillende vertakkingen kent. Een belangrijke uitloper is het Franse poststructuralisme en het postmoderne denken in het algemeen. De beroemde uitspraak van Jacques Derrida, ‘Il n’ya pas hors de texte’ wordt vaak aangehaald om te benadrukken dat in het poststructuralisme de taal – en bij uitstek het tekensysteem – onze enige werkelijkheid is.

38
Q

Hoe is de linguistic turn in de psychologie?
(Heider)

A
  • in de psychologie zien we die interesse voor taal bijvoorbeeld al in The Psychology of Interpersonal Relations (1957) van Fritz Heider (bekend geworden onder meer voor zijn attributietheorie).
  • Heider gaat ervan uit dat de wetenschappelijke psychologie veel kan leren van zgn. folk psychology of naive psychology.
  • doel is om de alledaagse psychologische taal te analyseren en op basis daarvan een meer systematische wetenschappelijk taal te ontdekken die de psychologische wetmatigheden of structuren meer accuraat weergeeft.
  • een structuralistische variant van de linguistic turn
39
Q

vergelijk Heider zijn aanpak van taal met die van de filosoof Ryle’s boek The concept of mind

A

bevat vele soortgelijke analyses van de concepten van de naïeve psychologie en wij zullen er op meer dan één plaats naar kunnen verwijzen. Zijn bespreking bevat echter, hoewel zij vele stimulerende ideeën van grote waarde bevat, niet altijd onmiddellijk toepasbaar op het werk van de psycholoog. In tegenstelling tot de huidige benadering houdt hij zich voornamelijk bezig met de feitelijke betekenis van woorden in het gewone gebruik met al hun dubbelzinnigheden, terwijl ons hoofddoel is het systeem van concepten dat ten grondslag ligt aan intermenselijk gedrag expliciet te maken, en de analyse van woorden en situaties wordt slechts beschouwd als een middel om dit doel te bereiken.

Wij willen een werkelijkheid vinden die verder ligt dan deze ruwe schets die de taal ons geeft, en zijn niet zozeer bezig met de schets als zodanig.

=> Ryle was een filosoof die geïnteresseerd was in de betekenis van alledaagse woorden; hoe krijgen ze betekenis en welke verwarringen zitten er allemaal in. Hij is geïnteresseerd in het systeem vanconcepten dat interpersoonlijk gedrag als het ware structureert.

40
Q

Leg de inzichten voor therapie van Anderson & goolishian uit.

A

Die twee zijn poststructuralisten, zij werken met het idee dat taal vorm geeft aan de werkelijkheid, dat taal betekenissen vastlegt, maar ze verlaten het idee dat er onderliggen sociale structuren zijn. Dat biedt mogelijkheden voor therapie:
1. Taal is interactionele coördinatie
2. Taal is niet alleen maar representatief
3. Zoals Gergen heeft aangegeven is de identificatie van een bepaalde actie (menselijke
uitwisseling- een bepaald gedrag, iets wat iemand doet) aan een oneindige herziening
onderhevig.
4. We leven ons leven in termen van onze interpretaties, ons attribueren of toekennen van
betekenis

41
Q

Leg uit waarom Taal een interactionele coördinatie is

A

het dialogisch creëren van intersubjectiviteit. In dialogen creëren we consensus, het intersubjectieve, datgene waarover we het eens zijn (‘onze feiten’, ‘onze werkelijkheid’) Het afstemmen van gedrag op elkaar, in interactie, het dialogisch creëren van intersubjectiviteit… het intersubjectieve is datgene waar we het over eens zijn. Het wordt
in een dialoog gecreëerd, en waarom is dat belangrijk? Wel, in therapie kan je dus gaan
opvatten als een dialoog tussen mensen die nieuwe werkelijkheden kunnen creëren.

42
Q

Waarom is taal niet alleen maar representatief?

