Les 7 Flashcards

1
Q

Wat zijn factoren die invloed hebben op het ouder worden

A
Eenzaamheid-verbondenheid
• Sociale isolatie/integratie
• Het hebben van een partner
• Omgaan met verlies van fysieke en cognitieve capaciteit
• Medische situatie
• Financiële situatie
• Aangepaste aanbod aan prikkels (te veel/ te weinig)
• Zich relevant voelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Biologische leeftijd

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op de condities van de organen en lichaamssytemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pyschological age

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op het adaptatie vermogen van de persoon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Social age

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op de gewoontes en rollen van de persoon in vergelijking met de maatschappelijke tendensen en verwachtingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wettelijke leeftijd

A

de objectieve leeftijd gebaseerd op het aantal levensjaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Functionele leeftijd

A

de relatieve leeftijd gebaseerd op het functioneren van de persoon in vergelijking met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zelfzorg

A

Dit is alles wat iemand onderneemt om zijn bestaan zo goed mogelijk te organiseren, dus ook het inschakelen van mantelzorg en professionele hulp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Mantelzorg

A

Dit is geen professionele hulp. Mantelzorgers zorgen voor een bejaarde omdat ze er een persoonlijke band mee hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Professionele zorg

A

Dit is hulp die geboden wordt door professionelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

WZC

A

woonzorgcentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

RVT

A

rust- en verzorgingstehuis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

CVK

A

centrum voor kortverblijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ROB

A

rusthuis voor bejaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Woonzorgcentrum

A
  • permanente opvang en verzorging van ouderen (+65j)
    = pas nadat andere zorgformules niet meer mogelijk zijn
    = eigen kamer met gezamenlijke leefruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Rust- en verzorgingstehuis

A
  • meestal een WZC (vaak dubbele erkenning)

- biedt intensieve verzorging en begeleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Rusthuis of rustoord voor bejaarden

A
  • collectieve woonvorm
  • > 60j
  • biedt mogelijkheid tot dagelijks hulp en verzorging
17
Q

Service flat- assistentiewoning

A
  • zelfstandigwonen

= aangepast en veilig

18
Q

Velo staat voor

A

vlaams eerstelijns overleg

19
Q

Wie is Velo

A

Overleg- en samenwerkingsverband dat de belangen van

de eerstelijns gezondheids- en welzijnssector behartigt en streeft naar een patiëntengericht zorgmodel

20
Q

SEL

A

samenwerkingsinitiatieven eerste lijn

21
Q

Doel sel

A
  • zorgverlening aan persoon met zorgnood in zijn
    regio optimaliseren.
  • zorgaanbieders ondersteunen om beter samen te werken.
  • zorgaanbod maximaal afstemmen op de noden van de
    bevolking in de regio
22
Q

GDT

A

Geïntegreerde diensten thuisverzorging

23
Q

ECD

A

expertisecentrum dementie vlaanderen

24
Q

Palliatief netwerk/ palliatief

samenwerkingsverband

A

samenwerking i.f.v. palliatieve zorg tussen verschillende

zorgverleners en zorgvoorzieningen in een bepaalde regio.

25
Q

Doel: Palliatief netwerk/ palliatief

samenwerkingsverband

A

Ervoor zorgen dat de patiënt op een menswaardige manier kan sterven in de gewenste omgeving.

26
Q

Multidisciplinaire begeleidingsequipes

A

team van deskundigen in de palliatieve zorg die andere

zorgverleners, mantelzorgers en patiënten ondersteunen

27
Q

Multidisciplinaire begeleidingsequipes: basisopdracht

A
  • Advies geven aan eerstelijns zorgverleners.
  • Psychologische en morele steun verlenen aan alle
    betrokkenen.
28
Q

AAL

A

active assisted living