Les 8a, 8u Flashcards

1
Q

Wat is de functie vd galblaas?

A

Het opslaan van gal wanneer je slaapt, vanaf het moment dat je in de ochtend eet trekt de galblaas samen en wordt het gemengd met je eten en worden de vetten opgenomen
(Je maakt 2L gal aan per 24 u om tijdens maaltijden af te geven)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke drie cellen bevinden zich in de Lever?

A
  • Levercellen (hepatocyten)
  • Kupffercellen
  • Stellaatcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat doen de levercellen? (3)

A
  • Metabolisme van suiker, eiwitten en vetten
  • Metabolisme van geneesmiddelen
  • Aanmaak en uitscheiding van de galvloeistof (met al zijn componenten als galzouten, bilirubine, cholesterol, fosfolipiden etc)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zijn kupffercellen belangrijk voor?

A

Immuunsysteem door de macrofagen (die ze geven?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van stellaatcellen? (2)

A
  • Vet-stapelende cellen

- Kunnen transformeren naar myofibroblasten: bron van littekenweefsel (fibrose) en portalen hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer worden de stellaatcellen actief/

A

Op moment van ontsteking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de galsamenstelling?

A

Waterige vloeistof
Galzouten, cholesterol
bilirubine pigment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er tussen maaltijden in de galblaas?

A

Stapeling van gal

galblaas kun je overigens weghalen, je kan alsnog gal aanmaken maar gewoon nergens opslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gebeurt er tijdens het eten in de galblaas?

A

Vrijzetting cholecystokinine door duodenale mucosa
contractie galblaas
relaxatie sfincter van Oddi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Op welke manier kun je geelzucht krijgen?

A

Wanneer je galvloeistof niet kan aflopen, of wanneer je levercellen zo ziek zijn dat ze onvoldoende kunnen afgeven via de ‘achterdeur’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is afgebroken hemoglobine?

A

Hemoglobine -> bilirubine (afvalstof die vrijkomt bij afbraak rode bloedcellen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de kenmerken van niet-geconjugeerd bilirubine?

A
  • Niet wateroplosbaar, vetoplosbaar (kan wateroplosbaar worden als we iets toevoegen, volgend kaartje)
  • Potentieel toxisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Als er glucuronyltransferase-enzyme worden toegevoegd aan niet-geconjugeerde bilirubine wordt het geconjugeerd bilirubine. Wat zijn hier de 4 kenmerken van?

A
  • Geconjugeerd met glucronzuur
  • Wateroplosbaar
  • Wordt uitgescheiden gal
  • Geeft bruine kleur aan stoelgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom is er bij pasgeborene ook geelzucht?

A

Omdat het enzym nog niet genoeg actief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zijn galzouten verantwoordelijk voor?

A

Om vetten in kleinere cellen te maken en aan te bieden aan de darmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Op welke manieren kunnen we de lever en galwegen onderzoeken?

A
  • Bloedtesten
  • Onderzoek vd lever- en galweganatomie (echo, CT, MRI + voor galwegen: ERCP, Cholangioscopie)
  • Onderzoek voor leverfibrose (fibroscan)
  • Onderzoek vd lever op microscopisch niveau (leverbiopsie: percutaan, transjugulair)

Klassiek: Echo, CT of MRI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke drie soorten testen kun je doen voor bloedwaarden? + wat voor ‘probleem’ meet je ermee?

A
  • Cytolyse-testen -> schade
  • Excretie-testen -> galafvloeihinder
  • Functietesten -> leverfalen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke drie onderdelen vallen onder cytolyse-testen?

A
  • Stijgen bij beschadiging/lekker van hepatocyten (levercellen)
  • AST
  • ALT

(we hoeven niet de naam van die afkortingen te kennen, het meet ‘-ase’ dus enzymen. Toetst schade)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke drie onderdelen meten excretie-testen?