A

dat wil zeggen, een geschikt plaatje van de wereld. Taal
is de transformatie van ervaring, en tegelijkertijd transformeert het wat we kunnen ervaren.
Er is dus een veelvoud aan talen, geschiedenissen, oorzaken, inzichten en realiteiten. Woorden maken onze ervaring af. Dat betekent dat taal niet zozeer een afbeelding is van de werkelijkheid, maar vorm geeft aan die werkelijkheid en omdat mensen verschillend zijn en omdat er veel systemen zijn, zijn er veel werkelijkheden, talen, inzichten en ideeën over
oorzaken.

43
Q

Waarom is de de identificatie van een bepaalde actie aan een oneindige herziening
onderhevig?

A

Dit proces is onbeperkt en eindigt nooit, je kan blijven anders interpreteren. De
taal kan altijd opnieuw en oneindig worden geïnterpreteerd
. Dit domein van een onbegrensde wereld van mogelijke talige identificaties creëert de basis voor zowel het formuleren van wat als een probleem telt, als voor therapie en verandering. Met identificaties bedoelt men dat je iets vastlegt op een bepaalde manier, dat je het op een bepaalde manier gaat benoemen. Dat betekent ook dat we kunnen beïnvloeden of kunnen kijken naar hoe of wat is volgens iemand het probleem, wat is therapie; dit maakt verandering mogelijk omdat je dingen anders kunt gaan bekijken.

44
Q

Waarom leven we ons leven in termen van onze interpretaties, ons attribueren of toekennen van betekenis

A

Deze attributies zijn uiteindelijk niet meer dan taalkundige inventarisaties die de
dingen benoemen die we als echt aannemen en die de objecten identificeren die onze
werkelijkheid kunnen “bevolken”. Deze objecten zijn echter geen abstracties. We creëren onze realiteiten door het benoemen (identificeren van objecten) en vervolgens actie te ondernemen op basis van deze identificaties. Het is ons handelen dat onze realiteiten interactief en gemeenschappelijk maakt. We zeggen dat een kind een ander kind met opzet pijn gedaan heeft, we attribueren dus slechte intenties aan dit kind. Vervolgens gaan we handelen vanuit deze attributie. We benoemen/identificeren een bepaalde conditie als ‘depressie’. Vervolgens gaan we van daaruit verder handelen: naar de psychiater, die schrijft antidepressiva voor, en geeft psychoeducatie …

45
Q

Leg het kenmerk “From social systems to language systems. Toegepast op psychotherapie” uit.

A
  1. Problemen zijn niet meer dan een sociaal gecreëerde realiteit die in stand worden gehouden door onderling in taal gecoördineerd gedrag. Lijkt alsof het niet zo erg is, maar als je ervan uitgaat dat taal hier ook gaat over gedragingen en handelingen, dan wordt deze uitspraak toch beter te verstaan. Als iemand zichzelf aan het uithongeren is dan zijn dat ook handelingen.
  2. Onze theoretische en therapeutische vaardigheden liggen meer in onze keuze en ons gebruik van woorden, dan in onze kennis van sociale systemen en structuren. Dat is een radicaal standpunt want eigenlijk zeggen ze we mogen al die kennis over systeemtheorie en cybernetica weggooien
  3. Therapie = talige activiteit. ‘Zoals Wittgenstein heeft aangegeven, zijn woorden te beschouwen als stukken in een spel, een spel dat we met elkaar spelen. De therapeut, de therapie en de problemen en cliënten waar we mee te maken hebben zijn dus niet veel meer dan een vorm van talige activiteit.’

Structuralisme gebaseerd op concepten van systeemtheorie en cybernetica = dubbel risico:
1. We beschouwen ‘onze’ realiteit als de meer correcte
2. We doen alsof onze beschrijvingen en verklaringen geen invloed hebben op de gang van zaken.
We gaan ervan uit dat de eigenschappen van de systemen voor onze ogen helemaal los staan
van onze taal en beschrijvingen.

46
Q

Leg het kenmerk Probleem-gedetermineerde systemen uit.

