Les 11 (Kwaliteit onderzoek) Flashcards

1
Q

algemene kwaliteitscriteria van kwantitatief en kwalitatief onderzoek

A

criteria voor wetenschappelijk onderzoek die moeten voldoen voor alle vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bij bepalen of we goed onderzoek hebben, moeten we …

A

empirische onderzoekscyclus en bijbehorende kwaliteitscriteria controleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

emperische onderzoekscyclus

A

fase 1: vraagstelling en gezichtspunt
fase 2: onderzoeksopzet
fase 3: dataverzameling
fase 4: data-analyse en interpretatie
fase 5: bevindingen en conclusies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vraagstelling en gezichtspunt

A

Algemeen: hoe bouw je voort op bestaande theorie/ bestaand onderzoek? Hoe
draag je bij aan kennisopbouw? Heb je goede argumentatie?

Specifiek: onderzoeksvraag is vertrekpunt van onderzoeksproces; elke vraag impliceert perspectief (vanuit bepaalde theorie) op thema

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Onderzoeksopzet

A

Algemeen: is aanpak geschikt om onderzoeksvraag te beantwoorden? Is je aanpak goed gemotiveerd?

Specifiek: welke opzet is meest geschikt om specifieke vraag te beantwoorden?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dataverzameling

A

Algemeen: data betrouwbaar en valide? Voldoende rijk, nieuw en relevant?

Specifiek: beargumenteer wie, wat, waar en hoe (ifv onderzoeksvraag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Data-analyse en interpretatie

A

Algemeen: data goed geïnterpreteerd? Oog voor tegenstrijdige data en mogelijke alternatieven? Analyseer je alle data systematisch?

Specifiek: hoe organiseren en interpreteren van data voor antwoord geven op onderzoeksvraag?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bevindingen en conclusies

A

Algemeen: zijn conclusies theoretisch vruchtbaar? Maatschappelijk relevant? Toepasbaar in praktijk? (moet niet aan alle 3 samen voldoen)

Specifiek
- Hoe trek je algemene conclusies uit (beperkte) bevindingen; vloeien ze systematisch voort uit analyse, en niet zomaar poging om te laten matchen met hypothese?
- Zijn conclusies…
I. Theoretisch relevant?
II. Maatschappelijk relevant?
III. Toepasbaar in praktijk?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Realisme

A

vnl kwantitatief, dezelfde kwaliteitscriteria voor alle onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Constructivisme

A

vnl kwantitatief, eigen kwaliteitscriteria voor kwalitatief onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

interne validiteit in kwantitatief onderzoek

A
  • verband van oorzaak en gevolg.
  • meer zekerheid door manipulatie.
  • Er is experimentele en statische controle tegen storende variabelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

externe validiteit in kwantitatief onderzoek

A
  • veralgemeenbaarheid van de resultaten naar de populatie.
  • het is representatief door willekeurige steekproef en verdeling over condities.
  • er zijn voldoende observaties.
  • ~ecologische validiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

betrouwbaarheid in kwantitatief onderzoek

A

bij herhaling door andere onderzoeker of zelf replicatie word hetzelfde resultaat bekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

validiteit in kwalitatief onderzoek

A
  • mate dat de metingen meet wat gemeten moet worden. interpretaties worden uitgedaagd door tegengestelde of afwijkende gevallen te bekijken.
  • Respondent validering & peer validering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

triangulatie als convergentie

A

= realisme
door overeenkomstige bevindingen te bekomen uit verschillende methoden kom je dichterbij de objectieve realiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

1.

triangulatie als complementariteit

A

= constructivisme
door gebruik van verschillende methoden bekom je verschillende bevindingen elkaar aanvullen

17
Q

extreme relativists

A

benadering waar er geen universeel criterium bestaat. alle verschillende kwalitatieve methoden zijn uniek

18
Q

antirealists

A

benadering waar kwalitatief onderzoek eigen onderzoeksparadigma’s heeft. kwantitatieve criteria zijn niet van toepassing

19
Q

Subtle realism

A
  • benadering die subjectiviteit erkent en bestaan van perspectieven.
  • Er bestaat een basisrealiteit en probeert die te onderzoeken (ondanks problematisch) en gebruik kwantitatieve criteria
20
Q

Standaardisatie

A

een meting of experimentele manipulatie is betrouwbaar als die op precies dezelfde manier gebeurt voor alle participanten

21
Q

Replicatie

A

een bevinding is betrouwbaar als die bevestigd wordt in herhaalde metingen of in nieuwe experimentele studies