Les 8: Agency Flashcards
Wat betekent agency?
De handelingsmogelijkheid die een individu heeft
Geef de probleemstelling van Agency
De systeemtheorie als structuralistische theorie die individueel gedrag verklaart vanuit systeemregels, interactiepatronen en feedbacklussen (cf. Minuchin met zijn Gezinsstructuurtherapie) kon niet goed overweg met het individu. Cf. de ideeën van Harlene Anderson & Harry Goolishian = aan individuen toegeschreven problemen ontstaan door defecte structuren op het hogere niveau, en dienen daar ook behandeld te worden.
Maar wat met ‘human agency’? Systeemtherapeuten van het cybernetische type, structuralistische type, lijken geen plaats te vinden voor agency = het individuele handelen, het actorschap van leden van het systeem.
Cf. de kritiek van Paul Dell op Bateson: kan de systeemtheorie (bi-directionaliteit) spreken van ‘slachtoffers’ en ‘geweldplegers’ = is er sprake van ‘agency en verantwoordelijkheid’?
We zouden kunnen zeggen dat het spanningsveld tussen individu en systeem, tussen het persoonlijke en het interpersoonlijke, constitutief is voor het interpersoonlijke denken. Beide niveaus van beschrijving/verklaring zijn nodig. Het is belangrijk om die spanning tussen die twee polen als het ware ‘uit te houden’.
Het concept ‘agency’ maakt het mogelijk voor onderzoekers en voor therapeuten om de persoon als ‘systeemniveau’ te herstellen.
Toch zullen we zien dat ook hier weer een tegenbeweging ontstaat wanneer men het gevoel krijgt dat de balans doorslaat in de richting van het individuele.
Geef enkele filosofische perspectieven van Agency
- Jonathan Edwards (1703-1758): Occasionalisme
- Aan wie schrijven we agency toe?
- Voorbeeld van een filosofische definitie van agency (zie ook hermeneutic turn)
Wat is Occasionalisme?
= de leer dat de geschapen dingen, die schijnen in te werken op elkaar, in werkelijkheid
niet inwerken op elkaar, maar dat hun samenkomen een gelegenheid (occasio) is voor God om als enige ware oorzaak die werkingen te doen plaatsvinden.
Uit American Philosophy before Pragmatism (Russel B. Goodman)
Aan wie schrijven we agency toe?
In deze tijd zijn we geneigd om net aan mensen ‘agency’ toe te schrijven. Het standpunt van Edwards was ook al in zijn tijd radicaal.
De attributie van agency is historisch (verschillend in de loop van de tijd) en lokaal (verschillend in verschillende culturen): sinds wanneer wordt aan vrouwen agency toegeschreven bijvoorbeeld in de katholieke kerk? Of in de samenleving (zie stemrecht). Sinds wanneer wordt aan kinderen agency toegeschreven? Of aan ‘patiënten’? We schrijven agency ook meer toe aan kinderen
Maar een Batesoniaanse interpretatie van de systeemtheorie lijkt geen plaats te geven aan de persoon, aan personal agency, aan verantwoordelijkheid. (Cf. Paul Dell)
En de vraag blijft: in welke mate geven interpersoonlijke modellen een plaats aan de persoon, en aan personal agency?
Geef een voorbeeld van een filosofische definitie van agency (zie ook hermeneutic turn)
Charles Taylor vroeg zich af wat een mens tot een mens maakt. (Hij ging op zoek naar zogenaamde niet contingente, tijdloze en plaatsloze of universele kenmerken van de mens. Hij noemde dit soms een ‘philosophical anthropology’.)
What is human agency? = paper uit 1977
Wat betekent het om een menselijk wezen te zijn? Wat is betrokken bij de notie van een zelf, van een verantwoordelijke menselijke agent? Wat is het dat wij onszelf als menselijke agenten toeschrijven dat wij niet aan dieren zouden toeschrijven?
1. als menselijke agenten zijn wij zelf-interpreterende subjecten
2. ons zelfbegrip houdt in dat wij onszelf zien in een ruimte die wordt bepaald door (onze)
waardeverschillen, of sterke evaluaties. [er is sprake van een hiërarchie in wat we waarderen
= als we bijvoorbeeld eerlijkheid verkiezen boven het vermijden van een sanctie].
Van wie waren de psychologische perspectieven over Agency?
- Bandura
- Michael White’s
Wie was Bandura?
1924 in Canada.
Verdienstelijk op vlak van de ontwikkeling van:
* Sociaal leren.
* Social-cognitive theory of social learning.
* Self-efficacy.
Geef enkele Psychologische perspectieven van Bandura en agency
- Belangrijkste evolutie in het denken van Bandura: van gedrag naar cognitie!