A

Alternatief voor werken met sociale systemen = werken met problem —> determined systems!
1. Werken met het sociaalsysteem dat afgebakend wordt door het probleem en bestaat uit die mensen die talig betrokken zijn bij het probleem. Dus we gaan werken met alle mensen die zeggen dit meisje heeft een eetstoornis (bv.) , alle mensen die op een of andere manier
bijdragen aan de constructie van die realiteit, dat zijn de mensen waar we mee gaan werken.
2. Het probleem definieert het systeem; i.p.v. dat het systeem [zoals in de systeemtheorie en cybernetica] bepaalt.
3. Deze probleem-gedetermineerde systemen bestaan alleen in taal. Ze bestaan niet als socialestructuur of als sociale rol. Want daar kunnen heel veel mensen bij betrokken zijn

47
Q

Geef de Kenmerken van Probleem-gedetermineerde systemen.

A
  • in een voortdurende staat van verandering op basis van betekenissen die vastgelegd worden en weer wijzigen.
  • lid van een probleem-gedetermineerd systeem zijn allen die talig betrokken zijn bij datgene waarvan men denkt dat het het probleem is.
  • aantal leden is onbepaald, en niet noodzakelijk beperkt tot de gezinsleden.
  • elk lid van dit systeem heeft een eigen ‘objectieve’ definitie, talige realiteit, van het probleem (er kan sprake zijn van consensus tussen sommigen).
  • verandering komt er door conversaties, of communicatieve uitwisselingen. Verandering is de co-evolutie van nieuwe betekenissen en vindt plaats in de taal, niet in het wijzigen of aanpassen van sociale structuren (tegen Minuchin!)
48
Q

Wat zijn bij Probleem-gedetermineerde systemen gevolgen voor de therapeut en therapie?

A
  • de therapeut wordt onderdeel van het probleemgedetermineerde systeem
  • de therapeut streeft ernaar om een dialogische ruimte te creëren, een conversationele context, die de ontwikkeling van nieuwe betekenissen, nieuwe acties, en dus verandering toelaat. How can each member move from a monological conversation with oneself and with others to a dialogical conversation where new meaning, new realities, evolve? (…) [The idea is] nothing is statical in dialogical communication; new meaning is always evolving. = therapist action!
  • de therapeut beïnvloedt niet om een bepaalde conversatie te hebben, of overtuigt cliënten niet van een bepaald idee
  • de therapeut corrigeert niet de soms verwrongen wereldbeelden, de ideeën over het probleem die leven in een gezin, de interacties tussen leden van het system, irrationeel gedrag, de organisatie van het systeem …
  • therapie als dialogische ruimte of conversationele context, = een plaats waar men los komt van de eigen ingenomen positie! geïnspireerd door de Ierse mythologie: de vijfde provincie
  • therapie = een emergente context die het eindeloos herzien/herbekijken en ontwikkelen van betekenissen mogelijk maakt, en aanmoedigt. Dat kan omdat er geen uiteindelijke empirische bepaling/interpretatie mogelijk is.
49
Q

Hoe is expertise een gevolg voor de therapeut en therapie

A
  • in klassieke benaderingen (modernistisch, positivistisch, structuralistisch) stelt de psycholoog een diagnose. Zij of hij weet beter en meer dan de cliënten. = therapeut als expert
  • in poststructuralistische benaderingen is de therapeut niet de expert; de therapeut weet niet wat juist is; de therapeut kan geen diagnose stellen; zelfs als de observaties de hypotheses van de therapeut bevestigen, betekent dit nog niet dat de hypothese klopt!
    [Bijvoorbeeld – de therapeut denkt dat de client kwaad is op hem, en de client begint vervolgens te roepen … = observaties ‘bevestigen’ de hypothese; maar klopt ze daarom ook? Er zijn veel interpretaties mogelijk die juist zouden kunnen zijn, waarom zou die van de psycholoog meer waar zijn dan die van de anderen, of van de cliënt zelf?]
  • the therapist is an expert in the management of the communicative process and through the conservation of the conversation mutually evolves and invites new meanings. The members of a problem system are the experts in that problem; the therapist is simply an expert in maintaining conversation about it. (vgl. standpunt Carr!)
50
Q

