les 12 Flashcards

1
Q

achalasie

A

probleem van de slokdarm waarbij peristaltiek van de slokdarm ontbreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

GORD

A

reflux = gastro-oesofagale refluxziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

GORD

A

normaal wordt het terugvloeien van de maaginhoud verhindert door de onderste sfincter. bij GORD komt het zuur/gal/voedsel herhaaldelijk de slokdarm in teruggevloeid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

symptomen GORD/reflux (4)

A
  • zuurbranden
  • regurgitatie
  • pijn
  • klachten worden uitgelokt door eten van grote hoeveelheden vet, chocola en neerliggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

4 factoren die een rol spelen bij GORD

A
  • roken
  • zwangerschap –> baby duwt op de maag
  • buikomvang
  • bepaalde gm die reflux kunnen verergeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hiatushernia

A

een deel van de maag komt door het middenrif

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gevolgen voor mzkundige behandeling GORD

A
  • palatale erosie
  • niet meteen poetsen na reflux
  • patiënt behandelen in verticale positie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

maag carcinoom gevolgen voor mz kundige behandeling (3)

A
  • paresthesieën
  • osteolytische laesies op rx
  • metastases in mandibula
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

pancreas exocriene functie

A

productie waterige vloeistof met spijsverteringsenzymen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gevolgen mz kundige behandeling panreatitis (2)

A
  • dubbelzijdige zwelling parotis

- risico op bloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

mucoviscidose

A

taaislijmziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symptomen mucoviscidose (5)

A
  • sinusitis –> chronische mondademhaling
  • submandibualire speekseklieren zijn vergroot
  • concentratie van calcium is verhoog, EW gehalte is hierdoor ook verhoogd –> sneller ts + vertroebeld speeksel
  • cariës komt minder voor –> frequent toediening van antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stelling; mucoviscidose niet tijdens remissie behandelen

A

fout; juist wel behandelen in periode van remissie –> wanneer de patiënt minder klachten/symptomen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

coeliakie

A

glutenintolerantie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ziekte van crohn

A

ontstekingsproces in alle delen van het maag-darmkanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

gevolgen voor mzkundige behandelin ziekte van Crohn (3)

A
  • oedeem –> vnl bij de lippen
  • verhoogde cariës frequentie door stijging van acidogene bacteriën en suikerrijk dieet
  • cobblestoning
17
Q

functies van de lever (5)

A
  • vetopstapeling
  • stapeling
  • ontgifting
  • excretie
  • afweer
18
Q

lever ziektes (3)

A
  • hepatitis
  • cirrose
  • cholestase
19
Q

cholestase

A

als normale galafvoer van de lever naar de 12-vingerige darm belemmerd wordt

20
Q

cirrose

A

stijging van bindweefsel, gebieden van degeneratie en knobbelvormige regeneratie –> littekenweefsel