Les 2 Flashcards
1
Q
je hebt 3 soorten werknemers
A
- werknemers
- zelfstandigen
- ambtenaren
2
Q
Brutoloon is
A
- hetgeen je verdient “op papier”
3
Q
RSZ
A
rijks sociale zekerheidsbijdrag
4
Q
wat is het rijks sociale zekerheidsbijdrag
A
- de bijdrage die automatisch van je loon wordt afgehouden ter voordelen van onder andere sociale zekerheid etc.
5
Q
Hoeveel rsz wordt er maandelijks afgehouden van je loon
A
- het % is afhankelijk van de gezinssamenstelling etc.
6
Q
Wat is het belastbaarinkomen
A
- dat is je brutoloon- RSZ
- op dit inkomen betaal je je belastingen
7
Q
Nettoloon
A
- is het geld dat je effectief krijgt
8
Q
Waaruit bestaat het nettoloon?
A
- is het brutoloon - RSZ - bedrijfsvoorheffing
- moet ook rekening gehouden worden met extra voordelen bv. dubbel vakantiegeld, bedrijfswagen, premies…
9
Q
bedrijfvoorheffing
A
- voorschot op je belastingen
- voorafbetaling op je persoonlijke belastingen
10
Q
Hoe bepaalt men hoeveel bedrijfsvoorheffing je moet betalen?
A
- Het bedrag wordt bepaald aan de hand van belastingschalen. deze houden rekening met de grootte van het loon en de gezinslast
11
Q
Bedienden krijgen een maand/uur loon
A
- maandloon
12
Q
Arbeiders krijgen een maand/uur loon
A
- uurloon
13
Q
Wanneer kan men een werkbonus krijgen
A
- als het brutoloon lager is dan een bepaald grensbedrag. -> deze zorgt ervoor dat het interessanter is om te blijven werken, dan werkloos te zijn
14
Q
Waarvoor wordt RSZ gebruikt
A
- om een vervangingsinkomen uit te betalen aan arbeiders en bedienden die niet werken omwille van ziekte, werkloosheid, pensioen en beroepsziekte
15
Q
Patronale bijdrage
A
- bovenop het brutoloon moet de werkgever extra betalen bv. maaltijdchecks, groepsverzekering, werkgeversbijdrage, CO2 taks voor bedrijfswagen
16
Q
De sociale zekerheid wordt gefinancierd door?
A
- door de patronale bijdrage van werkgevers en RSZ- bijdrage van werknemers
- niet voldoende dus de overheid legt het jaarlijks tekort bij
17
Q
RVA
A
rijksdienst voor arbeidsvoorziening
18
Q
RVP
A
rijksdienst voor pensioenen
19
Q
RJV
A
rijksdienst voor jaarlijkse vakantie
20
Q
FAO
A
Fonds voor arbeidsongevallen
21
Q
FBZ
A
Fonds voor beroepsziekten
22
Q
Waar gaat de rsz- bijdrage van werknemers naar toe?
A
- wordt ontvangen door het RSZ en verdeeld over 7 takken van de sociale zekerheid
23
Q
Door welke redenen zou men niet meer kunnen werken?
A
- geen loon omwille van geen werk
- geen loon omwille van niet kunnen werken
- geen loon omwille van niet meer moeten werken
24
Q
KSZ staat voor
A
kruispuntbank voor sociale zekerheid
25
Wat als een werknemer niet kan werken door ziekte of ongeval
- Dan vindt er een schorsing van de arbeidsovereenkomst plaats
26
Wat is de taak van de werknemer als deze niet kan werken wegens ziekte of ongeval
- Deze heeft de plicht om dit zo snel mogelijk te laten weten aan de werkgever en aan het ziekenfonds
- moet dan langs de arts gaan voor een getuigschrift van arbeidsongeschiktheid
27
Wat gebeurt er met het loon van werknemer bij ziekte of ongeval? op korte- en lange termijn
- op korte termijn blijft de werkgever het loon uitbetalen
- op lang termijn zal de verplichte ziekteverzekering zorgen voor een vervanginkomen (primaire vergoeding: eerste 12 maanden)
28
Hoeveel gaat dit vervangingsinkomen zijn, als je ziek valt?
- is een percentage van het begrensd loon
- 60% van het geplafonneerd loon (2934,64 euro)
* afh. van status, gezin...
29
Hoeveel krijg je de eerste maand bij arbeidsongeschiktheid als alleenstaande, gezinshoofd en samenwonend?
-100% loon
30
Hoeveel krijg je de 2de tot 12de maand bij arbeidsongeschiktheid als alleenstaande, gezinshoofd en samenwonend?
- 60% loon
31
Hoeveel krijg je vanaf 2de jaar bij arbeidsongeschiktheid als alleenstaande, gezinshoofd en samenwonend?
- alleenstaande: 55%
- gezinshoofd: 65%
- samenwonend: 40%
32
Wat is het geplafonneerde bedrag op jaarbasis bij arbeidsongeschiktheid
43.000 euro per jaar
33
Hoeveel krijgt een zelfstandige de eerste 14d
- 0 euro
34
Werkonbekwaamheid door arbeidsongeval
ongeval dat de werknemer overkomt tijdens of door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
- op het werk
- van en naar het werk
- tijdelijke of blijvende werkongeschiktheid
35
Wie betaalt de ziekenkosten bij een arbeidsongeval
- de arbeidsongevallenverzekering betaalt geneeskundige, farmaceutische, heelkundige en verplegingskosten zonder remgeld
36
Werkonbekwaam door beroepsziekten
- klassieke beroepsziekten
- werkgebonden aandoeningen
- bepaalde beroepsgroepen met specifieke kenmerken
37
klassieke beroepsziekten
- ziekten met een duidelijk verband tussen oorzaak en aandoening
38
Werkgebonden aandoeningen
Relatie met het werk is minder duidelijk en kent meerdere oorzaken
39
Bepaalde beroepsgroepen
- er zijn bv. meer hart- en vaataandoeningen bij mensen die in ploegensystemen met nachtdienst werken
40
Werkonbekwaamheid door invaliditeit
- na 1 jaar van arbeidsongeschiktheid begint de periode van invaliditeit
- GRI krijgt medisch dossier van dokter en erkent invaliditeit voor beperkte periode en bepaalt de verloning
41
GRI
- Geneeskundige raad voor invaliditeit
42
Werkonbekwaamheid door zwangerschap
- krijgt beschermd statuut: kunnen je niet zomaar ontslaan
| - mag soms niet meer werken wegens gezondheidsrisico's (werkverwijdering)
43
moederschapsrust
- max. 15 weken
44
Borstvoedingsverlof
- max 5 maanden
45
ouderschapsverlof
max. 4 maanden
46
hoeveel dagen verlof krijgt de vader bij zwangerschap£?
- 10 dagen verlof
- 1-3 volledig loon
- 4-10 uitkering
47
Kinderbijslag
startbedrag: 1122 euro
basisbedrag: 163,20 euro per maand
schoolbonus: tussen 20 a 60 euro
48
Wat voor extra toeslagen kun je krijgen
- zorgtoelagen
- sociale toeslag
- kinderopvangtoeslag
- kleutertoeslag
- schooltoeslag