A
  • (Direct, geconjugeerd) bilirubine
  • ALP: alkalische fostatase
  • Y-GT: gamma-glutamyltranspeptidase

(dus voor de afvoer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke drie onderdelen testen de functietesten?

A
  • Albumine (eiwitmolecuul in bloedplasma)
  • Stollingsfactoren
  • Ammonia (NH3)

(Toetst leverfalen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat bekijken we bij een transtbdominale echografie?

A

De vervetting vd lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

In welk deel vd buik zit de lever? + de pancreas?

A

Lever: Rechter hypochonder
Pancreas: Epigastrium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Herhaal de ziektebeelden (wat zijn de 5 ziektebeelden?

A
  1. Leverfalen
  2. Passagestoornissen
  3. Bloedingen
  4. Peritonitis
  5. Malabsorptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de 6 ‘extra’ specifieke symptomen/klinische tekenen?

A
  • Icterus
  • Encefalopathie
  • Ascites
  • Verhoging bloedingsneiging
  • Pijn
  • Verandering in stoelgang
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is icterus?

A

Geelzucht: is het resultaat van een stoornis in het metabolisme van bilirubine en treedt op wanneer het bilirubine boven een bepaalde waarde stijgt. Bilirubine is wateronoplosbaar en potentieel toxisch + het wordt in het bloed getransporteerd door eiwit (albumine).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Hoe wordt bilirubine in de lever wateroplosbaar gemaakt? (normaal)

A

Door koppeling met een suiker (glucuronidatie) en kan zo worden uitgescheiden in de gal en de urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat gebeurt er in het geval van icterus met bilirubine? (+ wat zijn de gevolgen)

A

Bindt zich vast in het bindweefsel. Het wit vd ogen wordt geel. Bij aandoeningen in de lever of galwegen (bv tumor of steen in galwegen) stijgt het geconjugeerde bilirubine in het serum, en wordt minder uitgescheiden in de faeces (vandaar bleke stoelgang) en meer in de urine (vandaar donkere urine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Waar is bilirubine een afbraak product van?

A

Hemoglobine (eiwit voor transport van zuurstof)

We maken bilirubine wateroplosbaar in de lever, en dat is verantwoordelijk voor de kleurverandering vd stoelgang

(dit is het belangrijkste!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat gebeurt er als bilirubine niet wateroplosbaar wordt gemaakt in de lever?

A

Gaat niet door naar de dunne/dikke darm, maar komt in het bloed terecht en wordt eruit gehaald door de nieren
Hence: lichte poep, donkere urine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat is (hepatische) encefalopathie?

A

Psychische en neurologische stoornissen wanneer de lever zijn ontgiftende werking niet kan uitvoeren (opstapeling van ammoniak, er gaat te veel ammoniak naar de hersenen)
Men maakt onderscheid in 4 stadia, gaande van lichte karakterstoornissen tot diepe coma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Leg kort uit hoe de vier stadia van HE eruit zien

A

1 -> omgekeerd dag/nacht ritme
2 -> karakterveranderingen
3 -> echt suf worden, alleen nog ogen openen wanneer ze aangesproken worden, evalueert naar hevige zwelling in de hersenen (hersenstam wordt platgeduwd), je spant helemaal op en:
4 -> dan beland je in een coma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Op welke twee manieren kan HE zich voordoen?

A

Acuut en chronisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is acute HE (hepatische encefalopathie)?

A

Komt door snel afsterven van hepatocyten (levercel, ten gevolge van virus alcohol bv). Als er plots teveel NH3 in de hersenen komt kan er overdruk in de hersenen ontstaan en dodelijk zijn.

34
Q

Wat is chronische HE (hepatische encefalopathie)?

A

Bv door een beschadigde lever (cirrose) met portalen hypertensie en schunting (leverceluitval). Patiënt met HE kan een slechtriekende adem hebben (foeter hepatitis) door de vrijzetting van mercaptanen (die nu niet meer door de lever worden afgebroken)

35
Q

Wat is hyperammonemia?

