Leertaak 7: zelfregulatie Flashcards

1
Q

zelfregulatie

domeinen benoemen
cyclus benoemen

A

cognitieve, metacognitieve, motivationele en affectieve(stemming) processen die lerenden gebruiken om systematisch hun gedachten, gevoelens en acties te focussen op het behalen van hun doelen.

Het is taakgericht en heeft 3 cyclische fases: voorbereiden > uitvoeren > evalueren

Ook wel: zelfregulerende processen toegepast tijdens een leerervaring waar het doel een bepaald niveau van beheersing.

meerdere domeinen:
- cognitief domein: leerstrategieën, inhoudelijk gericht op wat je leert
- metacognitief domein: strategieën die het proces van kennisverwerving beschouwen zoals monitoring
- motivatie/emotie domein: eigen welzijn, doorzetten, omgang tegenslag.
gedragsdomein: alles wat je daadwerkelijk uitvoert, behaviorisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aannames zelfregulerend leren

A
  • gedragsmatig, cognitief, metacognitief en motivationeel actief zijn.
  • is een dynamisch en cyclisch proces met feedback loops.
  • Doelen bepalen triggert zelfregulerend leren door focus te richten op doel gerelateerde activiteiten en gebruik van taakrelevante strategieën.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Zelf-monitoring

A

Opzettelijk aandacht voor een aspect van het eigen gedrag en vaak bijhouden van de frequentie en intensiteit van dit gedrag.

zelf-monitoring is effectief: zorgt voor meer time-on-task en rendement leertaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zelf-instructie

A

vb: briefje schrijven met herinnering om iets te oefenen

stimulus die zorgt voor zelfregulerende responsen die leiden naar bekrachtiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zelf-bekrachtiging

A

proces waar individu zichzelf bekrachtigt gericht op het presteren van gewenste respons, waardoor de kans op toekomstige respons toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

sociaal-cognitieve blik op zelfregulatie

A

dynamische interactie tussen: persoonlijke, gedrags en omgevingsfactoren.

leren door observatie, zone naaste ontwikkeling (vygotsky), zelfregulatie kun je niet zelf leren.

keuzes van de lerende en bijbehorende zelf-regulerende processen zijn belangrijk:

*keuze om te participeren&raquo_space; doelen, zelfvertrouwen, waardes
*methode kiezen&raquo_space; strategie gebruik, ontspanning
*uitkomsten kiezen&raquo_space; zelfmonitoring, zelfbeoordeling
*sociale en fysieke setting» omgeving structurering, hulp zoeken

zelfregulatie door middel van:
* Zelf-observatie: aspecten van gedrag beoordelen t.o.v. standaard en positief of negatief reageren.
* Zelf-beoordeling: vergelijken van presteren met het gestelde doel.
* Zelf-reactie: zelf reacties bij voortgang voor het gestelde doel. De verwachte positieve uitkomst zorgt voor motivatie. Als student denkt dat er meer in zit zal hij ook harder gaan werken en presteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Behaviouristische blik op zelfregulerend leren

A

doel is laten afnemen dysfunctioneel gedrag en laten toenemen van meer aanpassend gedrag.
Direct waarneembare verandering in gedrag d.m.v. stimuli die bepaald gedrag uitlokken

zegt niet veel over interne processen mensen, geen voorbereiding en evaluatie fase, moet wel door instructie worden aangeleerd maar hoe daar wordt niet op ingegaan.

zelfregulatie door:
* Zelf monitoring
* Zelf bekrachtiging
* Zelf instructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Constructivistische blik op zelfregulatie

A

socioculturele invloeden zijn cruciaal en mensen vormen impliciete theorieën over zichzelf, anderen en hoe het best om te gaan met eisen.

is holistisch

kernbegrip is: internalisatie van zelfregulerende processen (lerende doet het zelf na instructie/modelling)

Lerenden construeren zelf theorieën over zichzelf (kwaliteiten, mogelijkheden) en hun omgeving. Door middel van instructie maar ook door zelfreflectie, omgeving en reacties van anderen. Theorieën worden geconstrueerd in sociale contexten.

zelfregulerend leren is een samenspel van mentale functies zoals geheugen en plannen, evalueren, en synthese. Lerenden gebruiken gereedschappen van hun culturen zoals taal en symbolen om betekenis te geven zelf. Lerenden nemen zelfregulerende strategieën over van hun omgeving maar passen dit aan voor zichzelf, construeren zelf.