- Gedrag als functie van stimuli, beloning en straf
- Innovaties
- Social-cognitive theory
- Kernconcept van SCT: Self-efficacy
Geef de Belangrijkste evolutie in het denken van Bandura: van gedrag naar cognitie!
Toen Bandura doctoreerde werd de psychologie gedomineerd door het behaviorisme = mensen kunnen geconditioneerd worden om op specifieke wijzen te reageren op specifieke stimuli.
Volgens het strikte behaviorisme is de persoonlijkheid van een mens de totale som van de gedragingen die hij/zij geleerd heeft gedurende dit proces van conditionering. Als men de stimuli en responses volledig zou begrijpen dan zou men gedrag van individuen en van ganse culturen kunnen voorspellen en controleren.
Centraal concept: bekrachtiging = een gebeurtenis die een gedrag sterker maakt en meer waarschijnlijk dat het zich in de toekomst zal voordoen.
Geef Gedrag als functie van stimuli, beloning en straf .
Klassiek behaviorisme
* Belonen = Positieve bekrachtiging produceert aangename gevoelens. Negatieve bekrachtiging doet onaangename gevoelens verdwijnen. Netto resultaat telkens: men voelt zich beter. -
* Bestraffen = Iemand gaat zich slechter voelen na het stellen van een bepaald gedrag.
* Bekrachtiging (belonen) heeft meer effect dan bestraffen.
- Klassiek behaviorisme: mensen zijn geconditioneerd of getraind door middel van het toepassen van beloningen en straffen om op bepaalde manieren te reageren.
**Bandura vond dat klassiek behaviorisme een veel te omslachtige manier was om alles wat een mens kan te leren en suggereerde dat mensen ook kunnen leren door naar anderen te kijken, waardoor ze niet alles moesten leren dmv ‘trial and error’. **
Geef de Innovaties van Bandura
1. Van bij het begin van zijn carrière als onderzoeker argumenteerde Bandura tegen
conditionering als de belangrijkste methode om nieuw gedrag te leren.
!!! Belang van observationeel leren en modeling!!!
Is de meer efficiënte methode om te leren in de meeste situaties volgens Bandura.
2. Conditionering is geen ‘mindless’ gebeuren! (denk terug aan artikel van Durgean (?) en
onderscheid tussen empirisme en rationalisme; kennis komt van binnenaf of van buitenuit.
Een discussie in de filosofie die zich verderzet in de psychologie onder de vorm van overstap van behaviorisme naar cognitivisme en Bandura is er duidelijke sluitelfiguur in) Bekrachtiging werkt omdat het mensen leert om positieve resultaten te verwachten, met andere woorden: bekrachtiging wijzigt hun denken over de dingen. Waar behaviorisme enkel keek naar de uiterlijke stimuli en responses, was Bandura geïnteresseerd in het innerlijke denken dat de twee verbond. Dit was het cognitieve stuk van zijn sociaal-cognitieve theorie.
3. Bandura was het dus al vroeg oneens met de behavioristische focus op de controle van
menselijkgedrag door middel van uitwendige beloningen en straffen. Hij benadrukte al vroeg de kracht van zelfregulering. Hij geloofde dat mensen hun eigen gedrag kunnen controleren door zichzelf standaarden te stellen en zich te belonen als ze de zelfopgelegde doelen bereiken. Deze idee ontwikkelde hij verder tot het bredere concept van human agency, dat inhoudt dat mensen tot op zekere hoogte controle hebben over de aard en de kwaliteit van wat ze meemaken. Mensen zijn geen pionnetjes die verzet worden, maar hebben zelf actief de regie van hun leven in handen. (zelf-regulering → human agency)
Geef de Social-cognitive theory van Bandura
Human agency: hoe oefenen mensen controle uit over de aard en kwaliteit van hun eigen levens?
“To be an agent is to intentionally make things happen by one’s actions.” Je doet dingen gebeuren door je eigen handelingen.
**Dit vereist: **
1. Zelfregulerende vaardigheden. (gedrag)
2. Bepaalde overtuigingen (beliefs). (cognities)
**Maakt mogelijk: **
1. Aanpassing aan veranderende omstandigheden.
2. Biedt middel tot zelfontwikkeling en ‘self-renewal’.
Geef de Kenmerken agency (Bandura)= wat betekent het om een mens te zijn (cf. Charles Taylor)
- Doelgerichtheid—Agency verwijst naar handelingen die intentioneel zijn en veronderstelt dus de mogelijkheid om plannen te maken.
- Vooruitdenken—Naast het maken van plannen denken mensen ook over hun toekomst op anderemanieren. Ze stellen zichzelf doelen, anticiperen op de verwachte uitkomsten van hun verschillende acties, en ze kiezen een handelwijze waarvan ze verwachten dat ze positieve gevolgen zal hebben en negatieve gevolgen zal vermijden.