A

Metabolische aandoening die gekenmerkt wordt door een teveel aan ammoniak (dus eig wat hiervoor is besproken)

36
Q

Wat kan helpen bij HE Hepatische encefalopathie)?

A

Eiwit arm dieet, die genereren namelijk minder ammoniak dan eiwit rijk
(natuurlijke eiwitten kan vlgms ook)

37
Q

Op welke vier dingen heeft teveel ammoniak invloed?

A

Bewustzijn, cognitie, gedrag en psychomotorische functies (mensen mogen dus bv ook niet meer autorijden)

38
Q

Wat is een goede screeningstest voor HE (hepatische encefalopathie)? + wat is de behandeling?

A

Test: animal naming test, zo snel mogelijk namen vd dieren die je ziet opnoemen. Reactietijd neemt enorm af bij mensen die dit hebben namelijk.
Behandeling: proberen ammoniak zo laag mogelijk te krijgen, we weten dat bacteriën een rol spelen dus bepaalde antibiotica kan helpen. Ultieme therapie is levertransplantatie

39
Q

Wat is ascites?

A

Aanwezigheid van abnormale hoeveelheid vocht in het abdomen. Het abdomen zet op, de navel trekt zijwaarts (‘smiling’). Navelbreuken en liesbreuken kunnen zeer groot worden.

40
Q

Wat kunnen ze drie oorzaken zijn voor ascites? (kan ontstaan door…)

A
  1. Een tekort aan eiwit in het bloed (albumine, houdt het vocht in de bloedbaan, soort ‘aanzuigende’ kracht)
  2. En/of door een hoge druk in de lever (overdruk in de poortadem bv omdat de lever te stijf is, het bloed kan niet vlot in de lever)
  3. De nieren houden water en zout in het lichaam (ziet men vaak bij leverziekten)
41
Q

Waar gaat het klinische symptoom ‘verhoogde bloedingsneiging’ over?

A

patiënten met leveraandoening kunnen ernstige bloedingen doen. Deze bloedingen kunnen zich voordoen in de huid (petechiën) of in de slijmvliezen (neusbloedingen)

Op pijl houden vd stollingsfactor is een vd grootste taken vd lever

42
Q

Welke drie oorzaken kan de verhoogde bloedingsneiging hebben?

A
  1. De oorzaak ligt in een verminderde aanmaak van stollingsfactoren door de lever
  2. Een bijkomende reden is een daling vd bloedplaatjes (bij leverziekte vaak grote milt met verbruik van bloedplaatjes)
  3. Bij langdurig bestaande stoornissen in de galavloei kan een malabsorptie optreden van vitamine K, waardoor ook ernstige bloedingen kunnen optreden
43
Q

Waar is vitamine K voor nodig?

A

Voor bloedstolling en is een van de weinige vitamine die je lichaam zelf aanmaakt

44
Q

Waar gaat het specifieke symptoom pijn over in context van leverfalen?

A

Afwijking vd galblaas en het leverkapsel (KAPSEL) kunnen hevige pijn veroorzaken in het rechter hypochonder. Galkoliekpijn berust op een plotse obstructie vd galblaas of de galweg (door vb een steen). Echter de meeste leverziekten veroorzaken geen pijn (alleen dus Wann het in het kapsel is of verstopping galwegen)

45
Q

Op welke manier verandert de stoelgang met leverfalen? (Specifiek symptoom ‘stoelgangsveranderingen’)

A

Bij langdurige stoornissen vd galavloei, en tekort aan galzouten, is de opname van vetten gestoord in de dunne darm en ontstaat er vetdiarree. De stoelgang is sowieso bleek van kleur als er geen bilirubine in de darm komt (zorgt normaal voor bruine kleur stoelgang)

46
Q

Wat zijn de algemene symptomen/klinische tekenen van leverfalen?

