Les 9 (aka begin les 4) Flashcards

1
Q

Geef 4 centra’s die zich bezighouden met algemeen welzijnswerk

A
  • CAW
  • JAC
  • OCMW
  • sociaal huis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

OCMW/sociaal huis

A
  • is een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn
  • Biedt sociale bijstaan aan iedereen die onvoldoende
    bestaansmiddelen en/of vast woonplaats heeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een voorwaarde om sociale bijstand te krijgen bij het OCMW/sociaal huis

A

je moet legaal in België verblijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

OCMW/ sociaal huis geeft hulpverlening door

A
  • financiële hulp
  • huisvesting
  • schuldbemiddeling
  • crisisopvang
  • medische hulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

OCMW: financiële hulp, houdt in

A
  • voorschotten
  • bestaansminimum/leefloon
  • bijkomende financiële steun
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het bedrag van uw werkloosheidsuitkering is afhankelijk van

A
  • het loon dat u verdiende toen u werkte
  • uw gezinssituatie
  • uw beroepsverleden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

M1-3 loon?

A
  • krijgen 65% van hun laatst verdiende loon met begrensde hoogste bovengrens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

M4-6 loon?

A
  • krijgen 60% van hun laatst verdiende loon met begrensde hoogste bovengrens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de werkloosheidsuitkering is onderworpen aan

A

bedrijfsvoorheffing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

M7-12 loon?

A
  • krijgen 60% van hun laatst verdiende loon met begrensde hoogste bovengrens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Krijg je na het 1ste jaar werkloosheidsuitkering nog geld?

A

Ja, 2M, en verlengbaar met 2M per gewerkt jaar

- max 36M

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fase 1

A

2M vast + 10M variabel adhv aantal gewerkte jaren

  • samenwonend + gezinslast: 60% met begrensd laagste bovengrens
  • alleenstaand: 55% met specifieke begrensde bovengrens
  • Samenwonend + geen gezinslast: 40% met begrensd laagste bovengrens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Fase 2-5

A

Max. 24M in 4 periodes

- gradueel zakken tot forfaitaire uitkering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fase 3

A

-na max 48m
-forfaitaire uitkering afh van gezinssituatie
S+: +- 48
A: +- 40
S-= +- 21

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

leefloon

A

kan aanvullend zijn indien inkomen lager is dan bestaansminimum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

werkloosheidsuitkering komt vanuit welk principe

A

verzekeringsprincipe

17
Q

Werkloosheidsuitkering heeft wel een beroepsinschakeltijd van

A
  • 310 dagen: tijd die je moet doorlopen vooraleer je een inschakelingsuitkering krijgt
18
Q

inschakelingsuitkering

A
  • krijg je in afwachting van een werkloosheidsuitkering indien je nog niet voldoende gewerkt hebt
19
Q

IJH

A

integrale jeugdhulp

20
Q

DOP

A

dienst ondersteuningsplan

21
Q

wat doet het dop

A

Helpt personen met een handicap in hun zoektocht naar

ondersteuning en zorg op maat.

22
Q

VAPH

A

Vlaams agentschap voor personen met een handicap

23
Q

welke personen kunnen gebruik maken van DOP

A
  • Jonger dan 65jaar of reeds erkenning door VAPH.
  • Woonachting in Vlaanderen of Brussels Hoofdstedelijk
    Gewest.
  • Aanwezigheid van (vermoeden van) een handicap.
24
Q

PVF

A

persoonsvolgende financiering

25
Q

BOB

A

basisondersteuningsbudget: zorgbudget voor mensen met een handicap
- 300€

26
Q

wanneer krijg je een persoonsvolgend budget

A

indien BOB niet voldoende is of niet-rechtstreeks toegankelijke hulp nodig.
- niet combineerbaar met BOB

27
Q

PVB

A

persoonsvolgendbudget

  • is budget om zorg en ondersteuning “in te kopen”
  • zorgvrager bepaalt zelf waar hij het budget aan uitgeeft
28
Q

RTH

A

rechtstreeks toegankelijke hulp

- beperkte ondersteuning tegen voordelig tarief

29
Q

kenmerken RTH

A
  • geen goedkeuring van het VAPH voor nodig
  • hoofdzakelijk gesprekken- opvang- groepsbegeleiding
  • puntensysteem: jaarlijks 8 punten te spenderen
30
Q

Jeugdrechtbank wordt geregeld op welk niveau

A

federaal

31
Q

Subsidiariteitsbeginsel:

A

maatregelen met minste beperking op vrijheid van de minderjarige

32
Q

jeugdwet/ jeugdrecht op welk niveau geregeld

A

gemeenschap: is dus verschillend per gemeenschap

33
Q

GGC

A

gemeenschappelijke gemeenschapscommissie

34
Q

Wat doet het ggc

A

Regelt en beheert in het Brussels Hoofdstedelijk gewest

persoonsgebonden aangelegenheden ‘gezondheidszorg’ en ‘bijstand aan personen’.

35
Q

GGC is de verbindingsschakel tussen

A

tussen commissies die in Brussel de gemeenschapsbevoegdheden waarnemen
- franse (cocof) en vlaamse (vgc) gemeenschapscommissie

36
Q

SDJ

A

sociale dienst jeugdrechtbank: gedwongen hulpverlening opgelegd door jeugdrechter

37
Q

wanneer kom je bij het SDJ terecht

A
  • Minderjarige strafbare feiten pleegt.
  • Minderjarige zich in een problematische opvoedingssituatie bevindt én hulp op vrijwillige basis niet mogelijk is.
  • Er zich een acute crisissituatie voordoet.
  • Ouders niet doen wat van hen verwacht wordt.
38
Q

Geef 5 gezondheidsdoelstellingen

A
  • vaccinaties
  • bevolkingsonderzoeken naar kanker
  • zelfdoding
  • ongevallen in privésfeer
  • gezonder leven
39
Q

CKG

A

centrum voor kinderzorg en gezinsondersteuning