Les 3 Flashcards

1
Q

welke 9 dingen gebeuren er voorafgaand aan het interview

A
  1. Onderzoek conceptualiseren
  2. Voorbereiding van de interview guide
  3. Gepastheid van en aanpassing aan steekproef voor diepte-interview
  4. Interviewtrails: piloting
  5. tussen-interview-vergelijking
  6. communicatie tussen interviewers
  7. steekproefcollectie
  8. managing van participanten
  9. interviewlocatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

leg uit “onderzoek conceptualiseren”

A

o Streven naar duidelijkheid omtrent doelen van onderzoek

o Vaak komt dit pas heel duidelijk op het einde v/h onderzoek

o Data verzamelen over bepaalde topic vaak om initieel inzicht te krijgen in een fenomeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg uit “Gepastheid van en aanpassing aan steekproef voor diepte-interview”

A

o Niet alle groepen (vb. kleine kinderen) zijn zo makkelijk te interviewen, zeker als er in een zekere diepte wordt gepeild

o Mogelijke oplossingen:
i. Pas taalgebruik aan aan doelgroep (kind versus professor)
ii. Piloot-interviews kunnen handig zijn en beeld geven of je goed zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg uit “Gepastheid van en aanpassing aan steekproef voor diepte-interview”

A

o Niet alle groepen (vb. kleine kinderen) zijn zo makkelijk te interviewen, zeker als er in
een zekere diepte wordt gepeild

o Mogelijke oplossingen:
i. Pas taalgebruik aan aan doelgroep (kind versus professor)
ii. Pilootinterviews kunnen handig zijn en beeld geven of je goed zit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom worden pilootinterviews gedaan?

A

i. Oefeninterviews om ervaring op te doen en eventuele problemen te identificeren (vooral indien voldoende ppn beschikbaar)

ii. Met de hoofddatacollectie beginnen maar erkennen dat er problemen kunnen
zijn met de eerste interviews (vooral indien slechts kleine groep beschikbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is tussen-interview-vergelijking

A

Ervaring van jezelf of collega uit eerdere interviews gebruiken om al te anticiperen op mogelijke zaken die fout kunnen gaan, of net nadruk leggen op zaken die goed gingen en deze overnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een sneeuwbalsteekproef

A

iemand uit doelgroep (vb. chronische pijnen) die je kent, en die je eventueel andere namen kan bezorgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn de 4 algemene stappen dat er tijdens het interview moeten gebeuren?

A
  1. Interview opnemen
  2. orientatiefase interview
  3. Wat onderzoekers tijdens het interview doen
  4. beindigen van interview
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een orientatiefase interview?

A

zeggen wie je bent, wat doel is, wat ethische maatregelen in onderzoek zijn, hoelang het zal duren, zeggen dat deze altijd vragen mag stellen, aanmoedigen om zo uitgebreid mogelijk te antwoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat moet er na het interview gebeuren?

A
  1. Hulp voor interviewer
  2. Databeheer en databescherming
  3. Datatranscriptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de definitie van een interview

A

conversatie waarin vragen gesteld worden en antwoorden gegeven worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer doen we een interview?

A
  1. Bij interesse in zelfrapportage
  2. Voordeel zien tov gesloten/gestandaardiseerde vragenlijsten = flexibiliteit van vragen, meer in
    diepte, vertrouwensrelatie voor betere communicatie over gevoelige onderwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de verschillende soorten van interviews?

A
  1. Volledig gestructureerd, vnl kwantitatief
  2. Ongestructureerd
  3. Semi-gestructureerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een volledig gestructureerd interview, en wat zijn de voor-en na-delen?

A

wat? Vaste vragen en mogelijke antwoorden vooraf bepaald

Voordeel? makkelijk kwantificeren, antwoorden over ppn vergelijkbaar, consistente vragen, voor iedereen zelfde vragen beantwoord

Nadeel? geen nieuwe ontdekkingen, geen mogelijkheid voor interviewee voor toevoegen eigen informatie etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wanneer doen we volledig gestructureerde interviews?

A
  • Als je al weet wat belangrijke onderwerpen en vragen zijn
  • Als het voordelen heeft om mondeling vragen te stellen ipv op papier
  • Als je je wil aanpassen aan een type respondenten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is een ongestructureerd interview, en wat zijn de voor-en na-delen?

A

wat? Onderwerpen aangeven maar geen specifieke vragen

voordeel? interview heeft vrij en natuurlijk verloop, onverwachte antwoorden mogelijk, vragen
mogelijk in functie van antwoorden respondent

nadeel? moeilijker om achteraf te analyseren (zeker kwantificeren)

17
Q

wanneer doen we een ongestructureerd interview?

A
  • Indien weinig kennis over onderwerp
  • Indien interesse in spontane gedachtegang van respondent; zo dicht mogelijk bij
    perspectief en ervaring van individu
18
Q

wat is een semi-gestructureerd interview?

A

Interviewer kan precieze verwoording en volgorde van vragen veranderen in functie van verloop interview; laten leiden door geïnterviewde

19
Q

Wat is de interviewtechniek?

A

Actief luisteren, nonverbaal, lichaamstalen (afstandelijk, open houding en interesse tonen), interactie met de geïnterviewde en soorten probes

20
Q

wat is de rol van een interviewer?

A

= Interviewen gaat over relatie en interactie interviewer-interviewee

2 manieren om relatie te beschouwen
- Kwantitatief: interviewer neutraal en professioneel
- Kwalitatief: rol van interviewer moet zichtbaar gemaakt worden, want niemand kan neutraal zijn

21
Q

wat is een narratief?

A

een verhaalde ervaring (meestal verbaal) van gebeurtenis in heden of verleden, of van ervaringen en relatief, … met mensen

22
Q

hoeveel vertellers zijn er in een narratief?

A

Veel narratieven gaan uit van één verteller, maar in realiteit meestal meer dan 1 (zowel
interviewer als geïnterviewde)

Interviewers spelen ook rol in hoe narratief vorm krijgt

23
Q

wat is het verband tussen interview en narratief?

A

interview kan beschouwd worden als (1) vorm van narratief of (2) methode om narratieven te bespreken

24
Q

wat is het verband tussen interview en narratief?

A

interview kan beschouwd worden als (1) vorm van narratief of (2) methode om narratieven te bespreken

25
Q

Wat zijn de verschillende soorten probes?

A
  • Open-ended: meer detail (kan je me meer vertellen)
  • Open-ended: verduidelijking (ik begrijp het niet zo goed, kan je nog eens
    vertellen?)
  • Gerichte bijvragen: voor meer details en gegevens
26
Q

essentiële vragen

A

vragen die in een interview gebruikt worden die direct iets te maken hebben met het thema

27
Q

extra/parallelle vragen

A

vragen die in een interview gebruikt worden als verduidelijking

28
Q

weggooivragen

A

vragen die in een interview gebruikt worden die niets te maken hebben met het thema, maar als afleider van gevoelige onderwerpen om daarna terug naar de belangrijkere vragen te keren