A
  • Vermoeidheid (frequent symptoom, kan verschillende oorzaken hebben: anemie, hypoglycaemie, hepatitis)
  • Vermagering
  • groeiachterstand
  • Koorts
  • verandering in bot/gewrichten
  • verandering in huid
47
Q

Hoe kan vermagering voorkomen bij leverfalen?

A

Lever is belangrijk voor metabolisme van eiwitten, suikers en vetten. Wanneer de functie vd lever achteruitgaat zal de patiënt spieren verliezen. Vermagering niet altijd duidelijk door massieve opstapeling van vocht in buik (ascites) en onderste ledenmaten (oedemen)

48
Q

Wat kan een gevolg zijn van problemen met de galafvloei?

A

Jeuk, die patiënten slapeloze nachten kan bezorgen en tot totale uitputting (en zelfmoord) kan leiden

49
Q

Wat is de verandering die plaats kan vinden in het bot door langdurig bestaande leverziekten?

A

Kan leiden tot botontkalking (hepatische osteodystrofie)

50
Q

Welke huidafwijkingen kunnen allemaal optreden bij leverfalen?

A

Bv spider naevi, liver palms (hele rode handpalmen) en bruinverkleuring vd huid bij hemochromatose

51
Q

Wat kan er bij mannen optreden n.a.v. leverfalen?

A

Door gestoorde metallisatie van hormonen kan bij mannen met (alcoholische) cirrose borstontwikkeling optreden (gynecomastie)

52
Q

Wat is leverfalen of leverinsufficiëntie? (definitie)

A

Een ziektebeeld dat veroorzaakt wordt door een gehele of gedeeltelijke achteruitgang vd verschillende leverfuncties, en omvat een geheel van klinische, neuropsychologische en biochemische veranderingen

53
Q

Hoe wordt leverfalen genoemd als er geen voorafbestaande leverziekten zijn?

A

Acuut leverfalen, acuut leverfalen kan leiden tot de dood, volledig herstel of na gedeeltelijke recuperatie tot chronisch leverfalen

54
Q

Waar duidt de term chronisch leverfalen op?

A

Voorafbestaand leverfalen

55
Q

Hoe heet het als mensen met chronisch leverfalen plots slecht kunnen gaan?

A

Acuut-op-chronisch leverfalen

56
Q

Wat is de definitie van acuut leverfalen? (denk dat je dit vooral moet doornemen maar niet letterlijk hoeft te kennen)

A

Is een ziektebeeld met stollingsstoornissen en hepatische encefalopathie te wijten aan een zeer ernstige stoornis in de leverfunctie, in de afwezigheid van voorafbestaand leverlijden. Vaak is icterus aanwezig, doch soms kan de patiënt in coma gaan vooraleer er geelzucht is.

Stollingsstoornis + hepatische encefalopathie door stoornis in lever zonder eerdere problemen = acuut leverfalen

57
Q

Wanneer is de prognose het best?

A

Hoe korter het interval tussen icterus en het optreden van hepatische encefalopathie (interval is minder dan 7 dagen)

58
Q

Wat zijn de oorzaken van acuut leverfalen?

A

Zijn zeer talrijk en in principe kan iedere leverziekte een acuut verloop kennen.
Klassieke oorzaken zijn een infectie met het hepatitis-B-virus of reacties opgeneesmiddelen of drugs

59
Q

Wat zijn verwikkelingen van acuut leverfalen (wat kan er allemaal mislopen als de lever faalt)?

A
  • Hersenoedeem (overdruk in de hersenen door NH3)
  • Infecties (zeer belangrijk!)
  • ernstige bloedingen door gebrek aan stollingsfactoren
  • Nierfalen
  • Ademhalingsproblemen (stoornis in diffusiecapaciteiten)
  • Circulatoire falen, vaak refractie aan volume expansie en cathecholamines (gebonden aan bloedplasma eiwitten)
  • Hypoglycemie (verminderde glucose reserve voor gebrek aan glycogeen)
  • Pancreatitis
60
Q

Waarom is ziektebeeld van acuut leverfalen medische urgentie?

