Leertaak 2 Flashcards

1
Q

Leren is…

A

een duurzame verandering in gedrag of in de capaciteit om te gedragen op een bepaalde manier, als resultaat van oefening of andere vormen van ervaringen.

leren is zichtbaar op basis van van mensen zeggen, schrijven en doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Rationalisme

A

Volgens het rationalisme is ons denk- of redeneervermogen (ratio) de bron van kennis

Kennis ontstaat door logisch redeneren zonder daarbij terug te vallen op de zintuigen.
Kennis opdoen is een product van interne redenatie, de buitenwereld bestaat wel maar is geen bron van kennis

De rationalisten beschouwen het verstand als de bron van kennis. Het kan zijn dat er een externe wereld bestaat die men gewaarwordt via zintuigen, maar de wetten die daarvoor gelden zijn subjectief, omdat ze ontleend worden aan het verstand.

Plato dacht dat kennis puur uit het verstand kwam, Kant en Descartes geloofden dat verstand betekenis geeft aan informatie uit de wereld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

criteria van leren:

A
  1. Er is sprake van verandering, 2. De verandering is blijvend gedurende de tijd, 3. leren vindt plaats door ervaring.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Empirisme

A

Volgens het empirisme is de zintuigelijke waarneming de enige bron van onze kennis

Ideeën kunnen niet bestaan los van de externe wereld, welke fungeert als basis voor het opdoen van kennis

Empiristen gaan ervan uit dat er een absolute werkelijkheid bestaat, die functioneert volgens universele principes en wetten. Die kunnen we alleen gewaarworden via (zintuiglijke) ervaringen (zien, horen, ruiken, proeven en voelen). De ervaringen vormen de bron van kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Epistemologie

A

Wat zijn de bronnen van kennis en wat is kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leertheorie

A

Een theorie bestaat uit een wetenschappelijk acceptabele set van principes die verondersteld wordt een fenomeen te verklaren. Daarmee levert theorie een raamwerk om omgevingsobservaties te interpreteren en een brug te slaan tussen theorie en praktijk. Onderzoeksbevindingen kunnen systematisch verbonden worden met, en georganiseerd aan de hand van theorieën.
Theorie vult het gat tussen onderzoek en praktijk op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wundt

A

Eerste psychologische lab in Duitsland, wilde psychologie als nieuwe soort wetenschap vestigen, vanaf toen meer focus op experimenteren ipv theoriseren,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ebbinghaus

A

Duitse psycholoog die hielp psychologie als wetenschap te vestigen, bekend van onderzoek naar geheugen (onzin woorden) en vergeetcurve van leerstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

structuralisme

A

Structuralisme is een benaderingswijze die ervan uitgaat dat niet-direct waarneembare of onbewuste structuren ten grondslag liggen aan alle sociale verschijnselen.

Deze structuren zijn verzamelingen van de relaties tussen de elementen waaruit de sociale werkelijkheid is opgebouwd. Introspectie vaak als onderzoek, was niet betrouwbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Functionalisme

A

Mentale processen en gedragingen van levende organismen helpen hen aan te passen aan de omgevingen, waren tegen introspectie omdat het een los onderdeel is buiten de context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Correlationeel onderzoek

A

onderzoekt relaties tussen variabelen, relatie is positief/negatief en verschilt in sterkte. Geven vaak suggestie voor vervolgonderzoek. Nadeel is dat geen oorzaak / gevolg benoembaar is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Experimenteel onderzoek

A

onderzoeker verandert 1 of meer onafhankelijke variabelen en onderzoekt het effect op afhankelijke variabelen. Kan oorzaak gevolg benoemen. Is vaak smal onderzoek, in context klas te veel variabelen die onderzoek kunnen beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kwalitatief onderzoek

A

Kenmerkt zich door intensieve studie, beschrijving van gebeurtenissen en interpretaties van betekenissen. Is vooral bruikbaar als onderzoekers geïnteresseerd zijn in de structuur van gebeurtenissen i.p.v. de verspreiding hiervan, als meningen en perspectieven van individuen belangrijk zijn, als experimenteel onderzoek onpraktisch of onethisch is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Laboratorium onderzoek

A

Lab onderzoek is in gecontroleerde omgeving. Lab onderzoek is goed te controleren maar slechter generaliseerbaar dan veldonderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Manieren om leren te beoordelen

A
  1. Directe observaties, 2. geschreven reacties 3. gesproken reacties 4. beoordelingen door anderen 5. zelf rapporten (vragenlijst, interview, terughalen van gedachten, hardop denken, dialogen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Educational data mining

A

de gereedschappen en technieken om betekenis te geven aan grote hoeveelheden data die gegenereerd worden door digitale activiteiten van leerders.

17
Q

Criteria voor leeronderzoek/testen/toetsen:

A
  1. betrouwbaarheid (test geeft op afzonderlijke momenten hetzelfde resultaat), 2. validiteit (de test meet wat hij moet meten) 3. afwezigheid van bias (een test is vrij van kenmerken die bepaalde groepen benadelen)
18
Q

value added assessment

A

manier om de bijdrage van school/docent te bepalen bij groei van studenten. Daarbij worden achtergrond variabelen gecontroleerd. Is een middel om verschillende scholen te vergelijken. Op basis van resultaten student uit verleden wordt statistisch voorspeld hoe student gaat scoren, het verschil is dat aan leerkracht toe te schrijven

19
Q

Veldonderzoek

A

Is op de plek waar lerenden werken of leven. Veldonderzoek is generaliseerbaar naar andere (leer)context.