Les 4 - Cognitieve oorzaken dyslexie Flashcards
Wanneer kunnen we spreken over een oorzaak?
- Moet vooraf gaan aan ontstaan dyslexie
- Moet voorspellend zijn voor latere leesvaardigheid
bij deterministische modellen
- 1 enkele oorzaak
Multifactorieel verklaringsmodel
- Meerdere oorzaken
- Probabilistisch
- Samenspel van Risico- en beschermende factoren
- Comorbiditeit door gedeelde risicofactoren
Fonologisch deficiet hypothese
- Oorspronkelijk gezien als enkelvoudig causaal model
- Problemen met verwerken van fonologie als oorzaak van leesproblemen
- Relatief specifiek defect
- Ook taalontwikkeling steunt op fonologische processen
- Niet alle individuen met dyslexie vertonen een fonologisch defect
- Niet alle individuen met een fonologisch defect hebben dyslexie
Fonologisch bewustzijn
= Kunnen herkennen en manipuleren van klankstructuur van woorden
verschillende cognitieve factoren volgens het multifactorieel verklaringsmodel
- Fonologisch bewustzijn
- Verbale KTG
- Letterkennis
- Benoemsnelheid
- Visuele aandachtsspanne
- Impliciet volgorde leren
RAN
= Rapid automatized naming
- Zo snel mogelijk opnoemen van een set bekende symbolen (letters, cijfers, kleuren of plaatjes)
Snelbenoemen en fonologisch bewustzijn <-> risicofactoren
Snelbenoemen en fonologisch bewustzijn onafhankelijke risicofactoren voor dyslexie
Visuele aandachtsspanne Hypothese
-Tekort in de visuele aandachtsspanne
- VAS hangt samen met leesvaardigheid
- Dyslectici vertonen tekort in VAS
=>
Sterke twijfel over VAS als risicofactor voor dyslexie
3 causale hypothesen die aansluiten bij defect in impliciet volgorde leren
- Defect in het leren van impliciete volgorde informatie
- Defect in het opslaan van volgorde informatie van het korte termijn geheugen naar het lange termijn geheugen
- Defect in het opslaan van volgorde informatie in het korte termijn geheugen
=> Impliciet volgorde leren geen specifieke risicofactor voor dyslexie
Recente RTI-modellen -Geïntegreerd in klassenpraktijk
- klassikale screening en vervolgens herhaalde metingen (wekelijks) bij risicogroep (curriculumgebaseerde toetsen)
- telkens aangepaste instructie (intensivering!)
- de non-responders zijn dan de dyslectici
Recente RTI-modellen (Fuchs & Fuchs) - voorwaarden voor dit model
- betrouwbare metingen die gevoelig zijn voor interventie
- gevalideerde interventieprotocollen
- gecoördineerd schoolsysteem van screening, interventie, en evt. doorverwijzing
Recente RTI-modellen (Fuchs & Fuchs) - voordelen
- leerprocesinterpretatie van onderpresteren
- levert meer betrouwbare meting op
- leerproblemen worden weer aangepakt in de school!
- focus op kwaliteit van instructie!
Interventies
Stimuleren
Remediëren
Compenseren
Differentiëren
Dispenseren
= ReDiCoDis
Fase 3:
= GC/IAC/OV4
GC = gemeenschappelijk curriculum
IAC = individueel aangepast curriculum
OV4 = opleidingsvorm 4