Hoe is positionering een gevolg voor de therapeut en de therapie

A

Positionering van de therapeut en cliënten:
1. Therapeutische positionering samen met de leden van het probleem-gedetermineerde systeem zo dat nieuwe betekenissen samen kunnen gecreëerd worden en dat ze samen kunnen evolueren.
2. De therapeut moet zich zo opstellen dat zij/hij de cliënten positioneert als experten van hun eigen leven.
3. De therapeut bevindt niet ‘buiten’ het probleem-gerelateerde systeem, vanwaar hij onafhankelijk objectief observeert, diagnosticeert, en verandering opzet, maar hij is ‘binnen’, werkt samen, en probeert de betekenissystemen van de cliënt te begrijpen, en ermee te werken.

51
Q

Geef Enkele problemen met deze radicaal sociaal-constructionistische benadering

A
  • nadruk hier ligt vooral op beweging van betekenis, flux of meaning, een proces dat nooit tot stilstand komt, elke betekenis kan weer in vraag gesteld worden.
    In abstracto is dit juist, maar dit staat in contrast met de hermeneutische benadering die stelt dat er ‘betere’ of ‘meer leefbare’ of zelfs ‘meer adequate’ interpretaties zijn, die toelaten om even tot rust te komen. (Vergelijk de narratieve benadering van White, die lijkt te vertrekken van een idee dat interpretaties ook rust kunnen geven, en de mogelijkheid om op basis van een bepaalde interpretatie verder te bouwen.)
  • White zal wel volgen dat er niet per se met de bestaande sociale structuren en rollen dient gewerkt (cf. publiek, outsider witness practices, loslaten van het gezin als belangrijkste context …)
  • gooien we niet teveel kennis weg als we helemaal komaf maken met de systeemtheorie en de communicatietheorie?
  • sociaal-constructionistische therapeuten/onderzoekers kunnen er wel vanuit gaan dat er geen objectieve werkelijkheid is, en dat klassieke expertise ten onrechte de kijk van de cliënt negeert of niet naar waarde schat, maar tezelfdertijd blijft deze klassieke kijk wel erg dominant aanwezig in de ‘hoofden’ van cliënten en psychologen (enzovoort) zelf
52
Q

Leg Illustratie 2: De dialogische benadering van gezinstherapie van Peter Rober uit.

A
  • Deelt de kritiek op de cybernetische en systeemrheoretische benadering
  • Behoudt wel de idee dat je best met het gezin werkt >< de narratieve benadering
  • Accepteer de talige/ **dialogische benadering **
  • Accepteer de afwijzing van de expertpositie (structuralisme)
  • Gaat voluit voor een collaboratieve benadering
53
Q

Wat houdt Een collaboratieve benadering/samenwerken in?

A
  1. luisteren naar de bezorgdheid van cliënten en aansluiten bij hun doelstellingen
  2. aandacht hebben voor de competentie van de cliënt
  3. veranderingsgericht kijken
  4. verandering in de toekomst ondersteunen
  5. aandacht hebben voor uitzonderingen
  6. gebruik maken van competentie in de natuurlijke omgeving van de cliënt
  7. in alle omstandigheden een machtsstrijd met het gezin vermijden
  8. openstaan voor de feedback van cliënten
54
Q

Leg 1. Luisteren naar de bezorgdheid van cliënten en aansluiten bij hun doelstellingen uit

A
  • Cliënten doorslaggevende stem op vlak van inhoud en doelstellingen
  • (Ongeschreven) contract over doelstellingen en evaluatiemomenten
55
Q

Leg 2. Evenwicht zoeken tussen luisteren naar wat moeilijk loopt, en wat goed loopt uit