A

Omwille vh groot risico op verwikkelingen en sterfte. Patiënt moet vaak worden opgenomen op intensive care voor monitoring en ondersteuning vitale functies

61
Q

Wat is de behandeling van acuut leverfalen?

A

voor sommige oorzaken bestaat behandeling, maar veelal is levertransplantatie nodig, dankzij samenwerkingen kan meestal een donorlever gevonden worden binnen 48u

62
Q

Wat chronisch leverfalen? (de definitie)

A

Een ziektebeeld dat te wijten is aan de verdere evolutie van een voorafbestaande leverziekte (langer dan 6 mnd aanwezig). Meeste leverziekte kunnen aanleiding geven tot chronisch leverfalen. Belangrijkste oorzaak is toe te schrijven aan alcohol, besmetting met hepatitis-C-virus en niet-alcoholische vetlever

63
Q

Wat is cirrose? (De definitie, moeten we volledig kunnen beschrijven)

A

Door diverse oorzaken kan er een vernietiging optreden van levercellen, meestal door of met de aanwezigheid van ontstekingscellen (hepatitis). Er is een toename in littekenweefsel (fibrose). Het overblijven leverparenchym groeit knobbelvormig uit (in poging tot herstel). Door dit proces is er eveneens een belangrijke stoornis in de bloeddoorstroming doorheen de lever (verhoogde weerstand, ontstaan van shunts). Eenmaal de normale architectuur vd lever is veranderd is een ‘knobbellever’, spreken we van cirrose

64
Q

Cirrose kan klachtbrij gebeuren, een periode van geen symptomen en geen klachten. Dan kunnen er 3 dingen gebeuren, welke?

A
  1. Portale hypertensie: overdruk in de porta (vena porta) -> bloedvaten uitstorting, vochtopbouw
  2. Leverfalen zelf (functie lever valt uit)
  3. Lever die niet langer ziek is, daar kan kamer ontstaan

(overdruk, falen en kanker)

65
Q

(Herh) wat zijn allemaal tekenen waaraan je kan zien dat iemand chronisch leverfalen heeft?

A
  • Suf, verward
  • Geelzucht
  • Ammoniak-geur (adem ruikt naar ammoniak omdat het niet wordt gefilterd door de longen en in de adem terecht komt)
  • Spider naevi
  • Vergrootte lever
  • Palmair erytheem
  • Krabletsels
  • Ascites
66
Q

Hoe kun je de ernst van de leverziekte bepalen? (2 soorten systemen)

A
  • Child-Pugh score: geven je direct de belangrijkste zaken waarvoor je moet kijken bij iemand met leverfalen (je krijgt punten, hoe meer punten hoe erger)
  • MELD score (model for end-stage liver disease): 3 parameters, bilirubine + INR + creatine

(wat je moet weten: hoe hoger de scores hoe zieker iemand is.)

67
Q

Wat is de belangrijkste behandeling voor chronisch leverfalen?

A

Onderliggende oorzaak behandelen om verdere evolutie (naar verwikkelingen) tegen te houden

(eig is de behandeling om ontwikkeling te stoppen)

68
Q

Wat is de behandeling als zich toch verwikkelingen voordoen?

A
  • Overweeg altijd levertransplantatie
  • HE: lactulose via de mond of via lavementen, zal absorptie van NH3 vanuit darm remmen
  • Ascites en oedemen: zoutarm dieet, combinatie van diuretica (zoutafdrijvers, plaspillen)
  • Slokdarmvaricesbloeding en spontane bacteriële peritonitis (kan een verwikkeling zijn, behandeling komt later)
69
Q

(Herh) benoem alle ziektebeelden

A
  1. Leverfalen
  2. Bloedingen
  3. Passagestoornissen
  4. Peritonitis
  5. Malabsorptie
70
Q