- Zelf-reactiviteit—Eens mensen een bedoeling (intentie) gevormd hebben en een plan van actie bedacht, moeten ze dat plan of die intentie nog uitvoeren. Daarom moeten ze in staat zijn om zichzelf te motiveren en om hun eigen gedrag te reguleren.
- Zelf-reflectie—Mensen zijn niet alleen actoren m.b.t. acties, maar ook m.b.t. hun denken. Ze beschikken over het vermogen om te reflecteren over hun eigen denken, motivatie, waarden, en de betekenis van hun levens.
Geef het Belang van human agency in zijn sociaal cognitieve theorie.
**Bandura legt zelf uit waarom human agency zo belangrijk is in zijn sociaal-cognitieve theorie: **
* “Mensen hebben de macht om te beïnvloeden wat ze doen en om dingen te laten gebeuren. Ze zijn niet alleen maar toekijkende gastheren van hersenmechanismen die georkestreerd worden door omgevingsgebeurtenissen. De zintuiglijke, motorische en cerebrale systemen zijn instrumenten die mensen kunnen gebruiken om dingen te bereiken die zin, richting en voldoening geven aan hun leven.”
- We zijn niet alleen getuige van de dingen die we doen, we kunnen ook zelf dingen doen.
Geef de Achtergrond social-cognitive theory.
In de jaren 1980 ontwikkeld door Bandura. (interessant want sluit beetje aan bij CMM en recursiviteit)
Menselijk functioneren = dynamische wisselwerking van persoonlijke [m.i.v. overtuigingen, gevoelens, lichamelijke reacties], omgevings-en gedragsfactoren. Elk van de drie factoren beïnvloedt de andere is wordt door hen beïnvloed. Daardoor zijn mensen niet enkel product van hun omgeving, maar produceren ze die omgeving ook. Cf. recursiviteit!
Verandering opzetten (therapie ofsociaal programma) kan via:
1. De toename van meer positieve overtuigingen, gevoelens en motivaties
2. Het versterken en doen uitbreiden van gewenst gedrag, en het ontmoedigen en doen afnemen van ongewenst gedrag.
3. Het wijzigen van sociale condities waarin mensen leven, werken en studeren.
Dus neemt deels idee van belonen en straffen over maar zegt ook dat je kan veranderen door het wijzigen van sociale condities! Zag je ook bij Sullivan; sociale bewogenheid die meespeelde.
Geef het Kernconcept van SCT: Self-efficacy.
Bandura definieert waargenomen self-efficacy als/= de overtuigingen van mensen over hun vermogen om gewenste resultaten te produceren door hun eigen acties. (efficacy = in staat zijn een gewenst effect te bereiken + self = door eigen acties) Die S-E is een overtuiging, een geloof dat je in staat bent om door je eigen handelingen bepaalde resultaten te bepalen.
→ Mensen met een hoog gevoel van self-efficacy benaderen moeilijke taken als uitdagingen die zij moeten aangaan; zij stellen uitdagende doelen voor zichzelf; zij handhaven een sterke betrokkenheid [inzet] om deze te bereiken. Wanneer ze geconfronteerd worden met een tegenslag, herwinnen ze snel hun vertrouwen en verdubbelen ze eenvoudig hun inspanningen. Een dergelijke instelling leidt tot persoonlijke successen en verlaagt het risico op depressie. (hier merk je dat het zeer individueel is: als ik geloof dat ik dat kan dan ga ik dat doen)
→ Mensen met een laag gevoel van eigenwaarde vermijden moeilijke taken, die zij zien als
persoonlijke bedreigingen. Ze pushen zichzelf zelden om uit te blinken, en ze hebben een zwakke betrokkenheid bij de doelen die ze besluiten na te streven. Wanneer ze geconfronteerd worden met een obstakel, blijven ze stilstaan bij hun persoonlijke zwakheden en de kans op mislukking in plaats van te zoeken naar oplossingen. Als zich een tegenslag voordoet, geven zij snel op en herstellen daarna slechts langzaam hun zelfvertrouwen. Er is relatief weinig voor nodig om het vertrouwen in zichzelf te verliezen. Als gevolg daarvan vallen zij gemakkelijk ten prooi aan stress en depressie.
Geef enkele opmerkingen op de social-cognitieve theorie
- Een dergelijk individualiserend perspectief komt vlug beschuldigend over. Je neemt een eigenbelang in stand.
- Een impliciete achtergrond hier is wellicht (een bepaalde versie van) de Amerikaanse cultuur, die op persoonlijk succes gebaseerd is.
- Het is/lijkt een erg voluntaristische benadering! (= persoonlijke verdienste)
- Er spelen geen omstandigheden, bijna narcistisch. Bv iemand met faalangst die heel hard werkt? Waar hoort die dan bij? Zou je eerder als een tegenvoorbeeld naar Bandura kunnen leggen: toont dat het in de empirische wereld niet zo is.