A

Evenwicht zoeken tussen luisteren naar wat moeilijk loopt, en wat goed loopt

56
Q

Leg 3. Vernaderingsgericht kijken uit

A

Niet alleen kijken naar wat niet verandert, maar ook naar was mensen iets nieuws
gedaan hebben, iets anders, nieuwe verhalen mogelijk worden

57
Q

Leg 4. Verandering in de toekomst ondersteunen uit

A
  • Verandering die er al was voor de start, of tijdens de therapie verbinden met inzet/
    competentie van de cliënt
    Cliënt ervaart invloed en krijgt voeling met eigen comptentie
    Kans op meer gewenste verandering in de toekomst wordt groter
58
Q

Leg 5. Aandacht hebben voor uitzonderingen uit

A
  • Gewoonlijk vallen habituele patronen meest op
  • Belang van oog hebben voor uitzonderingen, of ernaar vragen Ingaan op uitzonderingen creëert ruimte voor de rijkdom van de verhalen van cliënten
  • Zorgvuldig besproken van uitzonderingen geeft ideeën over hoe in therapie aan
    verandering kan gewerkt worden
59
Q

Leg 6. Gebruik maken van competentie in de natuurlijke omgeving van de cliënt uit

A

Zowel gezinsleden als belangrijke derder uit de omgeving van de therapeut

60
Q

Leg 7. In alle omstandigheden een machtsstrijd met het gezin vermijden uit

A

In termen van communicatietheorie: waardheidsgevechten, interpunctiestrijk
vermijden

61
Q

Leg 8. Openstaan voor de feedback van cliënten uit

A

Cliënten zijn experts wat eigen leven en eigen gezin betreft = zij weten beter dan de
therapeut wat goed is voor hen, wat ze nodig hebben

62
Q

Leg de Dialogische benadering uit

A
  • Een participatieve benadering waarbij we ons vooral richten op een relationele, responsieve interactie met onze cliënten. Niet gericht op in de eerste plaats te benoemen, classificeren en te verklaren wat we zien. Niet gericht op het achterhalen van wat diep verborgen zit. We gaan als mens een respectvolle dialoog aan met onze cliënten. Bewust van onze levende betrokkenheid in deze dialoog waaraan we ons niet kunnen onttrekken: wat we zeggen over het gezin, zeggen we vanuit deze levende betrokkenheid met het gezin. We proberen te begrijpen in dialoog en zoeken samen met onze cliënten naar manierren waarop ze weer, zonder ons, waardig kunnen leven.
  • Dialoog is ene menselijke ontmoeting waarin nieuwe betekenissen kunnen ontstaan, en waarin alle betrokkenen zich engageren; dialoog als onderhandeling van betekenissen; dialoog is geen communicatie.
  • Woorden zijn instrumenten die mensen toelaten om samen te leven. >< woorden is een afbeelding van de werkelijkheid
  • Taal is een activiteit waarin we samen een wereld creëeren >< taal geeft weer hoe de wereld eruit ziet.
63
Q

Leg Onderhandeling over betekenis uit

A

Werken met constructieve hypothesen
Betekenis van wel of niet naar school gaan; betekenis van het woord ‘schaamte’

64
Q

Leg Illustratie 3: Het narratieve paradigma uit.

A
  1. Verwerpen van het positivisme
  2. Hermeneutische wende
65
Q

Waarom verwerpt het naratieve paradigme het positivisme?

A

‘minstens in de sociale wetenschappen is het nu algemeen erkend dat het niet mogelijk is voor personen om direct kennis te hebben van de wereld; dat een objectieve beschrijving van de wereld niet beschikbaar is voor ons, en dat niemand een bevoorrechte toegang heeft tot het benoemen van de werkelijkheid’ en ‘wat we van de wereld weten, weten we door onze ervaring ervan (experience); onze ervaring van de wereld is alles wat we hebben, en is alles wat we kunnen weten.’
Conclusie: We kunnen de ervaring van de wereld van iemand anders niet kennen.

66
Q

Leg de hermeneutische wende van het narratieve paradigma uit.