  • intrinsieke motivatie om informatie te zoeken
  • begrip gaat verder van de gegeven informatie
  • mentale representaties veranderen met ontwikkeling
  • er zijn progressieve verfijningen in mate van begrip
  • er zijn ontwikkelings beperkingen bij leren
  • reflectie en reconstructie stimuleren leren.

piaget (er klaar voor zijn) en bruner (herconstructie na ontwikkeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

informatieverwerking blik op zelfregulatie

A

Nadruk op leerstrategieën en de ontwikkeling van informatieprocessen waardoor lerende beter worden in zelfregulatie. werkgeheugen en impulscontrole zijn belangrijk.

metacognitief bewustzijn belangrijk (hoe gaat het nu, hoe wil ik het)

zelfregulerend leren reflecteert metacognitief bewustzijn: lerenden begrijpen de taakeisen, persoonlijke kwaliteiten en strategieën die nodig zijn voor het volbrengen van de taak.
Hier valt procedurele kennis ook onder.
De basis is volgens deze theorie een probleemoplossingssysteem waarin het probleem het bereiken van een doel is.

tegenwoordig speelt motivatie ook steeds meer een rol in dit model.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zimmerman’s Cyclical phases model

A

3 fase model in een cyclus: voorbereiding > prestatie fase > zelfreflectie > voorbereiding.

is socio-cognitief, taakgericht,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Boekaerts’ Dual Processing Model

A

2 paden: wellbeing pathway vs. de growth pathway.

Als taak te lastig is dan vallen lerenden terug op de wellbeing pathway.

metacognitie staat tegenover emotie/motivatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Winne & Hadwin’s COPES model

A

cyclisch met 4 fases, vooral aandacht voor cognitieve, weinig voor andere domeinen.

invloeden van informatieverwerkingstheorie

COPES:
cognitive
operations
products
evaluations
standards

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Pintrich’s SRL model

A

gaat op alle domeinen in als enige

Heeft alles per domein en per fase uitgewerkt welke processen een rol spelen. Heel uitgebreid model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Efklides’ MASRL model

A

sterk informatieverwerkingstheorie gericht model,

heeft 2 niveaus:
*Person= top down > algemeen niveau van waaruit plan ontstaat
*Task x Person = bottom-up > specifiek > praktijk toetst het plan

overeenkomsten met boekaerts (wellbeing krijgt voorrang)
equibrilatie (piaget) waarbij ongelijkheid is tussen task en task x person

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hadwin’s (et al.) SSRL model

A

gericht op regulatie in groepen dus ook co-regulatie

één van de meest recente perspectieven

doel is samen tot een doel komen, daarvoor moeten alle vormen van regulatie in orde zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

leerstrategieën

A

cognitieve plannen gericht op het succesvolle taak prestatie.
zoals: selecteren en organiseren van informatie, leerstof oefenen, betekenis geven aan lesstof, nieuwe stof aan bekende stof koppelen.

17
Q

Leermethodes

A

zijn interdependent (wederkerige relatie). Tijdens uitwerken van informatie herhaal en organiseer je ook.

  1. Rehearsal: herhalen, onderstrepen, samenvatten
  2. Elaboration: afbeeldingen, ezelsbruggetjes, aantekeningen
  3. organisation: ezelsbruggetjes, groeperen, mindmap, schema
  4. monitoring: zelf bevraging, herlezen, parafraseren
  5. affective: omgang met angst, positieve gedachtes, positieve leeromgeving maken, tijdsmanagement