les 5 Flashcards

1
Q

behandeling (8)

A
  • chirurgie
  • radiotherapie
  • chemotherapie
  • hormonale therapie
  • immuno- en targeted therapie
  • radionuclide therapie
  • complementaire en alternatieve behandelmethoden
  • palliatieve zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

chirurgie moet rekening houden met (3)

A
  • anatomische grenzen
  • cosmetische effecten
  • ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

iatrogene metastase

A

gevaar voor loskomen van tumorcellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

therapie is afhankelijk van; (7)

A
  • type tumor
  • locatie tumor
  • eigenschappen tumor
  • mate van ingroei in omliggende weefsels
  • conditie van de patiënt
  • levenskwaliteit na de ingreep
  • wensen van de patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

radiotherapie

A

ioniserende straling –> tumor kleiner maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

therapeutische dosis

A

dosis die schade aan de tumor veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

tolerantiedosis

A

dosis die door normale weefsels wordt verdragen zonder schade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

therapeutische breedte

A

verschil tussen therapeutische dosis en tolerantie dosis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fractionering

A

als een kleine dosis bestraling in porties/fracties gegeven wordt op het omliggende weefsel, hestelt dit weefsels zich weer terug

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

tele therapie + voorbeeld (IMRT)

A

uitwendige bestraling

–> intensiteitsgemoduleerde radiotherapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

brachytherapie

A

inwendige bestraling met gesloten bron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bijwerkingen radiotherapie op korte termijn thv de mond(3)

A
  • aantasting mondslijmvlies
  • mucositis
  • speekselklieren; xerostomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bijwerkingen radiotherapie op lange termijn thv de mond (4)

A
  • speekselklieren; xerostomie
  • slikproblemen
  • kans op infecties mondslijmvlies/tandvlees
  • cariës
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

chemotherapie

A

behandeling met geneesmiddelen die cytostatisch of cytotoxisch effect hebben op profilerende kankercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

herkomst van cytostatica (3)

A
  • gifstoffen uit planten/schimmels
  • dierlijke herkomst
  • synthetische stoffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

werkingsmechanisme chemotherapie (3)

A
  • directe beschadiging DNA
  • indirecte beschadiging van enzymsystemen
  • meeste bijwerkingen in sneldelende cellen
17
Q

toedieningsvormen chemotherapie (6)

A
  • dermaal
  • oraal
  • intra-arterieel
  • subcutaan
  • intraveneus
  • centraal veneus
18
Q

bijwerkingen thv de mond, chemotherapie (4)

A
  • orale mucositis
  • hyposialie
  • reuk en smaakstoornissen
  • misselijkheid –> braken –> erosie
19
Q

immuno- en targeted therapie

A

manipuleren van biologische processen en/of toedienen van stoffen

20
Q

soorten immunotherapie (3)

A
  • cytokinetherapie
  • monoklonale antilichamentherapie
  • vaccintherapie
21
Q

carcinomen orofarynx; symptomen (5)

A
  • zwelling
  • pijn bij slikken die uitstraalt naar het oor
  • beperkte tongmobiliteit –> door ingroei in tongbasis
  • trismus –> ingroei van kauwspieren
  • moeite met eten, spreken ,slikken
22
Q

carcinomen nasofarynx; symptomen (4)

A
  • neusobstructie
  • slechthorendheid
  • neusbloedingen
  • zwellingen in de hals
23
Q

carcinomen hypofarynx; symptomen (4)

A
  • vage slikkrachten
  • oorpijnklachten
  • heesheid
  • benauwdheid
24
Q

carcinomen larynx; 3 groepen

A
  • glottisch larynxcarcinoom
  • subglottisch larynxcarcinoom
  • supraglottisch larynxcarcinoom
25
Q

carcinomen larynx; symptomen (3)

A
  • heesheid
  • oorpijn
  • slikklachten
26
Q

carcinomen speekselklieren; symptomen (2)

A
  • zwelling van de speekselklier

- uitval van de n facialis

27
Q

dysfagie

A

slikstoornissen