A

Het beste wat we kunnen doen is de ervaring van anderen te interpreteren; dat wil zeggen, de uitdrukkingen van hun ervaring zoals zij die voor zichzelf interpreteren. Om de uitingen (en dus de interpretaties) van anderen te interpreteren, moeten we vertrouwen op onze eigen doorleefde ervaring en verbeelding. “Inlevingsvermogen” is dus een kritieke factor in de interpretatie of het begrip van de ervaringen van anderen.

67
Q

Wat betekent het narratiev eparadigma?

A
  • Verhalen voor coherentie + ervaringen aan elkaar te verbinden doorheen de tijd, voelens leven door veranderen, legt begin +einde aan ervaringen, bepaalt de betekenis die je ernaan geeft. Na sessie een brief schrijven met alles wat gezegd is geweest om tot een algemene consensus te komen en overeenkomsten van betekenissen van de cliënt
  • Beïnvloed door sociale wetenschappers
    o ‘interpretatieve methode’ toepassen
    o de tekstanalogie hanteren
  • Zij stellen voor: het verhaal (story) of het narratief voorziet in het dominante kader voor
    levenservaringen en voor het organiseren en ordenen van geleefde ervaringen.
    o een verhaal kan worden gedefinieerd als een eenheid van betekenis die een kader biedt voor
    o de doorleefde ervaring
    o het is via deze verhalen dat de geleefde ervaring wordt geïnterpreteerd
    o we komen in verhalen terecht; we worden door anderen in verhalen betrokken; en we leven ons leven door middel van deze verhalen
  • verhalen maken tijdsbeleving mogelijk
  • Verhalen spelen cruciale rol in de organisatie van onze ervaringen
  • Consequenties voor therapie
68
Q

Waarom maken verhalen tijdsbeleving mogelijk?

A
  1. Verhalen maken het mogelijk voor mensen om hun ervaringen te verbinden met elkaar
    doorheen de dimensie van de tijd = belang van coherentie
  2. Doorheen verhalen kunnen we gaan voelen dat onze levens veranderen.
  3. Verhalen helpen ons bij het ervaren van geschiedenis, in ons eigen leven, en dat maakt ook
    het denken van een toekomst(ig verhaal) mogelijk.
  4. Verhalen leggen een begin en een einde op aan ervaringen.
69
Q

Waarom spelen Verhalen een cruciale rol in de organisatie van onze ervaringen:

A
  1. de verhalen waarin we onze ervaringen situeren bepalen de betekenis die we geven aan onze ervaringen
  2. verhalen bepalen welke aspecten van onze ervaring we uitdrukken (in communicatie
    brengen/vertellen)
  3. verhalen bepalen op welke manier we uitdrukking geven aan onze ervaringen
  4. verhalen hebben echte effecten en bepalen de richting ons leven en van het verloop van onze relaties
70
Q

Wat zijn bij de narratieve paradigme de consequenties voor therapie?

A
  1. Het is de uitvoering/vertolking/opvoering van deze teksten [verhalen] die het leven van
    mensen verandert.
  2. Deze uitvoeringen moeten gebeuren voor een relevant publiek of bekend gemaakt via een of andere vorm van publicatie.
  3. Het is niet voldoende om bepaalde zaken te beweren; de beweringen moeten in handelingen worden omgezet.
71
Q

Wat is een belangrijk principe van het naratieve paradigma?

A

Experience structures expression/expression structures experience:

72
Q

Wat is Experience structures expression/expression structures experience:?

A

DUS: onze levens krijgen vorm in dat proces van interpretatie in de context van de verhalen waarin wij terechtkomen, en de verhalen van anderen waarin we figureren. “De verhalen die wij met onze ervaring aangaan, hebben dus reële gevolgen voor ons leven. De uitdrukking van onze ervaring door middel van deze verhalen vormt ons leven en onze relaties; ons leven wordt gevormd of geconstitueerd door het proces zelf van de interpretatie binnen de context van de verhalen die wij aangaan en die wij door anderen worden aangegaan.” Maar: leven is niet synoniem met ‘tekst’! Het leven van mensen wordt gevormd door het vertellen van ervaringen en door het opvoeren van deze verhalen = acties zijn belangrijk!

