Les 4 Flashcards

1
Q

GMD

A

globaal medisch dossier

- wordt alle medische informatie die over de patiënt beken is, in een globaal dossier gestoken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sumehr

A
  • summarized electronic health record
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sumehr

A
  • op basis van het medische dossier kunnen artsen een beknopt medisch dossier aanmaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nomenclatuur

A
  • een gecodeerde lijst met geneeskundige prestaties die geheel of gedeeltelijk vergoed worden door de verzekering voor geneeskundige verzorging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de service die in het nomenclatuur staat noemen we het

A

nomenclatuurnummer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Als je het nomenclatuur volgt ben je

A

geconventioneerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

als je het nomenclatuur niet volgt ben je

A

gedeconventioneerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geaccrediteerd betekent

A
  • arts kan toeslag vragen bovenop het RIZIV tarief

- betekent dat de arts zich regelmatig bijschoolt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Honorarium

A
  • deel van de mutualiteit (derdebetaler) + het remgeld (deel van de patiënt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Conventie is

A
  • officiële afspraken tussen mutualiteiten- RIZIV- belangengroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Derdebetalersregeling

A
  • patiënt betaalt enkel remgeld

- mutualiteit betaalt rechtstreeks aan zorgverlener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer moet de zorgverlener de derdebetalersregeling gebruiken

A
  • bij patiënten met verhoogde tegemoetkoming bij huisarts (geldt niet voor huisbezoeken)
  • bij patiënten met een chronische aandoening
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WGC

A

wijkgezondheidscentra

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet het WGC

A
  • hier kan de patiënt terecht voor multidisciplinaire zorg

- hoeft hier geen remgeld te betalen, alles wordt rechtstreeks geregeld met het ziekenfonds

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Het WGC werkt met wat voor systeem

A
  • een forfaitair systeem: De zorgverlener of de groep van zorgverleners krijgen een bepaald bedrag per ingeschreven patiënt
  • omvat enkel raadplegingen en huisbezoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fagg

A

federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten

17
Q

Wat doet het FAGG

A
  • kwaliteit, doeltreffendheid en veiligheid van:
  • geneesmiddelen voor menselijk en dierlijk gebruik
  • gezondheidsproducten
  • handelingen met bloed, weefsels en cellen als gezondheidsproducten
18
Q

A posteriori controle

A
  • dit zijn geneesmiddelen waarbij achteraf gecontroleerd wordt of aan de voorwaarden voor terugbetaling voldaan is
19
Q

A priori controle

A
  • dit zijn geneesmiddelen waarbij vooraf toestemming gevraagd moet worden bij een adviserend geneesheer
20
Q

Welke geneesmiddelen worden 100% terugbetaalt

A

geneesmiddelen die noodzakelijk zijn

21
Q

Magistrale bereidingen

A
  • geneesmiddelen die door de apotheker zelf bereid worden
22
Q

Voorschrift op stofnaam

A
  • Arts vermeld niet de merknaam, maar het actieve bestanddeel op het voorschrift
  • apotheker kiest dan het meest voordeligste geneesmiddel voor patiënt
23
Q

Referentie terugbetaling

A

de terugbetaling van een origineel geneesmiddel wordt verminderd als er een goedkopere versie van deze specialiteit bestaat

24
Q

Farmanet

A
  • databank met gegevens over der farmaceutische verstrekkingen door openbare apotheken en die opgenomen zijn in de verplichte ziekteverzekering
25
Q

Wat doet farmanet

A
  • informeren
  • sensibiliseren
  • onderzoeken