Waarover hebben we het als het gaat om het ziektebeeld ‘bloedingen’ en aandoening van lever en galwegen? + wat zijn de gevolgen

A
  • Bloedingen uit spataders in slokdarm en maag (omdat het niet door de lever kan)
  • Door gestoorde bloedvoorziening vd lever openen verbindingen (collateralen) tussen de vena cava en de poortader
  • Deze vollateralen worden zichtbaar onder het slijmvlies vd slokdarm + maag
  • Naarmate de druk in deze Marikes toeneemt en de dikte vd wand afneemt kunnen deze plots scheuren en verantwoordelijk zijn voor belangrijke bloedingen
71
Q

Wat zijn varices?

A

Extrahepatische porto-systemische shuntering en ontstaan van spataders in slokdarm en maag
(bloed kan niet door de lever en wordt teruggestuurd naar de slokdarm en hoopt zich daar op)

72
Q

Waarmee kunnen varices behandeld worden?

A
Rubbere ligaturen (afknopen vd knobbels? + verwijderen)
stent in lever: geeft verbinding tussen de vena porta (beneden) + vena cava (boven)
73
Q

Waarover hebben het als we het ziektebeeld ‘passagestoornissen’ combineren met aandoeningen vd lever en galwegen?

A
  • Stoornis op de afvloei van gal uit de lever naar de dunne darm (duurt lang? geelzucht en icterus)
  • plotse stop op afvloei gal kan hevige pijn veroorzaken: galkoeliek
  • Onderscheid mechanische en functionele passagestoornissen
  • Acute cholangitis: bijzondere situatie. Triade van pijn, rolkoorts en icterus wijst op bacteriële ontsteking vd galwegen en is levensbedreigend
74
Q

Wat is galkoliek?

A

Hevige pijn ter hoogte van rechte hypochonder, bendevorming uitstralend naar de rug. Door plotse stop op de afvloei van gal.

75
Q

Wat is een vb van mechanische passagestoornis op de lever/galweg? en een functionele?

A

Mechanisch: galsteen of tumor die op de galweg duwt
functioneel: spasme vd sfincter van Oddi

76
Q

Wat is (een bijzondere vorm) van peritonitis die vrij frequent ontstaat bij patiënten met chronisch leertijden en ascites?

A

Spontane bacteriële peritonitis + een infectie met bacteriën opgetreden in de buikholte (door overgang van bacteriën vd darm naar de buik, zonder echte perforatie)

77
Q

Wat is het verschil tussen spontane bacteriële peritonitis en klassieke peritonitis?

A

Bij spontaan bacterieel zijn er weinig klachten. Vb geen plankharde buik

78
Q

Hoe kan door de ontsteking vd galblaas peritonitis ontstaan?

A

Vb door een steen die de uitgang vd galblaas opstopt, kan de galblaaswand ontsteken en zo kan er peritonitis ontstaan

79
Q

Wat krijgen we als het ziektebeeld ‘malabsorptie’ verbinden met aandoeningen vd lever/galwegen? (hoe kan er malabsorptie ontstaan in context van lever/galwegen)

A
  • Galzouten hebben hydrofiele en hydrofobe kant waardoor ze ‘eicellen’ kunnen vormen om vetten te transporteren in waterig milieu
  • Tekort aan galzouten uitscheiding door lever en galwegen in de darm leidt tot aaldigestie en malabsorptie van vetten en vetoplosbare vitamine
80
Q

Wat zijn de vier oorzaken van malabsorptie? (in het algemeen)

A
  1. Gastrectomie: gestoorde emulsie, teveel aanbod aan dunne darm in korte tijd
  2. Te kort aan pancreasenzymen door pancreasziekten (kanker, of wegname bv)
  3. Te kort aan galzouten
  4. Aandoeningen in de dunne darm (ontsteking (Crohn, coeliakie), tumoren, uitgebreide resecties (short bowel syndrome), vasculaire aandoeningen)