SAMENGEVAT: “Het is door de verhalen die mensen hebben over hun eigen leven en dat van anderen dat zij hun ervaring zin geven. Niet alleen bepalen deze verhalen de betekenis die mensen aan hun ervaring geven, maar deze verhalen bepalen ook in hoge mate welke aspecten van de ervaring mensen uitkiezen om tot uitdrukking te brengen. Bovendien, voor zover het handelen voorafgaat aan de betekenisgeving, bepalen deze verhalen de werkelijke effecten in termen van de vormgeving van het leven van personen.”

De ervaring structureert de uitdrukking (experience structures expression) en omgekeerd: de uitdrukking structureert de ervaring.

73
Q

Geeef hiervan Enkele voorbeelden van therapeutische concepten/praktijken .

A
  • problem-saturated stories’: Mensen die in ellende zitten, zullen verhalen vertellen over hun problemen.
  • re-authoring conversations’: Terug de auteur worden van hun eigen leven.
  • outsider witness practices
  • ‘externaliserende conversaties’: Probleem dat iemand heeft loskoppelen van de persoon, externaliseren. Bv: Je bent een alcoholist vs. je bent een persoon die het probleem ‘alcoholisme’ ervaart. —> a statement of position map 1
74
Q

Wat wordt bedoeld met statement of position map 1

A

Is een onderzoek dat uit vier categorieën bestaan. Het creëert een contect waarin mensen, inclusief jonge kinderen, radicaal geraadpleegd kunnen worden over wat belangrijk is in hun leven. Het is in de context van een dergelijke raadpleging dat mensen de kans krijgen om een standpunt te bepalen over de problemen vna hun leven en om een sterkere stem te hebben over de basis van hun zorgen. Dit is vaak een nieuwe ervaring voor mensen, omdat ze zich vaak hebben onderworpen aan het standpunt dat anderen over hun problemen en hachelijke situaties hebben ingenomen.

75
Q

Wat wordt bedoeld met Niet centraal en beïnvloed?

A

Dit is ook een positiebepaling in die zin dat de positie van de therapeut door dit onderzoek duidelijk wordt gedefinieerd. Dit is een decentreerde positie in die zin dat de therapeut niet de acteur is van de standpunten van mensen over de problemen in hachelijke situaties in hun leven. Maar het is ook een invloedrijke positie, omdat de therapeut door de introductie van deze onderzoekscategorieën mensne de mogelijkheid biedt om hun eigen positie ten opzichte van hun problemen te bepalen en om stem te geven aan wat deze positie inhoudt.

76
Q

Wat wordt bedoeld met De (on)mogelijkheid om in de tijd te leven?

A
  1. Onderhandelen over een specifieke, ervaringsnabije definitie van het probleem is die de taal gebruikt van de mensen die therapie zoeken en die gebaseerd is op hun begrip van leven
  2. De effecten van het probleem in kaart brengen is een onderzoek naar de effecten/invloed van het probleem op de verschillende levensdomeinen waarin implicaties worden geïdenticifeerd
  3. Evalueren van de effecten van de probleemactiviteiten is de therapeut ondersteunt mensen bij het evalueren van de operaties en activiteiten van het probleem, evenals de belangrijkste
    effecten ervan op hun leven. => positionering
  4. De evaluatie rechtvaardigen is een onderzoek naar het “waarom” van de evaluaties bij mensen
77
Q

Wat wordt bedoeld met onschuldigen en responsibiliseren?

A

Het voordeel van externaliserende conversaties is dat mensen enerzijds ontschuldigd worden, en anderzijds uitgenodigd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor de effecten van problemen.
Ontschuldiging is gemakkelijker om over een probleem heen te geraken, dus zonder ze te
minimaliseren. Belangrijk: het is geen protocol.